Lokale verkiezingen: hoe Macron van Marseille een testcase maakt

Yvon Berland. President Macron bemoeide zich vanuit het Elysée rechtstreeks met de zoektocht naar een burgemeester. © Belga Image

Na decennia van wanbeheer staat Marseille voor belangrijke lokale verkiezingen. Zelfs president Macron bemoeit zich met de zaak. Jan Goossens, ex-KVS, maakt de balans op van de stad waar hij sinds 2016 artistiek directeur van het Festival is.

In maart trekken de Fransen naar de stembus voor lokale verkiezingen. Voor president Emmanuel Macron wordt het een cruciaal moment: het biedt hem de gelegenheid zijn macht plaatselijk te verankeren, wat een belangrijke opstap kan zijn naar zijn herverkiezing in 2022. In veel grote steden vechten monstres sacrés van de Franse politiek voor een nieuw mandaat, tegen nieuwlichters van La République en Marche (LaREM): Annie Hidalgo in Parijs, of Martine Aubry in Rijsel. In Marseille, de tweede stad van Frankrijk, is het nu al duidelijk dat er een nieuwe tijd aanbreekt: Jean-Claude Gaudin, 80 jaar en aan de macht sinds 1995, stopt ermee. Maar wordt het meer van hetzelfde, of komt er een echte ommekeer?

Système G

Gaudin is de derde telg van wat lokaal het ‘Système G’ wordt genoemd, na Gaston Defferre, burgemeester van 1953 tot aan zijn dood in 1986, en Jean-Noël Guerini, die meer dan tien jaar lang het departement Bouches du Rhône in handen had. Defferre en ook Guerini, tegen wie nu tal van gerechtelijke onderzoeken lopen, waren socialisten, in tegenstelling tot de ‘Républicain’ Gaudin. Maar in Marseille maakt dat niet per se veel uit. Een voorname collega uit de culturele wereld legde me het zo uit: ‘In welke wijk je woont en tot welke gemeenschap je behoort (autochtonen, Italianen, Corsicanen, Armeniërs of Algerijnen), of je katholiek, vrijmetselaar, jood of moslim bent, en of je deel uitmaakt van of verbonden bent met een van de “grote families” van de stad, meestal advocaten of dokters: dat is hier veel belangrijker dan een partijkaart.’

Jan Goossens
Jan Goossens© belga

In die context perfectioneerden Gaston, Guerini en Gaudin een politiek model waarvan cliëntelisme, een web van aanhorigheden en obediënties, en het gewicht van traditie en familie de hoofdingrediënten zijn – veel meer dan ideologie, algemeen belang en gedeelde stedelijke projecten op lange termijn. Een lucratieve business, maar dan slechts voor ongeveer 20 procent van de bevolking, en dat al vele decennia lang. Woon je in de Quartiers Nord of Est, in de wijken Noailles of Belsunce in het multiculturele en verpauperde hypercentrum van Marseille? Ben je moslim en heb je geen juristen of chirurgen in de familie? Dan heb je pech. Opwaartse sociale mobiliteit vergt dan veel inspanning en geluk, zonder garanties. De alternatieven zijn schaars maar populair. Ga je in de drugshandel, dan zie je je inkomsten exponentieel stijgen – alleen al in La Castellane, waar voetbalster Zinédine Zidane opgroeide, loopt de jaarlijkse omzet in de tientallen miljoenen. Nadeel is dan weer dat je levensverwachting met 50 jaar daalt. Raak je in het eerste elftal van de immens populaire voetbalclub Olympique de Marseille, dan ben je op slag multimiljonair. Maar er zijn natuurlijk maar elf plaatsen beschikbaar. Beroepspoliticus worden, is een derde optie.

‘Façade voor een ruïne’

Het Festival de Marseille, dat jaarlijks plaatsvindt in juni en juli en dat ik leid sinds 2016, bestaat ondertussen een kwarteeuw en is verbonden met het stadhuis. En dus met het bewind en het electoraat van Gaudin, beroepspoliticus bij uitstek. Het moet gezegd: zij legden mij tot nu toe weinig in de weg, al transformeerde ik ‘hun’ festival op eerder radicale wijze. In plaats van alleen maar dans doen we nu ook theater, film, tentoonstellingen en veel muziek. We tonen niet alleen veilige succesvoorstellingen maar ook veel creaties. Vooral de band met de stad en met de wereld rondom Marseille werd geherdefinieerd: er zijn veel stadsprojecten met zeer diverse inwoners uit alle wijken van de stad, veel samenwerkingen met artiesten uit het Middellandse Zeegebied, Afrika, en de ‘Global South’.

