De Oostenrijkse extreemrechtse partij FPÖ vecht het resultaat van de presidentsverkiezingen van vorige maand aan. FPÖ-kandidaat Norbert Hofer verloor in de tweede ronde zeer nipt van de door de Groenen gesteunde kandidaat Alexander Van der Bellen.
Norbert Hofer haalde 49,7 procent van de stemmen, Alexander Van der Bellen 50,3 procent. Uiteindelijk ging het om een verschil van nauwelijks 30.863 stemmen.
Volgens FPÖ-leider Heinz Christian Strache heeft zijn partij bewijzen van verschillende onregelmatigheden, vooral met betrekking tot de omgang van de stemmen per brief. Dat gaat naar verluidt in totaal over 570.000 stemmen. Ook beweert de partij dat -16-jarigen en buitenlanders hebben kunnen stemmen.
Het Grondwettelijk Hof bevestigt dat de partij een klacht heeft ingediend, die 150 pagina’s telt.
‘Wij zijn geen slechte verliezers, maar dit gaat over het beschermen van de fundamenten van de democratie,’ zegt Strache. ‘De omvang van de onregelmatigheden is beangstigend. Daarom voel ik mij verplicht om het resultaat aan te vechten. Je moet niet in complottheorieën geloven om een slecht buikgevoel te krijgen bij deze verkiezing.’
Het Grondwettelijk Hof moet zich nu uitspreken voor 8 juli, de dag waarop de nieuwe Oostenrijkse president – in het Alpenland vooral een ceremoniële functie – in principe de eed aflegt. (KVDA)
