Leo Neels

Exclusieve horrorjournalistiek

Leo Neels Advocaat en Prof. (em.) Mediarecht KULeuven en UAntwerpen

‘Zijn gruwelijke foto’s van de slachtoffers van de vliegtuigramp in Oost-Oekraïne een nuttige toegevoegde dimensie aan berichtgeving of is het sensatiezucht?’, vraagt Leo Neels, professor mediarecht aan de KU Leuven en UAntwerpen, zich af.

Gruwelijk. De foto’s van slachtoffers van het neergeschoten vliegtuig: een voet van een vrouw op het asfalt, een dood lichaam door een dak gevallen, een dode man nog in zijn vliegtuigzetel gegespt in een veld neergestort. Ongepast ook: dat doet men niet. Wel dus, in DS (19 juli).

Het gaat om een grove inbreuk op het respect voor mensen. “De pers is terughoudend bij het publiceren van namen en identiteitsgegevens en bij het maken en verspreiden van foto’s of beelden van slachtoffers van ongevallen, rampspoed of misdrijven”. Dat is de tekst van een Richtlijn voor de media over de omgang van de pers met slachtoffers, die dateert van 2003. Het is een goede Richtlijn, over een delicate materie.

Natuurlijk leveren – hoe macaber dat ook is – rampen, ongevallen en misdrijven nieuws op. De extra dimensie, dat dit vliegtuig werd neergeschoten, voegt daar een nieuwselement aan toe. Honderden onschuldige doden, ingevolge een rechteloze situatie op de grond. Falen van de internationale gemeenschap en lokale autoriteiten. Leiderschap? Nu even niet, daar moeten we het maar mee doen.

Exclusieve horrorjournalistiek

Toch blijven de slachtoffers beschikken over al hun persoonlijkheidsrechten, inbegrepen het recht om waardig te worden behandeld. Daar kan niet licht mee omgesprongen worden, en terecht leverde de Nederlandse Minister-President scherpe kritiek op de achteloosheid waarmee de berging van de lichamen werd aangepakt. De fotografische weergave van lijken in de open lucht is stuitend en schendt de journalistieke ethiek.

‘We willen dit niet afgedrukt zien in een krant’

Bij oorlog, rampen en geweld worden ook media op de proef gesteld. Uiteraard zijn zulke feiten belangwekkend nieuws, waarover moet worden bericht. Het falen van burgerlijke autoriteiten, de stuitende zwakheid van de internationale rechtsgemeenschap maken een “public watchdog of democracy” meer noodzakelijk dan ooit. Er is dus een grote rol voor degelijke berichtgeving: opzoekingswerk, analyse, verantwoording.

De fotograaf ter plaatse meldt dat hij “nog nooit zoiets vreselijks heeft gezien”. Hij schiet beelden, dat is tot daaraan toe. Maar we willen die niet afgedrukt zien in een krant. De beschrijving is erg genoeg en volstaat. De ‘horror’ moet niet ook nog eens worden afgebeeld.

Een journalist neemt foto's van de crashsite van vlucht MH17 in Oost-Oekraïne.
Een journalist neemt foto’s van de crashsite van vlucht MH17 in Oost-Oekraïne.© Reuters

Men kan aannemen dat de identiteit van nationale slachtoffers nieuwsmaterie kàn worden. Dat lijkt het geval wanneer een heel gezin wordt weggerukt, of, omgekeerd, wanneer een enkel gezinslid alleen vertrok. De fataliteit van de gebeurtenis geeft dan aanleiding tot een kortstondige, niet nagestreefde publiciteit.

Met beelden dient zorgvuldiger te worden omgesprongen. We zagen in vele kranten kiekjes van slachtoffers, genomen uit hun familie-albums. Vaak zijn die vandaag op Facebook-pagina’s en dergelijke te vinden, en zijn ze daar meestal zelfs door de betrokkenenen nog op geplaatst. Niet iedereen beseft dat die beelden dan in de publieke ruimte zijn, en makkelijk toegankelijk voor jan en alleman. Ze in de media overnemen is makkelijk, maar hoort eigenlijk niét.

Helaas, we wennen eraan

Maar de foto’s van stoffelijke resten moesten niet, mochten niet. Op zichzelf was de tragiek en de horror van het moment voor iedereen duidelijk zonder zulke beelden, die voegen geen informatief element toe dat de schending van de waardigheid van de slachtoffers rechtvaardigde.

Helaas, we wennen eraan. In sommige conflicten toont men bewust stoffelijke resten, zoals we ze in die andere door mensen aangerichte horror in het Israël-Gaza-confict zien. De stoffelijke overschotten van kinderen worden bewust getoond aan de camera’s van de internationale media – net zoals in Afrika gebeurt bij gewapende conflicten, volkerenmoord en hongersnood. De Isis-strijders tonen hun standrechtelijke executies, en we zagen ook die de foto’s in de kranten.

Exclusieve horrorjournalistiek
© Belga Image

Is dit een nuttige toegevoegde dimensie aan berichtgeving, om onrecht nog beter tot uiting te brengen, of is het sensatiezucht die het laatste respect waarop slachtoffers van misdrijven recht hebben negeert?

De journalistieke Richtlijn is eenduidig: we brengen respect op en zijn terughoudend bij publicatie. De journalistieke praktijk varieert. Zou dit het gevolg van zorgvuldige ethische afweging, of van de omstandigheid dat men de exclusiviteit heeft over de foto’s?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content