Waarom neemt Macron het zo fors op tegen Erdogan?

Frans president Emmanuel Macron. © belga
Kamiel Vermeylen

Frans president Emmanuel Macron roert zich op de internationale bühne. Tegen de achtergrond van de naderende presidentsverkiezingen wil hij de Franse kiezer duidelijk maken dat de baten van zijn beleid opwegen tegen de kosten van wat zijn tegenstanders voorstellen.

Ruim een half miljoen Turken wonen in Frankrijk. Velen onder hen voelen zich de laatste weken en maanden niet helemaal op hun gemak bij onze zuiderburen. Frans president Emmanuel Macron ligt namelijk al een tijdlang op ramkoers met zijn Turkse ambtgenoot Reçep Tayyip Erdogan, nochtans partners binnen de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). Turkije voert de laatste maanden een alsmaar assertievere buitenlandpolitiek die door de Franse regering niet op prijs wordt gesteld.

Nagorno-Karabach

Denk maar aan de gasboringen in de Middellandse Zee. De Turkse regering aanvaardt niet langer dat enkele kleine Griekse en Cypriotische eilanden de internationale wateren van het land tot een minimum beperken, ook al werd dat zo afgesproken in het internationaal zeerechtverdrag van de Verenigde Naties in 1982. Macron, die wil dat de Europese Unie als geheel sterker opkomt voor haar belangen, stuurde enkele Franse oorlogsbodems en gevechtsvliegtuigen naar de Egeïsche zee om de Turkse manoeuvres een halt toe te roepen. Hoewel Turkije vorige maand water bij de wijn leek te willen doen, stuurde het vorige week opnieuw een onderzoeksschip onder escorte van oorlogsschepen de Griekse wateren in. ‘Provocaties die we niet kunnen aanvaarden’, aldus Frans minister van Buitenlandse Zaken Jean-Yves Le Drian.

Een ander voorbeeld is de oorlog in Libië: daar staan de belangrijkste militaire machten rondom de Middellandse Zee al een tijdlang met de neuzen tegen elkaar. Turkije en Italië steunen de internationaal erkende regering van nationale eenheid, terwijl Frankrijk en Egypte schouder aan schouder staan met krijgsheer Haftar. In de schoot van de Verenigde Naties werd in de lente besloten om wapenleveringen aan de strijdende partijen te verbieden. Maar wanneer Frankrijk vaststelde dat een Turks fregat een cargoschip onder Tanzaniaanse vlag naar Libië begeleidde, greep het met een schip in. Dat zorgde binnen de schoot van de NAVO voor verhitte debatten tussen de twee, zeker wanneer Macron Erdogan ervan beschuldigde dat Turkije Syrische rekruten inzet om de oorlog naar zijn hand te zetten.

En dan is er nog de recente oorlog over de betwiste regio Nagorno-Karabach en enkele omliggende gebieden. Turkije kiest resoluut de kant van Azerbeidzjan, dat volgens het internationaal recht correct aanspraak maakt op het gebied. Daar bestaan veel redenen voor: Turkije onderhoudt een vijandige relatie met Armenië maar heeft ook innige economische belangen met Azerbeidzjan. Het grootste Azerbeidzjaanse gas- en olieconcern is bijvoorbeeld de grootste buitenlandse investeerder in Turkije. Omdat Macron de rol van Turkije veroordeelt, meent Ankara dat Frankrijk de kant van Armenië kiest terwijl het als bemiddelaar in het zogenaamde Minsk-formaat van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking (OVSE) eerder een neutrale rol zou moeten opnemen.

Emmanuel Macron en Recep Tayip Erdogan in 2018 in Parijs.
Emmanuel Macron en Recep Tayip Erdogan in 2018 in Parijs.© belga

Als klap op de vuurpijl kondigde Macron begin oktober aan dat hij een einde wil maken aan wat hij ‘Islamitisch separatisme in Frankrijk’ noemt. Midden december wil de Franse president een wetsvoorstel laten goedkeuren waarmee hij de buitenlandse financiering van moskeeën in zijn land wil stoppen. Volgens Macron komen er jaarlijks ongeveer 300 imams vanuit het buitenland waarvan de helft door Turkije worden gestuurd of financieel ondersteund. De regering wil voortaan enkel nog imams erkennen die ter plaatse een opleiding hebben genoten om te voorkomen dat er een parallelle samenleving ontstaat waarin de Franse regels niet langer worden gerespecteerd.

Europa

Hetzelfde doet Macron op de Europese bühne. Nauwelijks laat de Franse president een moment onbenut om te benadrukken dat de brexit – in welke vorm dan ook – gepaard zal gaan met een hoge economische tol. Wie de club wil verlaten mag dat, maar het moet duidelijk zijn dat ook de voordelen ervan verloren gaan. Na de Europese top van afgelopen vrijdag sprak Macron zijn steun uit voor Europees hoofdonderhandelaar en landgenoot Michel Barnier: ‘We vinden de brexit jammer, maar het is niet aan de 27 lidstaten van de Europese Unie om de Britse premier gelukkig te maken’, klonk het.

