Diplomatieke schok: waarom zegt Frankrijk top met Duitsland af?

Duits bondskanselier Olaf Scholz en Frans minister van Financiën en Economie Bruno Le Maire. © Getty
Dirk Rochtus
Dirk Rochtus Doceert Internationale Politiek en Duitse Geschiedenis aan KU Leuven/Campus Antwerpen.

Volgens Duitsland-expert Dirk Rochtus (KU Leuven) zorgde de Parijse afzegging voor de jaarlijkse Frans-Duitse vriendschapsbijeenkomst voor een diplomatieke schok in Europa. Een analyse.

De Frans-Duitse locomotief van Europa komt volgende woensdag (spreekwoordelijk) niet aan in het Franse Fontainebleau. Normaal gezien zouden de Franse en Duitse ministerraden er elkaar naar jaarlijkse gewoonte ontmoeten, zoals voorzien in het vriendschapsverdrag tussen beide landen. Het zou de eerste niet-virtuele ontmoeting geweest zijn sinds het uitbreken van de coronapandemie, en dan nog wel tussen nieuwe regeringen door. Het mocht niet zijn. Parijs blies de gemeenschappelijke consultatie af. Er zouden nog zoveel thema’s zijn waarover de regeringen nog geen gemeenschappelijke positie kunnen innemen, deelde Steffen Hebestreit, woordvoerder van de Duitse regering, ietwat omzwachteld mee. Dat druist in tegen de gewoonte om eensgezind naar de consultatie te gaan.

De ontmoeting wordt nu uitgesteld tot januari 2023, precies wanneer de 60ste verjaardag van het Élysée-Verdrag, het Frans-Duitse Vriendschapsverdrag, wordt gevierd. Dat neemt niet weg dat de afzegging voor een diplomatieke schok zorgt in Europa. De twee landen vormen immers de kern van het Europese integratieproces. Bruno Le Maire, de Franse minister van Financiën en Economie, slaat de nagel op de kop in een interview met de Duitse krant Tagesspiegel: ‘Er bestaat geen alternatief voor dit bondgenootschap omdat we bij benadering 40 procent van het Europees binnenlands product uitmaken.’ Maar tegelijk vindt hij dat beide landen hun meningsverschillen niet onder de mat mogen vegen. Die hebben te maken met energie en defensie. De kritiek van de Franse president Emmanuel Macron richt zich tegen de scepsis van de Duitse kanselier Olaf Scholz om een prijzenplafond voor gas in de Europese Unie (EU) in te stellen. Het bergt volgens Scholz – donderdag in een toespraak voor de Bondsdag – het risico in zich ‘dat de producenten hun gas dan ergens anders gaan verkopen’.

Volkomen eenheid is nog altijd zoek tussen de dragers van de Europese eenheidsgedachte.

Er heerst Europese solidariteit tegenover Duitsland, merkt de bewoner van het Elysée op in een interview met de Franse zakenkrant Les Échos, en hij leidt daaruit af dat het normaal is (of zou moeten zijn) ‘dat er solidariteit van Duitsland tegenover Europa bestaat’. Op de Europese top werd er in de nacht van donderdag op vrijdag niettemin een akkoord bereikt om ‘maatregelen ter indamming van de gasprijzen’ uit te werken. Macron prees vannacht de bemiddelingskoers, Scholz daarentegen zei letterlijk: ‘Wir haben uns zusammengerauft’. Dat betekent zoveel als: ‘We zijn na hevige discussies iets overeengekomen’. Hij merkte verder nog in zijn vertrouwde droge stijl op dat de regeringsleiders er de basis voor hebben gelegd dat Europa inzake de gasprijzen gemeenschappelijk kan handelen en beslissen.

Inzake energie is er nog iets anders dat de Fransen dwars zit. Macron doelt op een ‘changement de modèle’ waarmee Duitsland bezig is en waarvan ‘le caractère déstabilisateur’ niet mag worden onderschat. Daarachter gaat het gevaar van een ‘nationale strategie’ schuil, terwijl het nodig is om een ‘Europese strategie’ toe te passen. Behalve over de gasprijs draait het natuurlijk ook om de kernuitstap die op 15 april 2023 een feit zal zijn wanneer de Duitsers hun drie resterende kerncentrales zullen hebben stilgelegd. Minister Le Maire kan daar niet bij: ‘Wij geloven in kernenergie. Duitsland wil ervan afzien. Hoe kunnen wij op die manier desondanks onafhankelijkheid op het vlak van energie opbouwen?’

Intussen zoekt Duitsland naar nieuwe gasleveranciers. Spanje kwam bijvoorbeeld in aanmerking met de pijpleiding Midcat, maar Macron blokkeert de afwerking van een 200 kilometer lang stuk tussen het Spaanse Hostalric en het Franse Carcassonne. Zogezegd omdat ze economisch niet rendabel zou zijn, maar in waarheid omdat Frankrijk prioriteit aan kernenergie verleent. Vooruitgang is er ook niet te bespeuren met betrekking tot het Duits-Frans-Spaanse bewapeningsproject Future Air Combat System (FCAS). Berlijn zou het aparte fonds van 100 miljard euro voor de Bundeswehr meer willen gebruiken voor de aanschaf van de Amerikaanse F-35 jets.

Volkomen eenheid is dus nog altijd zoek tussen de dragers van de Europese eenheidsgedachte. Op cultureel vlak kunnen in Europa mooie idealen worden bezworen, maar in crisistijden komt de verschillende kijk op de economie bovendrijven. De centrale vraag blijft: wat met de energieonafhankelijkheid van Europa? Daarvoor zullen dogma’s moeten sneuvelen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content