Gaudin liet begaan, op wat gemor uit zijn entourage na. Als christendemocraat weet hij dat de tweede stad van Frankrijk, culturele hoofdstad van Europa in 2013, cultuur nodig heeft. En dat zoiets investeringen en artistieke vrijheid vereist, zonder dat er daarom een grote visie is – maar daar komt de culturele sector dan ten dele zelf wel mee aanzetten. Maar die laisser-faire-attitude werkt verre van altijd, en sinds een goed jaar betaalt de afscheidnemende burgemeester voor dat gebrek aan visie en beleid een hoge prijs, die zijn hele erfenis onderuithaalt. Tot begin 2018 had hij zich het einde van zijn bewind zonder twijfel anders voorgesteld: bij onze laatste ontmoeting in zijn bureau in de Vieux Port van Marseille leek hij nog te overwegen om voor een vijfde mandaat te gaan. Alles ging goed volgens hem, al wezen medewerkers van onder andere de prefectuur, de vertegenwoordiging van de nationale overheid in Marseille, al jarenlang op het schuldig verzuim van de heersende klasse: ‘De façade van de Vieux Port blinkt, maar daarachter is de stad een ruïne.’

Verkrotting in de wijk Noailles Bij een instorting vielen acht doden.
Verkrotting in de wijk Noailles Bij een instorting vielen acht doden.© Belga Image

Op 5 november 2018 zetten twee compleet verkrotte huizen in de symbolisch belangrijke rue d’Aubagne, in de wijk Noailles, de woorden vanuit de prefectuur kracht bij: om 9.00 uur op een maandagochtend stortten ze in, acht inwoners lieten onder het puin het leven. Gaudins eerste reactie deed de boel helemaal ontploffen: het lag aan de overvloedige regen. In de wekelijkse protestbetogingen die daarop volgden, leidde het tot een populaire slogan: ‘Gaudin: 23 jaar dat hij op ons pist, en nu zegt hij dat het de regen is.’ Enkele duizenden andere inwoners werden de volgende dagen geëvacueerd uit even wankele woningen, en konden tot op vandaag niet terugkeren. Tal van rapporten van experts waarschuwden hier jarenlang voor, maar er gebeurde niks. Verkrotting is het beste recept voor de verjaging van de armen, en vervolgens voor gentrificatie.

Het tijdperk-Gaudin was voorgoed voorbij, en de klap van 5 november 2018 zindert nog altijd na. Herdenkingsmarsen en hommages volgen elkaar op, maar vooral veel bewonerscollectieven zagen het licht en bepalen mee het politieke klimaat in de stad – én van de komende verkiezingen.

Marseille-bashing

In de week van 5 november 2019, net een jaar na ‘rue d’Aubagne’, kwam er een tweede genadeslag bovenop: een rapport van het regionale Rekenhof maakte brandhout van het bijna voorbije tijdperk. De verwijten waren heftig: corruptie, wanbeleid en incompetentie leidden de vorige decennia tot een stadsschuld die per inwoner het dubbele bedraagt van iedere andere Franse stad. Banvloeken en verdachtmakingen vanuit het stadhuis werden op het Rekenhof afgevuurd, maar voorzitter Nacer Meddah hield op een persconferentie eind november voet bij stuk: ‘Ik verzeker u, u bevindt zich hier niet op het hoofdkwartier van een bende complottisten. De enige vlag die hier hangt, is de nationale driekleur, die van de Republiek.’

Alles wat uit de mond van mensen als Nacer Meddah of cultjournalist Philippe Pujol komt, is voor de heersende klasse een vorm van ‘Marseille-bashing’. Pujol heeft twee beruchte boeken op zijn actief. Eerst La Fabrique du Monstre uit 2016, een bestseller waarvoor hij ondergronds ging in de Quartiers Nord van Marseille en in kaart bracht hoe de lokale jongeren massaal voor de drugshandel kozen, omdat er letterlijk géén alternatief is. En zopas verscheen La Chute du Monstre waarin hij een jaar na ‘rue d’Aubagne’ en luttele maanden voor de verkiezingen een keiharde balans opmaakt van ‘zijn’ stad. De analyses en het discours van Pujol afdoen als ‘Marseille-bashing’ is echter veel te makkelijk en naast de kwestie.

