‘De kleine lettertjes dreigen een groot Europees akkoord uit te hollen’

‘Het Europees Parlement mag dit niet over zich heen laten gaan’, schrijft Guy Verhofstadt over het akkoord dat de Europese Raad sloot over de meerjarenbegroting en het corona-herstelfonds. Hij wijst op de politieke gevolgen van die deal, die volgens hem minder eenduidig zitten.

Veel ophef op de banken van eurosceptici en radikaal rechts deze ochtend in het Europees Parlement, en voor één keer geef ik hen gelijk: het akkoord dat de Europese Raad sloot over de meerjarenbegroting en het Corona-herstelfonds is een historische stap in de Europese integratie. 750 miljard euro aan economische hulp, bovenop het gewone EU-budget, gefinancierd met Europese obligaties, betaald met nieuwe eigen inkomsten – dus niet met bijdragen vanuit de nationale begrotingen – en daar bovenop een nieuw rechtsstaatmechanisme, dat moet garanderen dat de gefinancierde projecten niet bijdragen aan het ondergraven van de rechtsstaat in de betrokken landen. Dit is alles waar zij tegen zijn: Europa dat haar gewicht gebruikt om als één blok de crisis te bestrijden – iets waar de markten meteen zeer positief op gereageerd hebben. Europa dat bovenop de nationale logica’s een Europese logica laat spelen. Maar ook een Europa dat zich niet laat gijzelen door een of twee dwarsliggende regeringen, en weigert zich nog te laten misbruiken om hun spel financieel te blijven ondersteunen.

De kleine lettertjes dreigen een groot Europees akkoord uit te hollen.

Maar de politieke gevolgen van die deal zijn minder eenduidig. Het lijkt er sterk op dat de staats- en regeringsleiders de Europese verdragen en principes naast zich neergelegd hebben om tot dat compromis te komen, en dat Commissievoorzitter Ursula von der Leyen daarin is meegegaan. De kleine lettertjes zouden een groot akkoord deels ongedaan kunnen maken, opdat de Hongaarse en Poolse regeringen alsnog hun zin zouden krijgen.

Want in het pakket zit een instructie van de Europese Raad aan de Commissie om richtlijnen uit te werken, ná advies van het Europese Hof, over hoe dat rechtsstaatmechanisme ingezet zal worden. Dat is niet alleen politiek vloeken in de Europese kerk, het is onwettelijk. De Commissie is de onafhankelijke hoeder van de verdragen, die heeft van niemand richtlijnen te krijgen over hoe of wanneer ze die taak uitvoert, en nog minst van al om de Europese wet niét uit te voeren.

Het advies van de juridische dienst van de Europese Raad was dan ook flinterdun: vier paragrafen, zonder verwijzing naar de Europese verdragen waar in regel alles mee begint en eindigt, zonder verwijzing naar bestaande jurisprudentie, zonder de argumenten en redeneringen waar ze normaal zo sterk in zijn. Het is wettelijk omdat wij het doen, dat was de redenering. Het kan geen staatsgreep zijn, want wij zijn staatsleiders.

Zo werkt het niet. Het Europees Parlement mag dit niet over zich heen laten gaan. Het rechtsstaatmechanisme wordt wet vanaf 1 januari, en zal van dan af doorgevoerd worden. Iets anders is politiek onaanvaardvaar. We moeten ook overwegen of we die verklaring van de Europese Raad niet juridisch aanvechten, want ze schept een gevaarlijk precedent. De Commissie onder curatele stellen van de staats- en regeringsleiders verandert de hele politieke balans binnen de EU. Het Parlement draagt, als controlerende macht op de Commissie, mee de verantwoordelijkheid om dat niet te laten gebeuren. Als de Commissie dat zelf niet in zich heeft, moeten wij het des te meer doen. Want de bottom line van de hele zaak blijft: je kan de rechtsstaat in een Europese lidstaat niet garanderen door het recht binnen de Europese Unie zelf geweld aan te doen. Je kan niet de ene crisis bezweren, door een andere te verzwaren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content