Nieuwe Duitse minister van Volksgezondheid: ‘Naar de gevangenis moet niemand’

Duits minister voor Volksgezondheid Karl Lauterbach (SPD) © iStock

Karl Lauterbach (58) is zowel de Duitse Frank Vandenbroucke als de Duitse Marc Van Ranst. De kersverse sociaaldemocratische minister van Volksgezondheid, die tijdens de pandemie niet van het tv-scherm weg te branden was, legt uit hoe hij een einde wil maken aan de corona-epidemie in Duitsland, waarom hij geen chaoot is en hoeveel talkshows hij in de toekomst zal bezoeken.

Mijnheer Lauterbach, stond U perplex toen u vorige weekend vernam dat u toch nog minister van Gezondheid zou worden?

Karl Lauterbach: Ik was gewoon blij. De opgave is groot. Maar ze is ook een geschenk.

Er wordt gezegd dat u op het einde zelf niet meer op een benoeming had gerekend. Hoe hebt u het klaar gespeeld om met een verse haarsnit op de inhuldiging van de nieuwe regering te verschijnen?

Lauterbach: Ik hoop dat mijn kapsel niet de indruk wekt dat ik snel een amateur in mijn woning heb geconsulteerd. Maakt u zich geen zorgen: ik was in professionele handen. Dat moest sowieso binnenkort gebeuren.

Ook in uw eigen partij, de SPD, luidde het meest gehoorde tegenargument voor u als minister: als specialist praat u met kennis van zaken, maar u bent geen manager. En dus ook geen leider van een groot huis zoals het ministerie van Gezondheid.

Lauterbach: Wie zoiets beweert, kent blijkbaar mijn vita niet. Ik beschik zeer zeker over managementervaring. Zelfs toen in nog tamelijk jong was, heb ik een nieuw instituut voor Gezondheidseconomie en klinische epidemiologie opgebouwd aan de universiteit van Keulen. Dat had ongeveer 50 medewerkers waaronder veel artsen. Ik heb studies georganiseerd waaraan honderden dokters in heel Europa hebben deelgenomen.

Het Ministerie van Gezondheid telt 750 medewerkers: wat stelt u in staat om een overheidsdienst van die omvang te leiden?

Lauterbach: Ik ken het Ministerie van Volksgezondheid zeer goed. In dat huis zat ik al einde van de jaren negentig als raadgever van de toenmalige minister Andrea Fischer. Later heb ik jarenlang Ulla Schmidt geadviseerd (minister van Volksgezondheid van 2001 – 2009, nvdr). Ik was lid van de raad van experten voor het ministerie van Volksgezondheid en heb veel wetten mee onderhandeld. Enkele mensen, die ik aan de universiteit heb opgeleid, werken nu in dat ministerie. Ik ken dat huis dus op zijn minst beter dan enkele anderen, vooraleer ze deze functie kregen.

Het valt nauwelijks te verhinderen dat de omikronvariant zich ook bij ons uitbreidt.

U geldt als eigenzinnig. Moet u nu leren taken beter te delegeren?

Lauterbach: Geen enkele minister kan werken zonder te delegeren. Dat geldt zeker in dit huis – met al de wetten en verordeningen die moeten uitgeschreven worden. Dan heb je goede juristen nodig. Ik delegeer graag.

U was lang als één-man-bedrijf onderweg, u coördineerde uw eigen afspraken quasi zelf per gsm, u had geen staf nodig.

Lauterbach: Die tijd is natuurlijk voorbij, dat lijdt geen twijfel. Een staf van goede medewerkers heb ik altijd gehad.

Hoeveel talkshows gaat u in de toekomst nog bezoeken?

Lauterbach: Ik zal minder frequent in talkshows zitten omdat ik nu een andere job heb. Toch wil ik het contact met het publiek behouden. In een gezondheidscrisis is het van belang de mensen mee te menen, is het van centraal belang dat de minister wetenschap en politiek omzet in dagdagelijkse taal. Daarom zal ik van elkaar verschillende formats gebruiken – ook talkshows.

U staat symbool voor de licht verstrooide professor, die bijwijlen ietwat chaotisch is.

Lauterbach: Wat krijgen we nu? Ben ik nu de verstrooide professor of degene, die alles zelf organiseert? Die vooroordelen gaan niet samen.

Bestaat er vijandigheid tegenover professoren in Duitsland?

Lauterbach: Ja, dat is mogelijk. En daarmee moet je dan leven. Ik vind dat op een kabinet mensen moeten zitten die weten om te springen met de problemen van hun tijd. Uitgerekend voor het ministerie van Gezondheid is het naar mijn mening beslissend dat het met wetenschappelijke vakkennis wordt geleid. We moeten het doorgeefluik tussen wetenschap en politiek verkleinen.

Tot dusver was u de vermaner, nu moet u zelf aan ’t werk. Vreest u dat u niet zal kunnen voldoen aan uw eigen eisen?

Lauterbach: Ik heb zeer zeker schrik, maar daarvoor niet.

Waarvoor vreest u dan wel?

Lauterbach: Dat doet hier niet ter zake. Ik zou meer dan ooit de wetenschap tot de basis van politieke besluitvorming willen maken. Daarvoor zal ik nauw met een netwerk van wetenschappers samenwerken, zodat ze nog een grotere rol in de politieke organisatie kunnen spelen.

Hoe wil u een op wetenschap gebaseerde koers samen met de liberale FDP volgen, een partij die zich tot dusver graag van de wetenschappelijke kennis emancipeerde?

Lauterbach: Mijn eerdere indruk uit gesprekken met Christian Lindner (vroegere voorzitter van liberale FDP, nu minister van Financiën in de regering Scholz) en Marco Buschmann (minister van Justitie in de regering Scholz, nvdr) is dat de FDP de pandemie gewoon wil stoppen. Dat wil ik ook, we hebben dus hetzelfde doel.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Waarom zat dan het eerste ontwerp van de beschermingswet tegen infectie van de nieuwe coalitie er zo grondig naast?

Lauterbach: Zo verschrikkelijk fout was het niet. Maar in de politiek is het zoals overal in het leven. Alles is overtuigingswerk op basis van goede argumenten. En zo is ons ontwerp met de tijd steeds beter geworden. Het vormt een goede basis om de volgende weken goed door te komen.

U beschrijft het minder scherp dan de toestand werkelijk was. De FDP wou categorisch uitsluiten dat er mogelijks een lockdown voor heel het land zou komen.

Lauterbach: … en op het einde heeft het goede argument gewonnen. Wanneer de situatie het eist, kan het parlement het openbare leven nog verder stilleggen. Ik zeg niet dat ik dat wens. Maar mocht het nodig zijn, dan zal ik dat ook voorstellen aan de Bondsdag. En ik ben zeker dat de afgevaardigden zich zullen gedragen zoals de situatie dat vraagt.

Vanaf midden maart moet er een vaccinatieplicht gelden voor rechtstreeks betrokken sectoren. Dat is echter te laat voor de vierde golf.

Lauterbach: Vanaf midden maart wordt de vaccinatieplicht gecontroleerd. Dat betekent: gevaccineerd wordt er voordien. Maar u hebt wel gelijk – hoe sneller de mensen zich laten vaccineren, des te sneller is er gebeurd wat dient te gebeuren. Ik wil mij ervoor inzetten dat zoveel mogelijk mensen zich laten vaccineren op een erg korte tijd. Het moet lukken om de betrokkenen aan te moedigen, op hun eergevoel te werken om de afspraken na te komen.

Geldt dat ook voor crèches?

Lauterbach: Ja, ik ben een overtuigde pleitbezorger voor de vaccinatieplicht voor opvoeders. Gelet op de huidige stand van zaken zijn kinderen veel meer vatbaar voor de omikron- dan voor de vroegere varianten. Ze raken vaker besmet en worden zwaarder ziek.

