Het Europees Parlement voert een strijd die het niet winnen kan

Johan Van Overtveldt, voorzitter van de begrotingscommissie van het Europees Parlement © belga
Kamiel Vermeylen

Hoogspanning in de Europese wijk in Brussel. Een versnipperd Europees Parlement wil niet langer aanvaarden dat het door de lidstaten met de rug tegen de muur wordt gezet. Toch dreigt het alweer de strijd te verliezen.

Het Europees Parlement slijpt de messen. Meer dan vroeger wil het zich niet zomaar neerleggen bij wat de lidstaten onder elkaar hebben beklonken. Dat heeft zo zijn redenen: tot voor kort bezaten de twee grootste fracties, de christendemocraten (EVP) en de sociaaldemocraten (S&D), samen steeds een comfortabele meerderheid in het Europees parlement. Voor de lidstaten kwam dat goed uit: stelde het halfrond zich balsturig op, dan belden de nationale kopstukken – meestal partijgenoten – naar hun nationale delegatieleiders in Brussel om de duimschroeven aan te draaien. Het gevolg: vooral de lidstaten drukten hun stempel op de uiteindelijke overeenkomst.

Ruim een jaar geleden, bij het bedenkelijke spektakel rond de verdeling van de Europese topfuncties, werd dat nog pijnlijk duidelijk. Meteen na de Europese parlementsverkiezingen van 2019 – op zulke momenten is het halfrond door alle neofieten vaak minder goed georganiseerd – hielden de lidstaten geen rekening met de eisen van het halfrond om een lijsttrekker van het Europees Parlement te benoemen. Het halfrond wilde een van zijn lijsttrekkers, maar uiteindelijk werd een bij het grote publiek onbekende Duitse defensieminister voorgedragen.

We kunnen het aan onze kiezers niet meer uitleggen dat hun belastinggeld naar een Europese dictator zal gaan.

Kathleen Van Brempt, Europees Parlemntslid (S&D/SP.A)

Versnippering

Toch is de hierboven beschreven dynamiek is al enige tijd stukje bij beetje aan het veranderen. Zo zijn de hete hangijzers van de afgelopen jaren veel internationaler van aard dan vroeger het geval was. Denk maar aan financieel-economische verwevenheid, de klimaatverandering, het migratievraagstuk, de globale handelsspanningen en de coronapandemie. Zulke thema’s vereisen veel meer dan vroeger een Europese benadering, in plaats van een samenraapsel van nationale belangen dat resulteert in een zoutloos compromis. Omdat men dat ook in de hoofdsteden beseft, schuiven de nationale voorkeuren steeds meer op richting die van het Europees Parlement.

Daarnaast is het Europees Parlement veel meer versnipperd dan voordien. Tot voor de laatste Europese parlementsverkiezingen konden de twee grootste fracties, de christen- en sociaaldemocraten, het comfortabel op een akkoordje gooien. Vandaag de dag zijn er echter vier partijen nodig om tot een duidelijke meerderheid te komen. Met als gevolg dat de parlementsleden meer naar elkaar kijken en de lidstaten moeilijker hun wil kunnen opleggen aan het halfrond.

Miljardenpakket

De afgelopen weken is die verschuiving duidelijk zichtbaar geworden. Parlementsleden stellen zich in verscheidene dossiers alsmaar assertiever op en willen zich niet zomaar neerleggen bij wat de Europese lidstaten eerder met elkaar zijn overeengekomen. Het dossier dat het meest in het oog springt gaat – weinig verrassend – om de centen. Eind juli bereikten de Europese kopstukken na een marathonsessie onderhandelen een principeakkoord over een pakket van 1,824 biljoen euro.

Het gaat eigenlijk om goocheltrucs. Verder dan dat willen de lidstaten niet gaan

Een goedgeplaatste Europese diplomaat.

Vooral het bedrag voor de Europese meerjarenbegroting van 1,074 biljoen zorgt voor wrevel. In vergelijking met het voorstel van de Europese Commissie stelden de lidstaten voor om het budget voor onder meer gezondheidszorg, wetenschappelijk onderzoek en het Erasmusprogramma terug te schroeven. Bovendien kwamen ze een weinig ambitieuze koppeling tussen de Europese centen en het respect voor de rechtstaat overeen.