Daarnaast trapt Parijs aanzienlijk op de rem wat betreft de onderhandelingen over het zogenaamde Mercosur-vrijhandelsakkoord met enkele Zuid-Amerikaanse landen. Macron is namelijk niet te spreken over de manier waarop zijn Braziliaanse collega-president, Jair Bolsonaro, omgaat met het klimaat. Zolang de overeenkomst onvoldoende garanties bevat die Bolsonaro ervan moeten weerhouden om de bosbranden in het Amazonewoud ongestoord verder te laten gaan, wil de Franse president het akkoord niet ratificeren. Volgens Macron moeten de afspraken met de Zuid-Amerikaanse landen via een bindend mechanisme voldoen aan het klimaatakkoord dat vijf jaar geleden in zijn Franse hoofdstad werd gesloten.

Tot slot is er nog de rol van de hoofdzetel van Europees Parlement in Straatsburg waar normaal gesproken een tiental vergaderingen per jaar plaatsvinden. Door de coronacrisis zijn die zittingen – volgens de Europese verdragen is de verhuis vanuit Brussel verplicht – al bijna negen maanden niet kunnen doorgaan. Voor Macron, die zijn vorige presidentiële campagne op een Europese leest geschoeid heeft, is dat geen goede zaak. Bij monde van zijn kersverse minister voor Europese Zaken Clement Beaune laat de president geregeld weten dat Straatsburg voldoende voorbereid is om de Europese verplaatsing naar de Franse stad probleemloos te laten doorgaan. De pandemie vormt volgens hem geen excuus meer om te voorkomen dat het centrum van de Europese politiek eenmaal per maand verhuist.

Marine Le Pen

De rode draad doorheen bovenstaande manoeuvres is de binnenlandse politiek. Binnen ruim anderhalf jaar loopt de vijfjarige presidentiële termijn van Macron af. Vlak voor de zomer kon Macron niet anders dan vaststellen hoe zijn partij bij de lokale stembusgang in vrijwel heel het land de duimen moest leggen voor zijn opponenten aan beide kanten van het politieke spectrum. Onder meer het feit dat Macron eerder op het jaar zijn pensioenhervorming zonder stemming per presidentieel besluit moest doordrukken – als minister van Financiën onder Hollande uitte hij nochtans flinke kritiek op zulke procedurele manoeuvres – zette kwaad bloed bij de Franse bevolking.

Hoewel ook het Rassemblement National flinke klappen kreeg bij de gemeenteraadsverkiezingen, beschouwt Macron zijn rivale Marine Le Pen nog steeds als de voornaamste uitdager voor de volgende stembusgang die in het voorjaar van 2022 gepland staat. Volgens de meest recente peilingen prijken de twee momenteel op 25 procent van de stemmen. Bovendien is de eerste achtervolger op de twee François Baroin van Les Républicains. Het sterkt Macrons overtuiging dat het gevaar in een systeem waar enkel de twee grootste kandidaten in de eerste ronde overblijven van de rechterkant komt.

Vanuit die optiek heeft de Franse president er dus heel wat belang bij om de kritiek van vanuit rechtse hoek te voorkomen. Door de handschoen tegen Erdogan op te nemen en door de radicale Islam in eigen land aan banden te willen leggen, probeert de Franse president dat expliciet te doen. In beide gevallen moest Le Pen tot op zekere hoogte toegeven dat ze het beleid van de Franse president steunde – eerder ongewoon voor de politica die normaal aanhoudend haar banbliksems op het Élysée afvuurt. Hetzelfde geldt voor de brexit: Macron wil aan de hand van de Britse uitstap duidelijk maken dat er aan de eurosceptische houding van Le Pen aanzienlijke kosten verbonden zijn. Via het Mercosur-handelsakkoord bedient hij dan weer de ecologische flank, die tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in enkele centrumsteden Macron wist af te troeven.

‘Buitenlandse politiek is een voortzetting van de binnenlandse politiek met andere middelen’, schreef buitengewoon hoogleraar internationale betrekkingen op rust Rik Coolsaet (UGent) vijf jaar geleden in een boek over de Belgische diplomatie. Of je er verkiezingen mee wint, valt sterk te betwijfelen – het voorval met de vermoorde Franse leraar van afgelopen weekend is natuurlijk veel invloedrijker. Maar de recente manoeuvres van Macron tonen wel dat hij niet zomaar van plan is om voor zijn concurrenten in eigen land de rode loper in het buitenland uit te rollen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content