Betekent dat ook dat vaccinaties voor kinderen aan belang winnen?

Lauterbach: Ja. Veel pleit voor de vaccinatie van kinderen. Voor hen is niet de vaccinatie het gevaar, wel ziek vallen ten gevolge van covid. Bijwerkingen van de inenting zijn extreem raar. De gegevens uit de Verenigde Staten voor vijf miljoen gevaccineerde vijf- tot elfjarigen zijn zeer overtuigend. Hoewel precies gelet werd op mogelijke complicaties zoals ontsteking van de hartspier, heeft zich geen enkel geval voorgedaan. De Stiko (de permanente vaccinatiecommissie, nvdr) finaliseert op dit ogenblik haar aanbevelingen.

U zal in uw beslissingen dus verder rekening houden met de aanbevelingen van de Stiko, om het even hoeveel tijd ze nodig heeft om tot die aanbevelingen te komen?

Lauterbach: We zullen in elk geval gesprekken voeren over de snelheid van de Stiko. Dat moet beter. Maar wat duidelijk moet zijn: ook al leidt een wetenschapper het ministerie, de Stiko kan onafhankelijk – zonder enige invloed en druk van de kant van het ministerie – haar werk doen. Ik ben politicus en minister en heb geen aanbevelingen te doen. De Stiko moet volledig vrij zijn in haar besluitvorming.

Bent u tevreden met het werk van de Stiko?

Lauterbach: In elk geval heeft ze meer personeel nodig. En ik zal ervoor zorgen dat ze die krijgt.

Ten laatste in het voorjaar zou er een algemene vaccinatieplicht komen. Tegen die tijd zullen de besmettingscijfers weer lager liggen. Valt er dan nog een meerderheid voor de vaccinatieplicht te vinden?

Lauterbach: Het valt nauwelijks te verhinderen dat de omikronvariant zich ook bij ons uitbreidt. De analyses van experten zoals Sandra Ciesek (professor en virologe aan het universitair ziekenhuis in Frankfurt am Main, nvdr) en anderen wijzen allemaal in dezelfde richting: met twee vaccinaties hebben we een zeer beperkte bescherming tegen infecties, na een aantal maanden is er misschien geen meer. Dan zouden de niet-gevaccineerden en de mensen die geen booster hebben gekregen opnieuw het risico lopen besmet te raken. Waarschijnlijk blijft de bescherming tegen een zwaar ziekteverloop functioneren. Daarom hebben we absoluut de vaccinatieplicht nodig. Dat is de eerste van twee wegen die ons uit de crisis kunnen leiden. De tweede is een succesvolle boostercampagne. Precies bij de omikronvariante zou de boostervaccinatie bijzonder belangrijk kunnen zijn.

Wat zou u bij het boosteren beter doen dan uw voorganger?

Lauterbach: Jens Spahn heeft goed werk geleverd. Dat blijkt uit het succes van de boostervaccinaties. Maar in mijn nieuwe rol als minister van Gezondheid zal ik me rechtstreeks tot de bevolking richten en zal daarvoor ook beroep doen op dokters en wetenschapslui, mannelijk en vrouwelijk.

Wat betekent dat: zich tot de mensen richten?

Lauterbach: We moeten hen rechtstreeks kunnen bereiken. Advertenties in de krant zijn in elk geval onvoldoende.

Hebt u een toespraak over de stand van zaken van de republiek voor ogen? Na Tagesschau (Nieuws op ARD, nvdr)?

Lauterbach: Ik zal verschillende vormen gebruiken.

Hoe bereikt u daarmee de mensen die niet vatbaar zijn voor medische argumenten?

Lauterbach: Ik moet eerst de vele mensen op de hand krijgen die geloven: ik ben al twee keer gevaccineerd, alles is in orde. Hen moet ik zeggen dat het niet zo is, dat ze zich moeten laten boosteren. Een derde prik is geen luxe, pas na drie keer ben je volledig gevaccineerd.

Volgens het vaccinatiecertificaat in de corona-warn-app ben je na twee vaccinaties een volledig jaar beschermd.

