Servië en Kosovo staan dicht bij een regeling om hun betrekkingen te normaliseren. Dat zei de Europese hoge vertegenwoordiger voor het buitenlands beleid Josep Borrell, die optreedt als bemiddelaar, zaterdagavond na twaalf uur durende onderhandelingen in het Noord-Macedonische Ohrid.
De Servische president Aleksander Vucic en de Kosovaarse premier Albin Kurti bereikten een akkoord om de relaties tussen hun landen nieuw leven in te blazen. Maar er moeten nog wat inhoudelijke verschillen weggewerkt worden. Volgens Borrell worden de gesprekken voortgezet ’tot een allesomvattende overeenkomst is bereikt’.
Het vandaag bijna uitsluitend door Albanezen bewoonde Kosovo scheidde zich in 1999 met hulp van de NAVO af van Servië. In 2008 riep het land de onafhankelijkheid uit, die Servië nog steeds niet erkent. Eind 2022 flakkerden de spanningen tussen beide landen weer op. Zo werden er wegblokkades opgeworpen en waren er ook schietincidenten.
Tijdens een eerste onderhandelingsronde onder bemiddeling van de Europese Unie eind februari hadden Kosovo en Servië al ingestemd met een ontwerpovereenkomst. Zaterdag raakten ze het eens over concrete termijnen voor de uitvoering van de verschillende punten van het akkoord.
Volgens de overeenkomst zal Kosovo nog steeds niet officieel erkend worden door Servië, maar zal Belgrado wel akte nemen van de onafhankelijkheid van Pristina. Daarbij zal Servië de paspoorten, nummerplaten en douanedocumenten van Kosovo erkennen, wat het tot vandaag niet doet.
Kosovo zal op zijn beurt de rechten van zijn Servische minderheid institutioneel waarborgen.
