Het verdrag van de Europese Unie aanpassen? Makkelijker gezegd dan gedaan

Kan Europees Parlementslid Guy Verhofstadt Raadvoorzitter Charles Michel van een verdragswijziging overtuigen?
Kamiel Vermeylen

De Europese Unie denkt na over een omstreden verdragswijziging. De verdeeldheid is groot.

‘Binnenkort, binnen een paar jaar, gaat dat allemaal nog langer duren, want dat heb je er dertig te verwelkomen in plaats van vijftien’, grapt de liberale premier Guy Verhofstadt aan gastheer Koning Albert. We zijn december 2001. In het Kasteel van Laken verwelkomt het Belgisch staatshoofd de kopstukken van de vijftien landen van de Europese Unie. De afgevaardigden van de tien kandidaat-lidstaten mogen even verderop mee op de traditionele familiefoto in de Koninklijke Serres. ‘Misschien vindt het met dertig toch beter niet meer in Laken plaats’, antwoordt een grijnzende Koning Albert aan Verhofstadt.

Terwijl in Brussel tachtigduizend demonstranten uit heel Europa tegen onder meer de globalisering en een Europees leger protesteren, discussiëren de hoogwaardigheidsbekleders over de toekomst van het Europese project. Er heerst verdeeldheid. Hoe moet de Unie zich institutioneel voorbereiden op de komst van de Oost-Europese nieuwkomers? De stichtende landen van de Unie willen vooruit, andere tonen zich voorzichtiger. In de Verklaring van Laken komt men uiteindelijk overeen dat de Unie kortweg democratischer en sterker moet dan op dat moment het geval is. Met andere woorden kunnen de lidstaten nog geen jaar na het teleurstellende Verdrag van Nice  opnieuw aan de bak.

Daarom wordt er onder leiding van voormalig Frans president Valéry Giscard D’Estaing, bijgestaan door Verhofstadts voorganger Jean-Luc Dehaene, een Europese Conventie in het leven geroepen – een noodzakelijke stap om de Europese verdragen te veranderen. Na een reeks tussenstappen leidt de Conventie uiteindelijk tot de door de Nederlandse en de Franse bevolking afgewezen Europese grondwet. Maar een dode muis baart de topontmoeting in Laken niet: na een moeilijk proces van zes jaar wordt in 2007 het invloedrijke Verdrag van Lissabon wél goedgekeurd – en dat bevat heel wat elementen van die afgewezen Europese grondwet.

Massagewerk

Ruim twintig jaar na het onderonsje in Brussel bevindt de Europese Unie zich opnieuw op een Laken-moment. De Conferentie voor de Toekomst van Europa, een 800-koppige burgerbevraging die onder meer door de pandemie en de oorlog in Oekraïne onder de radar bleef, is sinds enkele weken afgerond. Van de 178 voorstellen vereisen er enkele een verdragswijziging – denk maar aan transnationale kieslijsten of gemakkelijkere besluitvorming op vlak van defensieaangelegenheden. Momenteel bestuderen zowel de Europese Commissie als het Europees Parlement welke elementen er precies zo’n aanpassing nodig hebben.

Wil men het tot een nieuwe Europese Conventie schoppen, dan is er onder de 27 lidstaten een eenvoudige meerderheid nodig. Maar net als in 2001 bestaat er een flinke brok verdeeldheid over waar het met de Europese Unie precies naartoe moet. Ruim drie weken geleden stuurden dertien landen, voornamelijk de Noord- en Zuid(oost)-Europese lidstaten, een gezamenlijke brief rond. Daarin benadrukten ze dat een verdragswijziging volgens hen niet aan de orde is. ‘We hebben reeds een Unie die functioneert’, klinkt het. Hongarije, dat een verdragswijziging evenmin genegen is, stond niet mee op het papier. Slovenië daarentegen kent intussen wel een pro-Europese regering.

Dat ziet niet iedereen zitten. In reactie op de dertien lidstaten zeiden België, Nederland, Duitsland, Luxemburg, Italië en Spanje voorzichtig dat ze wél voor een verdragswijziging zijn. ‘We staan in principe open voor aanpassingen die samen gedefinieerd worden’, luidt het. Van Frankrijk, dat als roterend voorzitter van de lidstaten voorlopig neutraal blijft, is ook geweten dat het voorstander is. Opgeteld zijn de zeven goed voor meer dan de helft van de Europese bevolking, maar redden doen ze het daar niet mee. ‘De kaarten liggen niet goed’, merkt een Europese diplomaat op. ‘Er zal de komende maanden veel massagewerk nodig zijn.’

Afschrikken

In het Europees Parlement wil men daar niet op wachten. Het Franse voorzitterschap loopt af, de urgentie over de Oekraïneoorlog daalt en de volgende Europese verkiezingen komen eraan. Daarom werkt het Constitutioneel Comité van het Europees Parlement aan een rapport om een verdragswijziging kracht bij te zetten. De plenaire vergadering van het halfrond streeft op korte termijn naar een meer algemene resolutie die de druk op de staatshoofden en regeringsleiders tegen de top van eind juni moet verhogen. Vandaag, zaterdag, discussiëren de verschillende fracties, donderdag volgt naar alle waarschijnlijkheid de stemming.

Maar over het af te leggen pad bestaat discussie. De Europese sociaaldemocraten willen sociale garanties en volksgezondheidsaangelegenheden in het verdrag inkapselen, de groenen kijken naar klimaatkwesties en het respect voor de rechtsstaat. De liberalen en christendemocraten stellen de tactiek van hun concullega’s in vraag. Omdat bepaalde lidstaten nu al op de rem trappen, vinden Verhofstadt en co. het niet gepast om het gaspedaal in te duwen. ‘Dat zou de reeds sceptische landen nog meer afschrikken. Het is beter om de Conventie een beperkt en concreet mandaat te geven. Anders komt er niets van in huis’, klinkt het.

Het beloven nog aartsmoeilijke discussies te worden tegen de achtergrond van de Oekraïneoorlog. Sommige landen willen de unanimiteitsregel onder lidstaten voor buitenlandse aangelegenheden vervangen door een soepeler regime. Zo moet in de toekomst vermeden worden dat één lidstaat – denk maar aan Hongarije bij het Europese olie-embargo tegen Rusland – de boel blokkeren kan. Dat gaat voor sommige lidstaten uit soevereiniteitsgronden veel te ver. In Oost-Europa gaan er dan weer stemmen op om het toetredingsmechanisme te versoepelen zodat Oekraïne sneller kan toetreden dan momenteel in het verschiet ligt. Maar op dat vlak trappen West-Europese landen, waaronder België, op de rem.

In de eerste helft van 2024 bekleedt België het roterende voorzitterschap van de Europese lidstaten. Het is niet geheel ondenkbaar dat ons land eventuele verdragswijzigingen vanuit de cockpit zal vormgeven. Dertig lidstaten in het Kasteel van Laken is daarentegen een pak minder waarschijnlijk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content