Jongeren gaan massaal in de drugshandel omdat er letterlijk géén alternatief is.

Pujol is een rasechte Marseillais en zoals zovele anderen ziet hij het enorme potentieel van zijn stad. Marseille heeft veel om een ‘Miami van de Middellandse Zee’ te worden. Niet het clichébeeld van Miami, wel de realiteit van een multiculturele wereldstad die, zoals Miami voor Latijns-Amerika, dé culturele en politiek-economische referentieplek zou kunnen zijn voor alle mediterrane landen én de Franse overzeese gebieden. Op bevolkingsvlak zijn die sowieso al nauw verbonden met Marseille: in Algiers noemt men Marseille lichtjes snoevend ‘de annex’, en ook in Tunis, Alexandrië en Beiroet verwijst men vaker naar Marseille dan naar Parijs. En 10 procent van de bevolking van Marseille is van joodse origine. Dan zwijgen we nog over de andere gemeenschappen uit de ‘Global South’, die in Marseille vaak talrijker aanwezig zijn dan op het eigen grondgebied. De Comorezen, bijvoorbeeld, afkomstig van een eilandengroep in de Indische Oceaan tussen Mozambique en Madagascar, een voormalige kolonie. Ze spreken Swahili, zijn veelal moslim, ze noemen Marseille zonder enige overdrijving ‘onze echte hoofdstad’.

Op het stadhuis, in de gemeenteraad, de economische wereld of de culturele instellingen van Marseille is van dat reële cosmopolitisme veel te weinig te merken. Ook dat is de inzet van de verkiezingen. De uitdagingen op het vlak van onderwijs, sociale gelijkheid en de ecologische transitie zijn enorm. Maar zolang de reële en symbolische machtscentra van de stad haar gemengde realiteit niet veel meer weerspiegelen, zal er op geen enkel vlak veel veranderen. De eerste belangrijke stappen zijn gezet. Zo bouwt de enorme Universiteit van Marseille en Aix-en-Provence bruggen met het Middellandse Zeegebied. In de culturele wereld trachten musea als het MuCem, of het Festival de Marseille, grenzen te verleggen. Jonge sociale ondernemers en stadsactivisten van uiteenlopende afkomst zetten fantastische start-ups en burgerinitiatieven op poten. En er is een groeiende gemeenschap van overtuigde expats die een stem in het publieke debat opeisen.

Vraag is of dat nu ook electoraal iets zal veranderen. Cruciaal wordt daarbij dat er meer mensen gaan stemmen. Op een stad van een klein miljoen inwoners, met ongeveer de helft stemgerechtigden, gingen er de voorbije jaren niet eens 300.000 naar de stembus. Gaudin werd in 2014 herkozen met minder dan 100.000 stemmen. In de Quartiers Nord wordt massaal niet gestemd. Dat verklaart mee hoe een in wezen populaire en vroeger links stemmende stad, waar Jean-Luc Mélenchon in 2017 in bepaalde wijken nog altijd meer dan 40 procent van de stemmen behaalde, vandaag een ‘extreemrechts’ imago heeft. Het heeft iets pervers. De meer dan 50.000 supporters die bij iedere thuismatch van ‘L’OM’ zitten, nemen publiek vaak uitgesproken antiracistische standpunten in, en rolden begin november nog enorme solidariteitsspandoeken met daarop ‘Rue d’Aubagne’ uit. Grote populaire artiesten uit de stad, zoals de Comorese rapper Soprano, de hiphopiconen uit de jaren negentig van IAM en de briljante filmmaker Robert Guediguian: het zijn allemaal linkse, zelfs communistische figuren, maar ze hebben ook echt een massale en diverse aanhang. En toch lijkt het dat Marseille vandaag massaal achter het Rassemblement National, het oude Front National, aanloopt.

Verkrotting is het beste recept voor de verjaging van de armen, en vervolgens voor gentrificatie.

