Het Griekse mirakel: de economie leeft weer, met dank aan de loterij
De vroegere probleemstaat Griekenland is economisch helemaal overeind gekrabbeld. Op de financiële markten gelden Griekse waardepapieren zelfs opnieuw als een aantrekkelijke optie. Hoe is dat gebeurd?
Griekenland was jarenlang het grootste zorgenkind van de eurozone: zware, hoog oplopende schulden, hoge werkloosheid, corruptie, nul kredietwaardigheid. Een hele tijd leek het erop dat het land uit de eurozone zou gegooid worden. De Europese lidstaten, twee Europese reddingsfondsen (EFSF en ESM) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) moesten het land voor het faillissement behoeden met ongeveer 280 miljard euro aan noodkredieten, waarborgen en andere hulp.
Ondertussen is de situatie duidelijk verbeterd – ook drastische hervormingen hebben daartoe bijgedragen. De politieke situatie heeft zich gestabiliseerd na de recente verkiezingsoverwinning van premier Kyriakos Mitsotakis. De schuldenlast is gezakt van 212 procent van het bbp in 2020 naar de huidige 166 procent, vooral ook omdat de economische activiteit bloeit. Want wanneer het bbp groeit, wordt de relatieve schuldenlast automatisch kleiner. De jeugdwerkloosheid is nog altijd hoog, maar in totaal is nog maar 11,1% van de Grieken werkloos.
De economische wederopstanding weerspiegelt zich op de financiële markten. De index van de Atheense beurs is sinds het begin van het jaar met maar liefst 35 procent gestegen en is intussen een van de meest aantrekkelijke plekken op de aandelenmarkt. Ook op de obligatiemarkt zou Griekenland een spectaculaire comeback kunnen maken als de ratingagentschappen Moody’s, Standard & Poor’s en Fitch het land opnieuw als kredietwaardig classificeren, zoals de meeste andere eurolanden intussen al doen.
Griekenland is dus terug. Hoe heeft het land dat klaargespeeld? Die vraag leggen we voor aan analist en Griekenlandspecialist Florian Buckenleib van de Duitse Landesbank.
Wat hebben de Grieken de jongste jaren goed gedaan?
Buckenleib: Athene heeft in alle stilte hervormingen doorgevoerd, de economie gestimuleerd, een gevecht tegen de zwarte markt geleverd en het belastingwezen hervormd. Mede dankzij de recente ondersteuning van de Europese Centrale Bank zijn de fundamentele economische waarden aanzienlijk verbeterd en bevindt het land zich stilaan weer waar het zich voor de financiële crisisbevond. Dat is de beleggers op de kapitaalmarkt niet ontgaan. Ze kopen opnieuw Griekse aandelen en obligaties. Ondanks de stijging van de rente sinds 2022 kan de Griekse regering oude obligaties met een hoge rente vervangen door nieuwe waardepapieren met een minder hoge rente.
Kunt u voorbeelden van zulke geslaagde hervormingen geven?
Buckenleib: Het justitieapparaat is efficiënter dan vroeger, faillissementen worden sneller afgewikkeld, het onderwijssysteem is verbeterd. En Griekenland voert zijn huiswerk uit zoals de Europese Commissie dat heeft opgelegd, zodat het land de toegezegde 30 miljard euro uit het “Next Generation”-hulpfonds ontvangt – wat goed is voor ongeveer 15 procent van het Griekse bbp van 2022. Dat is relatief gezien meer dan om het even welk ander land. Dat zijn allemaal positieve signalen. Maar bijna nog belangrijker is iets anders.
Wat dan?
Buckenleib: Politieke stabiliteit. Premier Kyriakos Mitsotakis regeert sinds 2019 en heeft recent de verkiezingen gewonnen. Vergelijkt u dat eens met Italië. Daar heeft de voormalige premier Mario Draghi ook heel wat verwezenlijkt, maar op dit ogenblik regeert er alweer een heel andere coalitie. Onder Mitsotakis daarentegen is de rust teruggekeerd. Hij is slim te werk gegaan en dankzij zijn herverkiezing heeft hij het oude bonussysteem weer ingevoerd. Daardoor krijgt de winnaar van de verkiezingen in het parlement – waar veel partijen zijn vertegenwoordigd – tot 50 zetels extra en kan hij in alle rust en zonder al te veel coalitiegekibbel regeren. Ondertussen heeft Athene zelfs voortijdig zijn IMF-hulp terugbetaald.
De Griekse economie groeit stevig, ook omdat het toerisme boomt. Hoe gevaarlijk kan die afhankelijkheid worden, met de klimaatverandering in het achterhoofd? Enkele weken geleden moesten de toeristen van Rhodos geëvacueerd worden voor bosbranden.
Buckenleib: De boom van het toerisme is dit jaar zeker nog het gevolg van een inhaalbeweging na de coronapandemie. Ik kan me voorstellen dat toeristen door de klimaatverandering andere plekken in Griekenland zullen opzoeken en dat er niet zoveel mensen meer opdagen in het midden van de zomer, maar wel in het voorjaar en in de herfst. In Griekenland zijn er bovendien altijd al bosbranden geweest. En vakantiegewoontes veranderen slechts langzaam. Maar wanneer de intensiteit van de klimaatverandering toeneemt en de beelden alsmaar dramatischer worden, vormt dat zeker een niet te verwaarlozen risico.
