België start Europese vriendenclub om andere landen sneller te kunnen straffen

Premier Alexander De Croo. © Getty
Kamiel Vermeylen

België is sinds kort lid van een nieuwe Europese vriendenclub. Die wil het Europese buitenlandbeleid indringend hervormen. Gemakkelijk wordt dat niet.

‘Enkel de Europese Unie heeft de schaal, de bevoegdheden en de middelen om over zowat alle relevante dreigingen een adequaat beleid tot stand te brengen.’ Nee, de woorden zijn niet van de eurofiele ex-premier Guy Verhofstadt. Het is een fragment uit de allereerste Belgische nationaleveiligheidsstrategie, die eerste minister Alexander De Croo (Open VLD) eind 2021 presenteerde.

De passage verklaart waarom België eerder deze week een zogenaamde Europese vriendenclub is gestart die het huidige Europese buitenlandbeleid wil hervormen. Het initiatief komt van Duits minister van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock, in totaal doen negen lidstaten mee waaronder Nederland, Italië, Spanje en Frankrijk.

Allemaal pleiten ze ervoor om het huidige besluitvormingsproces te vereenvoudigen. Momenteel moeten álle Europese lidstaten het namelijk eens zijn wanneer er een buitenlandvoorstel op tafel ligt – denk maar aan economische sancties, of een statement dat de belangrijkste Europese diplomaat in naam van alle lidstaten maakt. Wel kan een lidstaat zich constructief onthouden om niets te blokkeren, al gebeurt dat zelden.

Elke lidstaat heeft met andere woorden vetorecht, en kan daarom specifieke eisen op tafel leggen. Dat laatste komt geregeld voor. Toen de EU ruim twee jaar geleden sancties wilde uitvaardigen tegen de Belarussische president Aleksandr Loekasjenko stuitte dat op moeilijkheden. Cyprus stelde zijn veto omdat het ook sancties tegen Turkije eiste. Pas na weken kwam er een compromis uit de bus.

Ja-woord

Als de Unie in deze turbulente geopolitieke tijden een rol van betekenis wil spelen, is dat geen manier van werken, vinden België en co. Daarom willen ze op sommige domeinen van het Europese buitenlandbeleid overschakelen van unanimiteit op een gekwalificeerde meerderheid. Daarbij moeten minstens 55 procent van de lidstaten met minstens 65 procent van de Europese burgers akkoord gaan.

Het is voor de negen lidstaten niet de bedoeling om de boel op alle domeinen van het buitenlandbeleid drastisch om te gooien. Ze streven naar eigen zeggen naar pragmatische aanpassingen, zo klinkt het in een statement. Dan gaat het onder meer over sancties, maar bijvoorbeeld niet over Europese missies. Het voorstel gaat dus niet zozeer om wat mogelijk, maar wel om wat politiek haalbaar is.

Want de omschakeling die België bepleit, is niet vanzelfsprekend. Een Europese verdragswijziging vereist unanimiteit, en dat is volgens heel wat lidstaten niet aan de orde. Daarnaast bestaat er – speciaal voor het Europees buitenlandbeleid – een binnenweg om zo’n verdragswijziging te vermijden: de zogenaamde passerelleclausule. Maar ook daarvoor moeten alle landen hun ja-woord geven.

Soevereiniteit

Dat laatste is momenteel niet het geval. Onder meer Polen, Hongarije en de Baltische Staten vrezen dat hun nationale soevereiniteit met een gekwalificeerde meerderheid zou worden aangetast. Helemaal ongelijk hebben ze niet: als een buitenlandvoorstel door zo’n meerderheid wordt goedgekeurd, dan wordt het ook voor de nee-stemmers verplichte Europese wetgeving.

Nu probeert de EU in thema’s buiten het buitenlandbeleid (denk aan energie en asiel) steeds toch naar consensus te zoeken onder de lidstaten, ook al volstaat een gekwalificeerde meerderheid. Maar in crisistijd valt men soms terug op de letter van de wet, zoals bij de spreidingsplannen voor migranten in september 2015. Toen werden Polen en Hongarije weggestemd en weigerden ze mee te werken, waarop ze door het Europees Hof werden veroordeeld.  

België ziet een omschakeling naar gekwalificeerde meerderheid daarentegen niet als een verlies van de nationale soevereiniteit. De regering-De Croo vindt de schade van het logge unanimiteitsproces namelijk veel kwalijker. In de Unie heeft België tenminste nog iets te zeggen, zo luidt de redenering, en dat is maar zinvol wanneer die geopolitiek iets in de melk te brokkelen heeft.

Voor België is het dossier van belang nu de regering-De Croo in de eerste jaarhelft van 2024 het roterende Europese voorzitterschap op zich neemt. Daarin wil België een denkoefening starten over de manier waarop de Unie zich moet organiseren als de Westelijke Balkanlanden, Oekraïne en Moldavië zouden toetreden. Een omschakeling naar gekwalificeerde meerderheid hoort daar ook bij.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content