Olivier Boehme

‘Europeanen vergeten waar de vonk van de Verlichting vandaan kwam’

Olivier Boehme Historicus en auteur van 'De welvaart en trots van naties' en 'Grensnaties, een geschiedenis van Europa'

‘De Verlichting is niet het kind van een onverdeeld optimisme. Meer nog, het pessimisme en optimisme waaruit ze voortkwam, heeft Europa nooit verlaten’, schrijft historicus Olivier Boehme naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne ‘die ons weer de geschidenis inslingert’.

Bijna een jaar woedt een oorlog in Europa, die ons weer in de geschiedenis slingert. Vergeet even die universele wereldorde van vrede en welvaart, de belofte van 1989. De wereld deglobaliseert, politiek en economisch. Niet alleen immers beseffen we weer stilaan dat we ons niet veilig mogen wanen met onder meer Russische en Chinese grootmachtambities. De coronacrisis en haar nasleep hamerde er ook nog eens in dat de globe geen feilloos geïntegreerd economisch systeem vormt. We moeten weer even nadenken over onze ‘vooruitgang’.

Lenteavond

Het was een prachtige avond in de onwezenlijke lente van 2020, die uitnodigde om een wandeling te maken na een drukke dag. Statige negentiende-eeuwse gevels keken uit op een nu haast lege stadsboulevard. Er hing een sfeer om te mijmeren over de maatschappelijk bevoorrechte bewoners achter die ramen in 1914, die alle reden hadden gehad om met vertrouwen de toekomst tegemoet te zien. De handel had nooit tevoren zovele uithoeken van de wereld omspannen. De wetenschap had op tal van fronten ongeziene vorderingen gemaakt. Het had er zelfs op geleken dat de sociale spanningen als gevolg van de industrialisering en haar creatie van een arbeidersproletariaat wel te beheersen vielen. Economische vooruitgang en geleidelijke hervormingen gingen daarvoor zorgen.

De bewoners van vier jaar later echter keken naar een door oorlog verwoest en de pandemische Spaanse griep geteisterd Europa. Hoeveel meer waren de verwachtingen bedrogen geweest van degenen die nog eens dertig jaar later hadden kunnen terugblikken. De Europeanen hadden hun continent ondertussen voor de tweede maal in puin geschoten, onschuldige mensen waren op grote schaal vermoord door misdadige regimes, vitale economische banden waren verbroken, productiesystemen grondig verstoord, maatschappelijke verhoudingen fundamenteel dooreengeschud. De geesten waren diep verward, zonder begoochelingen over een stralende toekomst. Terwijl denkers en schrijvers die stemming neerlegden in soms epochale geschriften, vluchtte de massa weer gauw in een hongerig materialisme en toekomstgeloof. Daarmee kon het vooral heel veel vergeten.

Ontnuchtering

Die schijnbaar veelbelovende wereld van de burgers uit 1914 had hun helemaal niet toebehoord. De intense globalisering van die dagen was er alleen gekomen door toedoen van de kolonisatie van andere volkeren. De wetenschap had de wereld onttoverd om ze opnieuw te betoveren met de illusie van kennis waarmee alles te controleren viel. Een deel van de werkende klasse had geen genoegen genomen met bescheiden toegevingen, maar structurele hervormingen, vreedzame en zelfs heel gewelddadige revoluties ontketend.

Daar, op die lege boulevard, gemeden wegens de quarantaine om het coronavirus in te dammen, drongen gedachten over een overmoedig Europa zich weer op. Die sfeer lokte een historische sensatie uit, een term waarmee de vermaarde cultuurhistoricus Johan Huizinga ooit treffend heeft benoemd wat er gebeurt als in je waarneming de afstand tussen verleden en heden aan de hand van een waargenomen plaats of object even vervaagt. Er treedt dan in het beleven van dat stuk verleden een directheid op die je normaal niet zo intens ervaart.

De gedachten die gepaard gingen met die sensatie voerden naar de overmoed die opnieuw geheerst had tot op dat moment. Ook in de voorbije jaren van schijnbaar onstuitbare vooruitgang en controle over de wereld waren angsten en onbehagen gedempt door de schijnbare vanzelfsprekendheid van comfort, overdaad en individuele teugelloosheid. De geglobaliseerde wereld leek aan de bemiddelde westerse mens geen grenzen meer te stellen. In werkelijkheid was het een razende sneltrein met de remmen van een fiets.

Verlichting

Europa laat zich voorstaan op zijn Verlichting, des te meer nu het verwikkeld zit in ingewikkelde discussies over het zijn en het gedrag van haar meer en meer verscheiden burgers. Daarbij vergeten de Europeanen wel waar die vonk van de Verlichting vandaan kwam, waar het over ging, gaat en kan gaan.

De Verlichting is elk geval niet het kind van een onverdeeld optimisme. Meer nog, het pessimisme en optimisme waaruit ze voortkwam, heeft Europa nooit verlaten. Ook ondergangsstemming en vooruitgangsgeloof hebben hun tweestrijd in wat omineus wel ‘het Avondland’ wordt genoemd nooit gestaakt. Net zomin is de Januskop waarvan één kant gericht is op vernieuwen en de andere op behouden dood en begraven.

Laat ons in Europa die confrontatie van visies benutten om opnieuw te proberen iets van deze wereld te begrijpen. En ernaar te handelen.

Olivier Boehme is historicus en auteur van o.m. De welvaart en trots van naties en Europa, een geschiedenis van grensnaties.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content