Nochtans wisten de lidstaten maar al te goed dat het Europees Parlement ijvert voor een moderner budget en solide rechtstatelijke voorwaarden. Ondanks de nakende deadline – het is de bedoeling dat de meerjarenbegroting en het coronaherstelfonds op 1 januari 2021 beschikbaar zijn – is het parlement ditmaal niet van plan om zich met de rug tegen de muur te laten zetten. Meteen na het akkoord afgelopen zomer keurden de parlementsleden met een aanzienlijke meerderheid een tekst goed die weinig aan de verbeelding overlaat: ‘Het Parlement weigert voor voldongen feiten te worden geplaatst, en is bereid zijn goedkeuring (…) op te schorten’, klinkt het.

Duits bondskanselier Angela Merkel en Europees Parlementsvoorzitter David Sassoli moeten op zoek naar een parlement.
Duits bondskanselier Angela Merkel en Europees Parlementsvoorzitter David Sassoli moeten op zoek naar een parlement.© belga

‘Belastinggeld naar een dictator’

Intussen zijn de lidstaten, vertegenwoordigd door het Duitse voorzitterschap, in gesprek met het parlement tot een compromis gekomen. Het halfrond weet dat het niet alles kan binnenhalen en heeft zich daarom op 15 specifieke programma’s in de meerjarenbegroting en op het rechtstatelijke mechanisme gestort. ‘Dat is al een serieuze toegeving’, vertelt Johan Van Overtveldt (ECR/N-VA), voorzitter van de begrotingscommissie. Het Europees Parlement vraagt 39 miljard euro extra bovenop de 1.074 miljard voor de periode van 2021 tot 2027.

Het Europees Parlement kan zich niet permitteren om zo’n belangrijk dossier tegen te houden.

Hendrik Vos, professor Europese politiek (UGent)

Duitsland probeert de impasse te doorbreken en heeft voorgesteld om negen miljard euro vrij te maken voor domeinen die het Europees Parlement belangrijk vindt. Nu ja, vrijmaken: in werkelijkheid gaat het om een verplaatsing van de ene naar de andere portefeuille en reserves die de lidstaten uit een hoge hoed willen toveren. ‘Het gaat eigenlijk om goocheltrucs. Verder dan dat willen de lidstaten niet gaan’, vertelt een goedgeplaatste Europese diplomaat.

Het Europees Parlement wil zich op die manier de stroop rondom de mond te laten smeren. Afgelopen vrijdag verlieten de vijf verantwoordelijke onderhandelaars van het parlement de gesprekken uit onvrede met de gang van zaken. Zeker het rechtstaatmechanisme zorgt voor wrevel. ‘Het parlement moet nu het been stijf houden. We kunnen het aan onze kiezers niet meer uitleggen dat hun belastinggeld naar een Europese dictator zal gaan’, vertelt Europarlementslid Kathleen Van Brempt (S&D/SP.A). David Sassoli, voorzitter van het Europees Parlement, zal de komende dagen op de Europese top de eisen van zijn orgaan benadrukken. Naar alle waarschijnlijkheid zal Duits Bondskanselier Angela Merkel daarop slechts het gemeenschappelijke standpunt van de lidstaten herhalen.

Verwijtenoorlog

Op die manier dreigen het Europese Parlement en de lidstaten in een interinstitutionele verwijtenoorlog te belanden. Wie wil er namelijk verantwoordelijk gehouden worden voor een situatie waarin bijna twee miljard euro broodnodige middelen worden tegengehouden die niet alleen nationale en regionale overheden, maar ook lokale zelfstandigen moeten helpen om de boel draaiende te kunnen houden? Aangezien de lidstaten hun akkoord hebben afgeklopt, dreigen vooral de Europese parlementsleden – deels onterecht – verantwoordelijk gehouden te worden voor zo’n hypothetische impasse.

Volgens professor Europese politiek Hendrik Vos (UGent) zal het Europees Parlement uiteindelijk aan het kortste eind trekken. ‘Het kan zich niet permitteren om zo’n belangrijk dossier tegen te houden. Het zijn de rechtstreeks verkozen parlementsleden en niet de regeringsleiders die uiteindelijk aan hun kiezers zullen moeten uitleggen waarom er geen budgetten beschikbaar zullen zijn.’

Naar verwachting – en zo gaat het meestal – komen de lidstaten en het Europees Parlement uiteindelijk wel tot een compromis. ‘Maar dat zal vooral in het verlengde van de eisen van de lidstaten liggen. Vermoedelijk komen ze wel een zinnetje overeen dat zo ambigu is dat iedereen uiteindelijk de overwinning kan claimen’, besluit Vos.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content