Dag van de laatste kans voor Europees gasprijsplafond: ‘Het is nu of nooit’

Tinne Van der Straeten (Groen) en Alexander De Croo (Open VLD) op 18 mei 2022.
Tinne Van der Straeten (Groen) en Alexander De Croo (Open VLD) op 18 mei 2022. © Belga
Kamiel Vermeylen

De discussie over het Europese prijsplafond voor gas bereikt vandaag een nieuw kookpunt. In Brussel komen de staatshoofden en regeringsleiders in Brussel een laatste keer samen over de heikele kwestie. Volgens de Belgische regering is het ‘nu of nooit’.

Door de koude in grote delen van Europa zijn de Europese gasprijzen de afgelopen weken alweer fors toegenomen in vergelijking met de rest van de wereld. Met de winterperiode in het vooruitzicht vrezen heel wat politici dat bedrijven hun geluk elders in de wereld zullen beproeven – Europese energie-intensieve sectoren waarschuwen al sinds september voor een grootschalige de-industrialisering van het Europese continent.

Al maandenlang onderhandelen de Europese lidstaten daarom over manieren om de energiefacturen voor bedrijven en gezinnen te drukken. Zo bestaat er intussen een verplichte besparingsinspanning en moeten Europese bedrijven via groepsaankopen de handen in elkaar slaan. Maar dat volstaat niet, meent Belgisch minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen). Met een prijsplafond wil ons land ingrijpen nog voor de factuur in de bus valt.

Verzet

Aanvankelijk verzette onder meer Duitsland zich tegen het idee, uit bezorgdheid over de bevoorradingszekerheid. De regering van bondskanselier Olaf Scholz is bang dat gasproducenten hun goedje elders zouden slijten als de prijs in Europa geplafonneerd wordt. Nederland, waar het belangrijkste Europese gasverhandelplatform TTF gevestigd is, wilde uit financiële overwegingen niet dat alleen die TTF in het vizier werd genomen.

Na talloze vergaderingen lijken de grootste twistpunten intussen van de baan. Tegen het principe van een prijsplafond hebben tegenstanders zoals Oostenrijk en Denemarken hun verzet min of meer opgegeven. Nederland is het ermee eens dat de gasprijs ook op andere Europese verhandelplatformen wordt geplafonneerd. Duitsland tot slot toont zich tevreden omdat het laatste voorstel een prijsvork bevat die voorkomt dat tankers met vloeibaar gas de Unie voorbijvaren. Bovendien kan het prijsplafond worden uitgeschakeld zodra er onregelmatigheden opduiken.

Blijft over: op welk prijsniveau moet Europa het plafond activeren? In het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie moest de prijs twee weken lang hoger dan 275 euro liggen. Onder die voorwaarden zou het mechanisme zelfs met de hoge energieprijzen van afgelopen zomer niet zijn geactiveerd. De aanzet werd naar de prullenmand verwezen. Intussen wordt er gediscussieerd over een plafond van om en bij de 200 euro dat al na een drietal dagen in werking zou treden en rekening houdt met de globale prijzen.

Kostenplaatje

De discussie over het prijsniveau draait uiteindelijk om het kostenplaatje voor de nationale overheden. Heel wat gascontracten worden zes maanden voor de levering gesloten, tegen de prijs van dat moment. Maar als een plafond de prijs verlaagt, moeten de overheden het verschil met het contract wel bijpassen. Dat is ook waar de Europese Centrale Bank begin deze maand voor waarschuwde. Aangezien Nederlandse en Duitse bedrijven veel contracten hebben afgesloten toen de gasprijzen deze zomer torenhoog lagen, wil de regering-Rutte bijvoorbeeld dat het plafond pas over enkele maanden in werking treedt.

Op de Europese top wil premier Alexander De Croo (Open VLD) het onderwerp niet al te veel oprakelen. Gevreesd wordt dat vooral Duitsland de kwestie zal herleiden tot de fundamentele twistpunten van enkele maanden geleden. België wil niet terug naar af. De regering-De Croo wil doorduwen en ten laatste maandag, bij de vergadering van energieministers, een finale doorbraak bereiken. Want Zweden, dat vanaf 1 januari het halfjaarlijkse voorzitterschap van de Europese lidstaten bekleedt, zou het prijsplafond daarna niet meer op de agenda willen plaatsen. ‘Het is nu of nooit’, klinkt het in regeringskringen.

Amerikaanse Inflation Reduction Act baart Europa zorgen

Een ander macro-economisch onderwerp op de agenda van de staatshoofden en regeringsleiders donderdag is de Amerikaanse Inflation Reduction Act (IRA). Die gaat vanaf nieuwjaarsdag in en bevoordeelt producenten in de Verenigde Staten ten opzichte van Europese ondernemingen, vooral in de groene economie.

De Europese Commissie stelt voor om als reactie de Europese regels over staatssteun te versoepelen. Nationale regeringen zouden op die manier ook Europese groene energieprojecten een financiële duw in de rug kunnen geven. De Belgische regering is voor, maar waarschuwt voor een subsidierace en oneerlijke concurrentie tussen de lidstaten. Duitsland wil (en kan) de portefeuille namelijk veel verder opentrekken dan andere landen, zoals België. Sommige lidstaten stellen daarom een nieuw Europees fonds voor naar het voorbeeld van het coronaherstelfonds, andere bepleiten een uitbreiding van het REPower-EU-programma, dat nu al groene energieprojecten ondersteunt.

‘Het zullen forse gesprekken worden’, zegt een Europese diplomaat. Het is daarom goed mogelijk dat de discussie donderdag niet beslecht raakt. Wanneer dan wel? Pas in de loop van februari staat een nieuwe speciale topontmoeting van de staatshoofden en regeringsleiders gepland.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content