Angela Merkel is vrijdag in het voormalige nazikamp van Auschwitz aangekomen, een symbool van de Holocaust. Ze liep voor het eerst door de toegangspoort van het kamp waarop het sinistere motto van de nazi’s “Arbeit macht frei” staat.
De Duitse bondskanselier is voor dit bezoek vergezeld van de Poolse pemier Mateusz Morawiecki en van een overlevende van Auschwitz, Stanislaw Bartnikowski (87), alsook van afgevaardigden van de Joodse gemeenschap. Het bezoek van de bondskanselier, het eerste van een Duitse regeringsleider sinds 1995, komt op een moment dat het antisemitisme weer opduikt in Europa en dat de herinnering bemoeilijkt wordt doordat er steeds minder getuigen zijn.
Aan de vooravond van het bezoek kondigde Angela Merkel de toekenning van 60 miljoen euro aan de stichting Auschwitz-Birkenau aan voor het onderhoud van de site waar zowat 1,1 miljoen mensen, onder wie een miljoen Joden, tussen 1940 en 1945 om het leven werden gebracht. De meeste van hen werden gedood zodra ze aankwamen in het concentratie- en vernietigingskamp van de nazi’s, dat vandaag in Polen ligt.
De kanselier, die negen jaar na de Tweede Wereldoorlog geboren werd, brengt het bezoek kort voor de herdenking van de 75ste verjaardag van de bevrijding van Auschwitz door het Rode Leger, op 27 januari 1945. Merkel legde samen met Morawiecki herdenkingskransen neer aan de ‘dodenmuur’ van Auschwitz, waar duizenden mensen, overwegend Poolse politieke gevangenen, werden doodgeschoten. De kanselier en de premier hielden een moment van stilte nadat ze de rozenkransen in de nationale kleuren van Duitsland en Polen hadden neergelegd.