Kingmaker Macron

Wie uiteindelijk ook wint, Macron en La République en Marche zouden na de eerste ronde half maart wel eens in het midden van het bed kunnen belanden. Er is een grote kans dat het Rassemblement National op kop eindigt, maar local hero Stephane Ravier mist charisma en visie om het echt te kunnen halen. De gedoodverfde opvolgster van Gaudin is de ‘republikeinse’ Martine Vassal, vandaag al een machtige vrouw die aan het hoofd van het Departement en de Metropool Aix-Marseille staat, en die er sinds twee jaar niet voor terugschrikt permanent campagne te voeren met belastinggeld. Zij neemt nu en dan dubbelzinnig afstand van de oude en besmeurde burgemeester, maar heeft duidelijk maar één missie: het Système G actualiseren en overeind houden. Ter linkerzijde is een gedeeltelijke hergroepering bezig, waarin wat er overblijft van de PS, de communisten, La France Insoumise en de vele bewonerscollectieven elkaar vinden, onder het veelbelovende label Le Printemps Marseillais. Daar komt veel heibel bij kijken, en een deel van de ecologisten besliste in oktober alsnog op eigen kracht naar de stembus te trekken. Maar begin januari werd dan toch de 60-jarige Michèle Rubirola als lijsttrekster aangewezen : vrouw, groen, arts in het Hôpital Nord. De eerste reacties en peilingen geven aan dat zij een goede keuze kan zijn.

Rest dan nog La République en Marche. Bezieler Emmanuel Macron is een zelfverklaarde Marseille-fan, hij supportert voor ‘L’OM’ en gaat geregeld op vakantie in de stad. In juni 2019 kwam hij een avond dineren in Marseille met enkele sleutelfiguren en met één boodschap: ik wil Marseille winnen, zoek mij een geschikte kandidaat. Na maanden van palaveren werd het een figuur uit de civiele samenleving: Yvon Berland, 68 jaar, voormalig voorzitter van de universiteit, centrumfiguur, bruggenbouwer, manager en technocraat, voor velen ‘aanvaardbaar’. Maar laat hij voldoende dromen en kan hij de ‘verandering’ incarneren, na decennia van wanbeleid die tot een algemeen ras le bol hebben geleid? De aanpak van Macron heeft ook in Marseille een gevaarlijk top-downgehalte: de president bemoeide zich vanuit het Elysée rechtstreeks met de zoektocht naar en de aanwijzing van Berland.

Het neemt niet weg dat de macronisten half maart de sleutels voor een grote ‘progressieve’ alliantie in handen zouden kunnen hebben, over de partijgrenzen heen. Zonder die alliantie stevenen we wellicht af op wat een lokale spindoctor noemt: ‘een koers onder dwergen waarbij rechts of extreemrechts uiteindelijk wint.’ Een positief teken in het Macronkamp is dat Saïd Ahamada, nationaal parlementslid van LaREM en Comorees uit de verpauperde cité van Felix Pyat, zich aan de zijde van Berland heeft geschaard. Hun duo overstijgt enkele schijnbaar onverzoenlijke tegenstellingen: Quartiers Nord versus Quartiers Sud, de conventionele Franse burgerman Yvon versus de praktiserende moslim Saïd. Maar de eerste peilingen wijzen er niet op dat ze meer dan ‘kingmaker’ zullen zijn. Rubirola van de Printemps Marseillais kreeg zonder enige campagne dubbel zoveel steun als Berland: 16 procent en de derde plaats, na Vassal en Ravier, maar met een groter alliantiepotentieel dan beiden. Kantelt Marseille na zo veel decennia toch weer naar links ?

De verkiezingen in Marseille zouden van symbolisch belang voor heel Frankrijk kunnen worden. En misschien bieden ze Macron ook een laatste gelegenheid om zijn imago van ‘president van de rijken’ enigszins te nuanceren – hij kreeg na de crisis van de gele hesjes nu ook een zelden geziene stakingsgolf over zich heen vanwege zijn pensioenhervorming. Weet hij in Marseille nieuwe allianties te smeden die het uitgeholde Système G kunnen doorbreken? Of bevestigt hij dat hij gewoon een volgende rechtse president is, moderner dan Jacques Chirac en sluwer dan Nicolas Sarkozy, en depanneert hij in de tweede ronde de rechtse kandidate en Gaudin-opvolgster Martine Vassal?

Meer nog dan in Parijs (waar twee macronistische kandidaten elkaar beconcurreren en Annie Hidalgo daar mogelijk van profiteert) of in Lyon (waar de oude vos Gérard Collomb als voormalige PS’er en huidig macronist alles wel bij het oude zal laten) is het in Marseille dat duidelijk kan worden in welke richting Frankrijk de volgende jaren evolueert. Naar een gevaarlijke en exclusieve keuze tussen rechts en extreemrechts, zoals de voorbije jaren te vaak het geval leek te zijn? Of naar andere, waardige, gedeelde en door de samenleving mee gedragen alternatieven voor een voorbijgestreefde particratie?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content