Mitsotakis belooft dat hij de schuldenlast binnen de vier jaar weer op minder dan 140 procent van het bbp zal brengen. Is dat realistisch?
Buckenleib: Ik denk het wel. Daarbij helpt ook de inflatie, waardoor de schuldenlast automatisch vermindert. Bovendien is de nieuwe schuldenlast van Griekenland opmerkelijk laag. In 2023 zal het begrotingstekort naar alle verwachting 1,3 procent van het bbp bedragen – duidelijk onder het Europese Maastrichtcriterium van 3 procent. Daarvan kunnen andere lidstaten alleen maar dromen. Dat de Grieken van 2016 tot aan de uitbraak van de oorlog in Oekraïne zelfs begrotingsoverschotten boekten, werd niet opgemerkt.
Wat opvalt: Griekenland kende in juli een inflatie van 3,4 procent. In België bedroeg die toen 4,1 procent, in Duitsland zelfs 6,2 procent. Hoe verklaart u dat verschil?
Buckenleib: Vooreerst omdat de Griekse inflatie in 2022 veel hoger was dan in Duitsland, wat verklaart waarom de daling nu zo sterk opvalt. Dat is het basiseffect. Vooral de energieprijzen gingen in Griekenland sterk omhoog en omlaag. Bovendien ligt het niveau van de lonen nog altijd relatief laag en oefent dat ondanks een verhoging van het minimumloon in het voorjaar tot op heden geen grote druk uit op de prijzen.
U hebt al gezegd dat de regering het probleem met zwart geld actief en blijkbaar met succes heeft bestreden. Kan u een voorbeeld geven hoe de Grieken dat doen?
Buckenleib: De regering is zeer creatief. Ze heeft tijdens de pandemie van de gelegenheid gebruikt gemaakt om van betalingen met de bankkaart te promoten, waardoor alles kan worden geregistreerd door de belastingen.
Hoe heeft ze dat dan gedaan?
Buckenleib: Wie in het dagelijkse leven met een kaart betaalt, bijvoorbeeld in een restaurant of bij een vakman, neemt automatisch gratis deel aan de maandelijkse loterij. Het ministerie van Financiën wijst een lotnummer toe. Of en hoeveel je eventueel gewonnen hebt, kom je te weten via een persoonlijk internetportaal. Dat maakt betalingen met een kaart aantrekkelijker waardoor de met cash functionerende zwarte economie krimpt.
Op de obligatiemarkt wenkt een grandioze comeback voor Griekenland. Wanneer de grote ratingagentschappen het land opnieuw een plaats geven als een van de laatste eurolanden in de club van de enigszins solide schuldenaars, zouden de Griekse obligaties nog aantrekkelijker kunnen worden. Fondsmanagers en pensioenfondsen zullen ze dan wel opnieuw kopen, wat niet gebeurde toen ze een junkstatus hadden. De vraag zou stijgen, de rente op de obligaties zou onder druk komen en de herfinancieringskosten dalen.
Buckenleib: Dat zou een volgende prestigeoverwinning zijn. De financiële speelruimte van Athene zou groter worden omdat de keuze van de grote ratingagentschappen beslissend is. Nu al moet de minister van Financiën beleggers die obligaties willen kopen relatief kleine risicopremies aanrekenen. Een staatsobligatie met de looptijd van tien jaar was in juli gemiddeld goed voor een rente van 3,85%, elf jaar geleden piekte die rente tot 35%.
De rentes op de kapitaalmarkten zijn aan het stijgen, net zoals de basisrente van de Europese Centrale Bank. Dat maakt ook Griekse obligaties duurder, niet?
Buckenleib: Over het algemeen wel. Maar Griekenland heeft de looptijden van zijn obligaties sterk verlengd, zodat er momenteel echt niet zoveel moet herbekeken worden. Bijna een derde van de verschuldigde bedragen lopen nog verder dan het jaar 2033, en veel ervan bevinden zich bij publieke schuldeisers zoals het Euro-Stabiliteitsfonds ESM.
De Europese Centrale Bank, de Europese Commissie en het IMF werden vroeger zwaar bekritiseerd omdat ze hervormingen eisten als voorwaarde voor financiële hulp. Hebben ze gelijk gekregen?
Buckenleib: Dat er tegenover de toegekende steun ook structurele hervormingen moesten staan, is inderdaad een succesvol principe gebleken. Kritiek was er vooral op de strikte besparingsmaatregelen. Misschien waren enkele maatregelen inderdaad overtrokken en heeft het daarom zo lang geduurd voor Griekenland er een beetje van bekomen was. Maar zonder die voorwaarden was de Europese Unie mogelijk uiteengevallen. Als Griekenland uit de eurozone was gegooid, zou Europa nog verder uit elkaar zijn gegroeid, en zouden er nog meer nationalistische tendensen zijn ontstaan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier