Fentanylcrisis in Philadelphia: ‘Kinderen knallen elkaar overhoop voor dope’

Teun Voeten
Teun Voeten Cultureel antropoloog, auteur en oorlogsfotograaf

Het is spotgoedkoop, vijftig keer sterker dan heroïne en een hoeveelheid ter grootte van een suikerkorrel kan al dodelijk zijn. Fentanyl zorgt al jaren voor een ravage in Philadelphia.

Ze strompelen schokkend, in slow motion over de straten. Ze liggen in de goot tussen geparkeerde auto’s, soms nog met een spuit in de arm. Ze hangen in elkaar gedoken in portieken. Ze injecteren onder de tong of in de nek met behulp van een spiegeltje. Ze proberen wanhopig nog een adertje te vinden in stukgespoten armen vol open wonden en zweren.

© Teun Voeten

Welkom in Kensington Avenue in Philadelphia. Vroeger was de zone tussen de metrostations Allegheny en Huntingdon Station de grootste openluchtmarkt voor heroïne in de Verenigde Staten. Vandaag is alles fentanyl wat de klok slaat. Een portie kost amper vijf dollar. Het spul is veel verslavender dan heroïne: na een paar uur heeft een gebruiker al een volgende shot nodig. Het is ook veel sterker: een hoeveelheid van twee milligram, ter grootte van een suikerkorrel, kan al dodelijk zijn. Aanvankelijk gebruikten dealers het goedje om heroïne mee te versnijden en sterker te maken. Nu wordt het puur verkocht, of versneden met allerlei tranquillizers. Soms wordt fentanyl versneden met carfentanil, een enorm sterke fentanylvariant die wordt gebruikt om neushoorns te verdoven. Gebruikers weten nooit precies wat ze kopen en hoe sterk het is. Spuiten is een soort Russische roulette geworden.

© Teun Voeten

De organisatie Prevention Point richt zich op de verslaafden in de buurt. Ze organiseert een medisch spreekuur en deelt schone spuiten en voedselpakketten uit. Voor het hoofdkwartier in Kensington Avenue zijn vijf Dixi-toiletten geïnstalleerd. Elke tweede zaterdag van de maand gaat een groep vrijwilligers afval in de buurt opruimen. Ik kan ook mee. Het gezelschap bestaat vooral uit nette witte meisjes die aandachtig luisteren als hulpverlener Clayton Ruley, een imposante zwarte man, instructies geeft over Narcan, een opioïdenblocker die nasaal wordt toegediend om gebruikers na een overdosis te reanimeren. Alle hulpverleners hebben het op zak.

© Teun Voeten

900 doden

‘Iemand die bewusteloos en blauwgrijs aangelopen op de grond ligt, heeft wellicht fentanyl gebruikt’, legt Ruley uit. ‘Probeer hem wakker te maken, bel 911 en spuit Narcan in zijn neus met de verstuiver’, zegt hij. ‘En nee, je hoeft niet bang te zijn dat iemand een proces tegen je aanspant.’ De zogenaamde Good Samaritan Law pleit een hulpverlener, professioneel of niet, vrij als iets misgaat wanneer hij een medemens in nood helpt.

© Teun Voeten

‘Geef hem de ruimte als hij bijkomt’, vult Ruley aan. Hij vertelt dat sommige gebruikers kwaad worden als ze wakker worden. Omdat iemand een einde heeft gemaakt aan hun high en ze weer opnieuw drugs moeten scoren. Soms pakken ze dan een extra portie, omdat de fentanyl door de nog in het lichaam aanwezige Narcan minder werkzaam is. Is de Narcan uitgewerkt, dan kan de gebruiker alsnog sterven aan een overdosis. Op de zogenaamde Lazarus parties, vernoemd naar de Bijbelse figuur die uit de dood opstond, nemen gebruikers opzettelijk een overdosis, omdat ze weten dat hun vrienden hen weer tot leven zullen wekken met Narcan.

© Teun Voeten

In 2020 stierven er in Kensington Avenue naar schatting negenhonderd mensen aan een overdosis. Er komen vaak schietpartijen voor, meestal zijn het afrekeningen tussen dealers. In de dertig uur die ik in de buurt doorbracht, hoorde ik er vijf. De ontreddering van Kensington werd wereldbekend door een filmpje waarin verslaafden onderuitgezakt op de stoep liggen en in groteske houdingen over de straten strompelen. Inmiddels circuleren er tientallen clips op YouTube en is de crazy Kensington zombie junkie apocalypse walk een nieuw genre geworden.

© Teun Voeten

‘Vroeger was ik knapper’

September 2022. Een jaar na mijn eerste bezoek ben ik opnieuw in Kensington. Intussen is de fentanylmarkt alleen maar uitgedijd. De sfeer is harder geworden. Er is meer ruzie, geschreeuw en er zijn meer vechtpartijen. ‘Het is nog nooit zo erg geweest’, zegt Pete, een vriendelijke oude zwarte man met nog één tandenstomp in de mond. ‘In mijn tijd hadden verslaafden nog fatsoen. We hadden een job en kraakten een leegstaand pand om er een discrete shooting gallery van te maken. Nu stelen alle verslaafden en spuit iedereen op straat, voor de neus van schoolkinderen. Kinderen knallen elkaar overhoop voor dope. People don’t care anymore.’ Een vriend van Pete werkt bij een begrafenisondernemer. ‘Vroeger waren de meeste doden oude mensen. Nu zijn het vooral jongeren, soms amper 12 jaar.’

© Teun Voeten

Stelen is voor de meeste gebruikers dé manier om aan hun dagelijks porties te komen. Door een nieuwe wet is winkeldiefstal tot 950 dollar geen misdrijf meer, maar een overtreding. Verslaafden maken daar gretig gebruik van. Vrouwen belanden meestal in de prostitutie. Ik praat met een jonge vrouw met roze haar die op een stoep zit. Ze heet Marina. Later komt haar vriendin Breeah erbij, een meisje van 23. ‘Vroeger was ik knapper’, geeft ze toe. Een paar vrouwen hebben haar onlangs aangevallen en plukken haar uitgetrokken. ‘Ze waren jaloers omdat ik makkelijker klanten kreeg.’ Breeah studeerde journalistiek aan West Chester College. Haar vriend zat aan de dope. Ze probeerde ook een en ander en voor ze het wist, liep ze als fentanylverslaafde rond op Kensington Avenue. Ze wil afkicken en weer naar school. ‘Als ik er klaar voor ben.’ Wanneer is ze er klaar voor? ‘Dat weet ik niet’, zegt ze met een onzekere stem.

© Teun Voeten

Marina zit al langer aan de grond. Op haar zestiende rookte ze voor het eerst heroïne. Later probeerde ze percocet, een combinatie van oxycodon en paracetamol. Daarna methadon. Uiteindelijk belandde ze als fentanylgebruiker in Kensington. Momenteel zit ze in zak en as. Een paar vriendinnen hebben al haar spullen gejat. ‘Ik ben alles kwijt. Waaronder ook zo’n 40 dollar aan dope.’ Marina ruikt onfris, ze zit onder de vliegen, die ze af en toe wegslaat. Ze schuift haar broekspijp omhoog. Daar zit een zwerend abces, zo groot als een ei. ‘Ik moet eigenlijk naar een dokter’, zegt ze. ‘Maar ik ben bang dat mijn been geamputeerd moet worden. Maar zo gaat het ook niet. Niemand wil een hinkend meisje.’

Teun Voeten is antropoloog en oorlogsfotograaf. Hij schreef eerder over daklozen die ondergronds leven in New York, de oorlog in Sierra Leone en drugscriminaliteit in Mexico, Antwerpen en Nederland. Fragmenten uit deze reportage verschenen in een andere vorm in zijn laatste boek, Drug van de Duivel. De wereldwijde opmars van crystal meth.

Partner Content