Een Europees parket: zo wil de Europese Unie grensoverschrijdende corruptie bestrijden

Laura Kövesi © iStock
Kamiel Vermeylen

Het gros van de Europese Unie wil grensoverschrijdende fraude en misbruik van EU-middelen gecentraliseerder bestrijden. Onder leiding van de doorwinterde openbaar aanklager Laura Kövesi ist het Europees Parket dinsdag aan zijn werkzaamheden begonnen.

500 miljoen euro. Zoveel ongeveer verdwijnt volgens de officiële Europese cijfers er elk jaar aan Europese middelen door witwaspraktijken, corruptie en belastingfraude in de verkeerde zakken. Onderzoeksinstellingen zijn er echter van overtuigd dat het werkelijke bedrag ettelijke malen hoger ligt. Zulke wantoestanden moeten voortaan op Europees niveau worden aangepakt, zeker wanneer het om grensoverschrijdende criminaliteit gaat. Daarom begint het nieuwe Bureau van de Europese Openbare Aanklager (EPPO) vanaf dinsdag in Luxemburg aan zijn opdracht om misbruik te bekampen.

Supranationaal

Het EPPO is de eerste supranationale Europese instelling die een strafrechtelijk onderzoek mag instellen. Daarom kan het veel verregaander ingrijpen dan het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF), dat enkel verdachte gevallen aan de lidstaten kan doorgeven waardoor onderzoeken vaak dode letter blijven. Ook de Europese Rekenkamer (ECA) is bevoegd om zulke zaken uit te vlooien, maar die heeft evenmin de bevoegdheden om juridische stappen te ondernemen. In die zin is de introductie van het EPPO, dat nauw zal samenwerken met Europol en Eurojust, een aanzienlijke stap voorwaarts.

Over een Europees Openbaar Ministerie wordt al lang gesproken en de oprichting komt niets te laat. Nu de Europese Unie met de meerjarenbegroting en het coronaherstelfondsde komende zeven jaar 1800 miljard euro uittrekt, wil het EPPO nauwgezet op de correcte toepassing van die middelen toezien.

Bedoeling is dat het orgaan onder meer speurt naar btw-fraude, die de Europese schatkist meer dan tien miljoen euro kost. Voor België geen onbelangrijke kwestie: volgens de Europese Commissie liep ons land in 2018 nog 3,6 miljard aan btw-inkomsten mis, een stijging ten opzichte van 2014. Grensoverschrijdende btw-fraude zou de Europese schatkisten jaarlijks tussen de 30 en 60 miljard euro per jaar kosten.

Dat een aantal lidstaten niet meedoen, bewijst net dat het een betekenisvolle stap in het Europese integratieproces is.

Hendrik Vos, professor Europese Politiek UGent

Tralies

De Roemeense Laura Kövesi zal voor een niet verlengbare termijn van zeven jaar de onafhankelijke instelling leiden. Diens aanstelling paste in de koehandel die enkele maanden voordien rond de verdeling van de Europese topfuncties plaatsvond. Op het hoofd van het Internationaal Monetair Fonds, de Bulgaarse Kristalina Georgieva, na gingen de begeerde postjes uitsluitend naar West- en Zuid-Europese lidstaten. De benoeming van Kövesi moest dat onevenwicht verzachten en tevens het aandeel van hooggeplaatste vrouwelijke ambtenaren in Europese instellingen vergroten.

Kövesi heeft de functie echter vooral te danken aan haar kwaliteiten en ervaring. In 2013 werd ze hoofd van het Nationaal Corruptie Agentschap in Roemenië. Al gauw ontpopte de 48-jarige juriste zich tot luis in de pels van de Roemeense regering. Ze verwierf meer middelen voor haar agentschap en richtte zich expliciet op de vervolging van hoge ambtenaren en politici, die haar politieke vooringenomenheid verweten.