Lauterbach: Dat is medisch niet langer houdbaar.

Hoe bereik je vervolgens de anderen?

Lauterbach: Wie niet kan overtuigd worden met medische argumenten, wordt het doel van de verplichte vaccinatie.

Wat gebeurt er wanneer mensen zich aan die plicht onttrekken? Denkt u aan hoge boetes, aan gevangenisstraf?

Lauterbach: Nee, niemand moet naar de gevangenis. Maar het opleggen van geldboetes is onvermijdelijk.

Over welk bedrag spreken we?

Lauterbach: Men moet met psychologen en economen praten, zij weten welke strafmaat het gewenste effect sorteert.

Wat gebeurt er wanneer iemand niet betaalt?

Lauterbach: Dan moet de boete fors de hoogte in. Maar ik ben ervan overtuigd dat we alleen al met de aankondiging van de algemene vaccinatieplicht zeer veel mensen zullen bereiken.

Wat moet er op lange termijn in de ziekenhuizen veranderen om beter uitgerust te zijn voor zulke crisissen?

Lauterbach: De SPD heeft al in de vorige regering voor elkaar gebracht dat de zorg uit de “Fallpauschalen” (vergoeding van medische prestatie per behandeling, nvdr) verdween. Wanneer een ziekenhuis extra zorgpersoneel tewerk stelt, gaat dat niet ten koste van de boekhouding van het ziekenhuis maar van de ziekenkassen. Dat is allemaal nog niet optimaal omgezet, dat zullen we veranderen.

Dat zal denkelijk niet voldoende zijn.

Lauterbach: Nee, we moeten bij het verplegend personeel economische stimulansen creëren om het beroep attractiever te maken. Ik kan me voorstellen dat zon- en feestdagen voor deze belangrijke beroepen volledig belastingvrij verloond worden.

Beieren stelt voor om de salarissen van de verpleging op intensieve te verdubbelen.

Lauterbach: Dan zou er een grote loonkloof ontstaan tussen verpleegkundigen op intensieve en de andere afdelingen. Dat kan je moeilijk verdedigen. Het voorstel klinkt beter dan het is.

Voor Kerstmis vragen veel ouders zich af of hun kind echt tot 23 december naar school moet om dan op kerstavond met de grootouders voor de boom te zitten.

Lauterbach: Belangrijk is dat de kinderen in de scholen principieel een masker dragen en getest worden. Persoonlijk beveel ik aan om dagelijks te testen, in elk geval de vijf dagen voor het vertrek naar oma en opa.

Een half jaar geleden hebt u een ander advies gegeven: doe de scholen een week voor Kerstmis toch dicht.

Lauterbach: Dat is juist, maar dat is niet het standpunt van de Kultusministerkonferenz (vergadering van de ministers van onderwijs van de deelstaten, nvdr).

Waarom zegt u niet: het dagelijks testen aan de scholen moet verplicht worden?

Lauterbach: Ik ben geen minister van Onderwijs.

Maar wel de minister van Gezondheid die verantwoordelijk is voor het bestrijden van de pandemie.

Lauterbach: Daarom adviseer ik om het dragen van mondmaskers in het onderwijs te verplichten. En wanneer het mogelijk is dagelijks te testen. Zo kunnen de scholen open blijven, ook in de winter, ook met stijgende besmettingscijfers.

Houdt het u niet bezig dat u zich niet zal kunnen doorzetten met al die door elkaar lopende bevoegdheden tussen de ministeries, tussen bond en deelstaten met hun belangrijke aspiraties en bevindingen?

Lauterbach: Nee, ik probeer in het kabinet, in de vergaderingen van de ministers van Gezondheid of van de minister-presidenten van de deelstaten, de deelnemers te overtuigen van wat ons op dit ogenblik wetenschappelijk gezien het meest helpt. Wanneer hier en daar iets niet functioneert, moet ik daarmee leven.

Vertaald uit Der Spiegel door Wim Vermeylen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content