Wouter Wolfs

‘Botsen we op de limieten van EU-uitbreiding?’

Wouter Wolfs Docent vergelijkende en internationale politiek (KU Leuven)

‘Alleen als de Europese Unie ook intern orde op zaken stelt, kan van het toetredingsproces opnieuw een succesverhaal worden gemaakt’, schrijft Wouter Wolfs. Hij staat stil bij het kandidaat-lidmaatschap van de EU voor Oekraïne en Moldavië.

Tijdens de Europese top van afgelopen donderdag gaven de Europese staatshoofden en regeringsleiders groen licht voor het kandidaat-lidmaatschap van Oekraïne en Moldavië. De beslissing lijkt vooral symbolisch, en moet een antwoord bieden op de kritiek dat (sommige) EU-landen Oekraïne onvoldoende hebben gesteund in de verdediging tegen Rusland. Toch heeft het ook een diepere betekenis: het moet de voormalige Sovjetrepublieken definitief op Europese koers zetten. 

Het toetredingsproces is immers één van de meest effectieve instrumenten van buitenlands beleid dat de EU heeft. Om bij de Europese club te horen, moet een land immers voldoen aan een hele reeks van voorwaarden. De belofte van EU-lidmaatschap is voldoende om verregaande hervormingen op gang te brengen op het vlak van economische liberalisering, democratisering en versterking van de rechtstaat, en de vervlechting van de Europese regels en de wetgeving van de aspirant-lidstaat.

Maar er zijn duidelijke grenzen aan de effectiviteit van dit proces. Turkije heeft al meer dan twintig jaar de status van kandidaat-lidstaat. Terwijl dit in het begin heeft gezorgd voor een aantal positieve evoluties, staat het land momenteel veel verder van de Europese Unie dan in het begin van het proces. Noord-Macedonië is al kandidaat-lid sinds 2005, maar de onderhandelingen zijn zelfs nog niet begonnen.

Ook Albanië zit al sinds 2014 te wachten op de start van de formele toetredingsgesprekken. De frustratie over een gebrek aan perspectief neemt in veel kandidaat-lidstaten dan ook toe. Naarmate de tijd verstrijkt, verliest de Europese Unie haar aantrekkingskracht, en dus ook haar vermogen om hervormingen in deze landen af te dwingen.

De beperkte vooruitgang bij de huidige kandidaat-lidstaten is deels te wijten aan de situatie in deze landen zelf, maar kan ook worden verklaard door de argwaan voor verdere uitbreiding bij de huidige 27 EU-landen. Buitenland wordt ooit binnenland. De toetreding van nieuwe lidstaten betekent ook een verschuiving binnen de interne Europese machtsverhoudingen.

Zeker grote landen als Turkije of Oekraïne zouden een kleine revolutie teweegbrengen in de manier waarop beslissingen worden genomen en in de verdeling van de structuurfondsen en landbouwsubsidies. De EU-lidstaten vrezen dus een verlies aan invloed en financiële steun. Daarnaast blijkt het nu al geen sinecure om met 27 landen effectieve beslissingen te nemen, zeker in beleidsdomeinen waar nog unanimiteit vereist is.

Daarnaast is er nog een fundamentelere bekommernis. Op het moment dat een kandidaat-lidstaat effectief toetreedt tot de EU, verliest die laatste de belangrijkste hefboom om interne hervormingen af te dwingen. Zo zouden onder meer Roemenië en Bulgarije “te snel” zijn toegetreden, vooraleer de corruptieproblemen helemaal waren aangepakt. Ook in aanvankelijke “goede leerlingen” als Hongarije en Polen is er vandaag een verregaande uitholling van de democratie en rechtstaat. Op Europese niveau ontbreken de instrumenten (en politieke wil) om hier fundamenteel verandering in te brengen. Deze ontwikkelingen werpen dus ook een schaduw op het toetredingsproces van kandidaat-lidstaten. Of hoe een gebrek aan een doeltreffend binnenlands beleid ook de effectiviteit van het Europees buitenlands beleid stevig verzwakt.

De toekenning van de status van kandidaat-lidstaat aan Oekraïne en Moldavië mag dan wel een belangrijke symbolische waarde hebben op korte termijn, het dreigt de relaties op lange termijn tussen de EU en deze landen sterk aan te tasten, door een belofte die niet gerealiseerd zal worden en een verlies aan perspectief. Alleen als de Europese Unie ook intern orde op zaken stelt – met effectievere besluitvormingsprocedures en duidelijk intern beleid dat problemen op het vlak van democratie en rechtstaat aanpakt – kan van het toetredingsproces opnieuw een succesverhaal worden gemaakt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content