Europa ondersteunt al-Qaida onbewust

© Reuters

Europa zou de terroristische organisatie al-Qaida onbewust steunen. Zo meent The New York Times die een onderzoek voerde naar de transacties in losgeld voor gijzelaars. Vorig jaar alleen al werd de organisatie bijna 50 miljoen euro uitbetaald.

Het kidnappen van Europeanen voor losgeld is een winstgevend handeltje geworden voor al-Qaida, die zo haar operaties over de hele wereld financiert.

Ondertussen blijven Europese staten ontkennen dat ze losgeld betalen. Maar uit een onderzoek door de Amerikaanse krant The New York Times blijkt nu dat al-Qaida en aan de terroristen gelieerde organisaties minstens 90 miljoen euro hebben ontvangen voor ontvoeringen sinds 2008. Meer dan de helft ervan – bijna 50 miljoen euro – werd in 2013 alleen al uitbetaald.

Humanitaire hulp

Die betalingen werden bijna exclusief door Europese overheden gedaan. Vaak werd het losgeld overgebracht onder het mom van humanitaire hulp. Dat bleek uit interviews van de krant met vroegere gijzelaars, onderhandelaars, diplomaten en staatsvertegenwoordigers in tien landen in Europa, Afrika en het Midden-Oosten. De interne werking van de handel in ontvoeringen werd ook onthuld in duizenden pagina’s van documenten van de terroristische beweging. Die werden door de reporter in Mali gevonden.

Hoewel al-Qaida in de beginjaren vooral steun kreeg van rijke donoren, wordt nu geloofd dat de groepering haar rekruteringen, trainingen en wapens financiert met losgeld dat betaald werd om Europeanen vrij te laten. Of ronduit gezegd: Europa ondersteunt al-Qaida onbewust.

Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland, Italië en Zwitserland ontkenden in e-mails en in telefonische interviews dat ze de terroristen betaald zouden hebben. Het Franse ministerie voor Buitenlandse Zaken stelde dat het land nooit losgeld betaalt.

Cijfers die door de krant werden verzameld, geven echter een heel ander beeld. Frankrijk betaalde sinds 2008 het meeste losgeld, met meer dan 43 miljoen euro. Daarna volgen Qatar en Oman met meer dan 15 miljoen euro, Zwitserland 9,3 miljoen euro, Spanje 8,2 miljoen en Oostenrijk 2,4 miljoen euro. De overige 16 miljoen euro komen uit voor de krant onbekende bronnen.

Vicieuze cirkel

Het feit dat Europa losgeld blijft betalen, leidt tot een vicieuze cirkel. Ontvoeringen voor losgeld zijn de belangrijkste bron van inkomen geworden voor terroristen. En elke transactie moedigt de volgende aan, schrijft The New York Times.

Het is een winstgevend handeltje geworden in de loop der jaren. Terwijl kidnappers in 2003 nog ‘slechts’ 150.000 euro per gijzelaar ontvingen, mogen ze nu tot bijna 8 miljoen euro in hun zak steken. Een bedrag dat tot de helft van de operaties zou vergoeden.

De geldstroom is zo belangrijk geworden, dat interne documenten aantonen dat de organisatie tot vijf jaar terug in Pakistan onderhandelde voor gijzelaars die helemaal uit Afrika ontvoerd waren. Getuigenissen van gijzelaars die duizenden kilometers van elkaar ontvoerd werden, geven aan dat de drie belangrijkste takken van de terroristische organisatie – al-Qaida in de Noord-Afrikaanse islamitische Maghreb, al-Qaida op het Arabisch Schiereiland en Shabab in Somalië – hun acties coördineren en handelen volgens een algemeen ontvoeringprotocol.

‘Slechts’ 15 procent overleeft gijzeling niet

Hoewel de ontvoerders dreigen hun slachtoffers te vermoorden, blijkt uit een overzicht van bekende gevallen dat slechts een klein percentage van de gijzelaars, ontvoerd door al-Qaida, geëxecuteerd werden in de afgelopen vijf jaar. Dat is een opmerkelijke ommekeer in vergelijking met tien jaar geleden, toen video’s circuleerden waarin buitenlanders onthoofd werden. Nu lijkt de beweging te beseffen dat ze meer kunnen bereiken door de gijzelaars in leven te houden en losgeld te ontvangen om hun operaties te steunen. Het potentiële inkomen dat gijzelaars kunnen binnenbrengen, heeft ze te belangrijk gemaakt voor de terroristen.

Eigenlijk werd slechts een minderheid aan gijzelaars sinds 2008 vermoord. Volgens een analyse van The Times gaat het over zo’n 15 procent, en velen daarvan lieten het leven bij mislukte reddingsoperaties.

Slechts enkele landen weigeren losgeld te betalen, met een voortrekkersrol voor zowel de Verenigde Staten als Groot-Brittannië. Een beslissing met evenzeer negatieve gevolgen. Terwijl tientallen Europeanen vrijgelaten worden, overleven Amerikanen of Britten de gijzelingen zelden.

Fransen lopen grootste gevaar

Ondertussen weten de verschillende takken van al-Qaida ook goed welke overheden betalen en welke niet. Van de 53 ontvoeringen door de terroristische beweging de afgelopen vijf jaar, had een derde de Franse nationaliteit. Kleine staten zoals Oostenrijk, Spanje en Zwitserland – die geen grote expat-gemeenschappen hebben in de landen waar de ontvoeringen plaatsvinden – zijn samen goed voor 20 procent van de slachtoffers.

Britten en Amerikanen lijken – door hun antilosgeldbeleid? – minder aantrekkelijk geworden te zijn voor ontvoerders. Slechts drie Amerikanen werden in die periode door al-Qaida gekidnapt. Maar voor wie dan toch ontvoerd wordt, blijkt een paspoort van die landen een doodsakte.

Westerse landen hebben al meerdere akkoorden ondertekend die oproepen om het betalen van losgeld te stoppen. In 2013 nog onderschreven de grootste betalers van Europa zo’n verklaring op de G8-top. Toch getuigen gijzelaars die in 2014 nog werden vrijgelaten en vroegere onderhandelaars dat Europese overheden – voornamelijk Frankrijk, Spanje en Zwitserland – verantwoordelijk blijven voor enkele van de grootste betalingen, waaronder een som van 30 miljoen euro vorige herfst om vier Franse gijzelaars in Mali te bevrijden. Of hoe toen Duitsland in 2003 miljoenen aan terroristen in Mali betaalde, de trend zette die meer dan tien jaar later doorgaat. (WB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content