Waarom de EU-toetreding van Oekraïne, Moldavië en Georgië nog niet voor meteen is

Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en Oekraïens president Volodymyr Zelensky op 08/04/2022. © Belga
Kamiel Vermeylen

De Europese staatshoofden en regeringsleiders buigen zich over het kandidaat-lidmaatschap van Oekraïne, Moldavië en Georgië. Een historische maar vooral symbolische beslissing.

Op de Europese top in Brussel donderdag zullen Oekraïne en Moldavië met tegen de zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de status van kandidaat-lidstaat van de Europese Unie krijgen. Samen met Georgië maken de twee al sedert 2009 deel uit van het Oostelijke Partnerschap van de Europese Unie. Nadien sloten ze met de Unie elk apart een Associatieakkoord, waardoor ze intussen deel uitmaken van de zogenaamde Diepe en Brede Vrijhandelszone met de Europese Unie. Nog geen jaar geleden ondertekenden de drie een onderling memorandum om de Europese integratieroute samen te doorlopen.

Sindsdien staan ze in Europese kringen bekend als het zogenaamde Associatietrio – niet toevallig kampen ze alle drie met Russische troepen op hun grondgebied. Onder impuls van de grootschalige Russische invasie in Oekraïne is dat proces voor de bewuste landen in een stroomversnelling geraakt. Want op 28 februari, vier dagen na het begin van de Russische inval, diende de bevoegde Oekraïense ambassadeur in Brussel een formele lidmaatschapsaanvraag in. Niet veel later deden ook Georgië en Moldavië hun brief op de bus. Voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen beloofde in die context dat ze versneld werk zou maken van een analyse over de paraatheid van de drie aspiranten.

Ruim twee weken geleden was het zover. De Commissie adviseerde om zowel Oekraïne als Moldavië de status van kandidaat-lidstaat te geven. Georgië moet het perspectief krijgen op kandidaat-lidmaatschap als het aan een aantal voorwaarden voldoet. Dat is een niet te onderschatten stap en legt de Unie in een fundamenteel andere plooi. Volgens de huidige meerjarenbegroting en Europese afspraken zouden lidstaten zoals Polen en Hongarije door de toetreding van Oekraïne plots meer moeten bijdragen aan de Europese pot dan dat ze krijgen. Bovendien betekent Oekraïens lidmaatschap dat er 40 miljoen Europese burgers bijkomen en dat de oostflank van de Europese Unie vanuit Slowakije met maar liefst 1.300 kilometer opschuift.

Na de grote uitbreidingsronde in 2004 is er in de Unie een zekere uitbreidingsmoeheid ontstaan.

Tegen kandidaat-lidmaatschap hebben de lidstaten momenteel nauwelijks nog bezwaren. Onder meer Hongaars premier Viktor Orbán, die het tijdens zijn verkiezingscampagne nog openlijk opnam tegen Zelensky, gaf eerder deze week al zijn fiat. Waarom? Oekraïne en Moldavië komen slechts in de wachtkamer terecht. De Commissie meent dat er in beide landen de afgelopen jaren enorm veel vooruitgang is geboekt, maar het echte werk moet nu nog beginnen. Zo moet Oekraïne de strijd tegen corruptie en de macht van de oligarchen opdrijven. Van Moldavië wordt ook verwacht dat het meer werk maakt van zijn strijd tegen georganiseerde criminaliteit en de bescherming van kwetsbare groepen.

Daarmee is de discussie niet beslecht. Sommige Oost-Europese landen willen dat Georgië – waar maandag nog tienduizenden mensen voor lidmaatschap demonstreerden – zoals Moldavië en Oekraïne worden behandeld. Maar daarover bestaat de vereiste unanimiteit niet. Bovendien wachten de Westelijke Balkanlanden al sinds 2003 op substantieel lidmaatschapsperspectief. Oostenrijk bijvoorbeeld wil niet dat de vijf zomaar worden voorbijgestoken en vraagt om kandidaat-lidmaatschap van Bosnië & Herzegovina – iets wat er niet doorkomt. Tussen Noord-Macedonië, kandidaat-lidstaat met wie de gesprekken nog niet begonnen zijn, en dwarsligger Bulgarije gaat het beter, maar daar is nu net de regering gevallen.

In België is men het kandidaat-lidmaatschap van Oekraïne en Moldavië voorzichtig genegen, net omdat lidmaatschap nog niet voor meteen is. Een van de zes prioriteiten van de Belgische nationale veiligheidsstrategie omvat net een doeltreffende werking van de Europese Unie. Na de grote uitbreidingsronde in 2004 is er in de Unie een zekere uitbreidingsmoeheid ontstaan. Het verklaart waarom het zogenaamde absorptiecriterium in 2006 aan de bestaande Europese toetredingsvoorwaarden werd toegevoegd. Dat bepaalt niet of de kandidaat-lidstaat, maar wel of de Europese Unie klaar is voor meer.

In verscheidene lidstaten leeft de vrees dat de Europese Unie nog minder dan vandaag doeltreffend besluiten kan nemen – zeker waar de lidstaten slechts met eenparigheid van stemmen een akkoord kunnen bereiken. Daarom blokkeerden onder meer Frans president Emmanuel Macron en Nederlands premier Mark Rutte in de herfst van 2019 de aanvang van de gesprekken met Albanië en Noord-Macedonië. Zeker die eerste maakt zich zorgen over het gewicht van Frankrijk in de Europese Unie en wil eerst interne hervormingen. Oekraïne en Moldavië, en zeker Georgië, moeten dus niet verwachten dat ze binnen afzienbare tijd de Europese club volledig zullen vervoegen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content