Ex-VS-defensieminister Gates geeft Obama veeg uit de pan

In een nieuw boek levert voormalig Amerikaans minister van Landsverdediging Robert Gates zware kritiek op Barack Obama: die geloofde niet in zijn eigen Afghanistan-strategie

Het autobiografische boek ‘Duty’ verschijnt op 14 januari in de VS. De kranten The New York Times en The Washington Post konden het voor verschijning inkijken.

Rotte appel

Gates verwijst in zijn boek naar een belangrijke meeting in 2011 in het Witte Huis, waarin Obama zijn twijfels uitte over Afghanistan. “Toen ik daar zat, dacht ik: ‘De president gelooft niet in zijn bevelhebber (generaal David Petraeus; red.), hij kan Hamid Karzai (de Afghaanse president) niet uitstaan, hij gelooft niet in zijn eigen strategie en hij vindt niet dat deze oorlog de zijne is'”, schrijft Gates. “Voor hem gaat het alleen over zo snel mogelijk wegkomen uit Afghanistan.”

Wat dat betreft, voelde Gates, die als minister van Defensie onder beide presidenten diende, meer voor Obama’s voorganger George W. Bush. Die twijfelde geen moment aan zijn beslissing om Irak binnen te vallen. Niet zo met Obama, stelt hij. “Ikzelf, onze commandanten en onze troepen hadden meer toewijding aan de zaak en meer passie van hem verwacht.”

Nog negatiever is Gates over vicepresident Joe Biden. Die was volgens hem de rotte appel die Obama opzette tegen de generaals. Volgens Gates zat Biden “fout over elk groot dossier inzake buitenlands beleid en nationale veiligheid in de laatste vier decennia.”

Integriteit

Toch heeft Gates niet alleen harde woorden voor Obama. Hij geeft toe dat hij eerst tegen diens beslissing was om Special Forces naar Pakistan te sturen om Al-Qaeda-leider Osama bin Laden uit te schakelen. Dat Obama voet bij stuk hield, noemt Gates “één van de moedigste beslissingen waar ik in het Witte Huis ooit getuige van geweest ben.”

Ook Obama’s globale strategie in Afghanistan krijgt uiteindelijk Gates’ goedkeuring. “Ik geloof dat hij correct was met al zijn beslissingen”, schrijft hij in het laatste hoofdstuk over de president, die hij ondanks alles “een man van grote persoonlijke integriteit” noemt.