’s Lands machtigste politici belandden door haar onderzoek achter de tralies. Weinig verwonderlijk probeerde de Roemeense regering de benoeming van Kövesi te verhinderen. Het dossier zat een tijdlang geblokkeerd totdat het Europees Parlement en de andere lidstaten haar kandidatuur alsnog doorduwden.

Twijfels

Het EPPO komt er door middel van wat men ‘versterkte samenwerking’ noemt, een Europese manier van werken waarbij minstens negen lidstaten volstaan om de handen in elkaar te slaan. Maar ook een procedure die een Unie van verschillende snelheden creeërt indien sommige lidstaten niet meedoen.

In dit geval zijn dat er vijf: Hongarije, Polen, Zweden, Ierland en Denemarken. Die eerste twee willen niet dat er vanuit Luxemburg nauw op hun vingers wordt toegekeken. De laatste drie – Denemarken neemt sowieso niet deel aan de Europese Binnenland- en Justitiesamenwerking – vrezen op hun beurt voor een soevereiniteitsoverdracht.

‘Eerder vroeg dan laat zullen de landen die niet deelnemen onder druk komen te staan. Willen we werkelijk geld aan de Hongaren blijven geven wanneer ze de controle op die middelen doelbewust vermijden?’, zegt professor Europese politiek Hendrik Vos (UGent) uit. ‘Dat een aantal lidstaten niet meedoen, bewijst net dat het een betekenisvolle stap in het Europese integratieproces is. Maar de proof of the pudding is in the eating. Het blijft afwachten hoe betekenisvol het initiatief in de praktijk wordt.’

Laat het meteen een aanzet zijn om ook op andere justitiële domeinen zoals cybercriminaliteit nauwer samen te werken.

Oud-minister van Justitie Stefaan De Clerck (CD&V)

Dat laatste is nog onduidelijk. Uit een navraag van het EPPO bij de lidstaten zal het bureau jaarlijks ongeveer 3.000 gevallen onderzoeken. Maar met een jaarlijks budget van een kleine 45 miljoen euro wordt dat geen evidente kwestie – het orgaan vroeg ruim elf miljoen euro meer.

Bovendien spelen er politieke beslommeringen. Onder het premierschap van Janes Janza weigert Slovenië, dat vanaf juli het halfjaarlijks voorzitterschap van Europese lidstaten bekleedt, om zijn nationale afgevaardigden naar Luxemburg te sturen. Zulke afgevaardigden zijn verantwoordelijk voor het onderzoek en de vervolging van strafbare feiten in de lidstaten. Ook Finland heeft tot op heden nog geen afgevaardigden doorgegeven.

Stefaan De Clerck

In België verloopt evenmin alles zonder slag of stoot. De Belgische procureur bij het EPPO wordt magistraat Yves van den Berge, de voormalige adjunct-kabinetschef van Koen Geens, die bij de Europese testen de slechtste cijfers van de drie kandidaten behaalde. Jean-Michel Verelst, die de beste score kon voorleggen, heeft de gang van zaken aangeklaagd bij het Europees Hof van Justitie.

Recent heeft de regering-De Croo twee landgenoten afgevaardigd die voor vijf jaar als gedelegeerd procureur aan de slag gaan. De twee komen over van het Parket-Generaal in Brussel en het ministerie van Financiën.

België heeft in het verleden actief meegewerkt aan de oprichting van het Europees Openbaar Ministerie. In september 2010, toen ons land het roterende voorzitterschap bekleedde, organiseerde voormalig minister van Justitie Stefaan De Clerck (CD&V) bijvoorbeeld een tweedaagse conferentie aan het Europacollege in Brugge over een Europese Openbaar Ministerie.

Ruim tien jaar later toont De Clerck zich tevreden met het resultaat. ‘Het is goed dat het Europees parket eindelijk het daglicht ziet, al is het jammer dat het zo lang heeft moeten duren. De Europese Unie is een werk van lange adem. Laat dit meteen een aanzet zijn om ook op andere justitiële domeinen zoals cybercriminaliteit nauwer samen te werken’, zegt De Clerck.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content