‘EU-lidmaatschap blijft een doel voor Turkije’

'Een EU met Turkije als lid kan de hand reiken naar de islamitische wereld.' © Reporters
Sarah Lamote
Sarah Lamote Correspondent Ankara

De Turkse viceminister van Buitenlandse Zaken Faruk Kaymakci blijft optimistisch over de Europese toekomst van zijn land. Ondanks een negatief EU-rapport.

Mensenrechtenschendingen, achteruitgang van de rechtsstaat, druk op het middenveld: het rapport van het Nederlandse Europarlementslid en Turkije-rapporteur voor het Europees Parlement Kati Piri laat weinig aan de verbeelding over. De conclusie is duidelijk: de onderhandelingen over de toetreding van Turkije tot de EU moeten formeel worden opgeschort. Volgende week wordt over het rapport gestemd.

Toch blijft Faruk Kaymakci positief. Als Turks vertegenwoordiger bij de EU woonde en werkte hij jarenlang in Brussel. Vandaag ijvert hij als viceminister van Buitenlandse Zaken en directeur voor EU-aangelegenheden voor een Europese toekomst voor zijn land. ‘EU-lidmaatschap is en blijft een strategisch doel voor Turkije. Turkije is een stichtend lid van de Raad van Europa en de NAVO. Dan is het logisch dat de Europese Unie volgt.’

Turkije is een stichtend lid van de Raad van Europa en de NAVO. Dan is het logisch dat de Europese Unie volgt.

Maar dus niet als het van het rapport afhangt. ‘Een verkeerde stap’, vindt Kaymakci. ‘Als het Europees Parlement geïnteresseerd is in een sterkere democratie en betere mensenrechten in Turkije, dan moet het ons net aanmoedigen. Een opschorting is contraproductief. Europa heeft behoefte aan inclusiviteit, samenwerking, leiderschap en visie. Niet aan kortetermijnbelangen of populisme.’

Hoewel het rapport van Piri ‘adviserend’ is, groeit de consensus in Brussel dat Turkije geen EU-lid kan worden. Als de Europese Commissie en de lidstaten de oproep van het Europees Parlement volgen, zou dat het einde betekenen van een decennialange verloving. Al in 1987 vroeg Turkije lidmaatschap aan, en in 1999 kreeg het land officieel de status van kandidaat-lidstaat. Maar de positieve sfeer van toen is verdampt. En hoewel beide partijen schuld treft, kan niemand om de democratische achteruitgang van Turkije heen.

Dat erkent ook Kaymakci. ‘Het is duidelijk dat Turkije weer moet hervormen. Om dat te kunnen doen, moeten we van enkele obstakels af. En daarbij is vooral bemoedigende taal van de EU cruciaal. Om de Turkse hervormingen nieuw leven in te blazen, moet de EU ons begeleiden om een geloofwaardige kandidaat te worden. Want als de onderhandelingen vooruitgaan, volgen de hervormingen.’

In naam van de democratie nam Turkije de voorbije jaren buitensporige maatregelen die de democratie net ondermijnden. Zeker sinds de protesten tegen het autoritaire beleid van Recep Tayyip Ergogan in 2013 en de mislukte coup van juli 2016. De afgelopen tweeënhalf jaar werden meer dan 132.000 ambtenaren geschorst of ontslagen en meer dan 50.000 mensen gevangengezet. Oppositieleider Selahattin Demirtas moest vorig jaar vanuit de cel campagnevoeren voor de presidentsverkiezingen.

Naast de officiële toetredingsvereisten speelt ook de identitaire kwestie een rol. Een Turkse toetreding tot de EU zou betekenen dat een overwegend soennitisch land met 82 miljoen inwoners het grootste land van de Unie zou worden. Kaymakci begrijpt de gevoeligheden, maar ziet vooral vooroordelen. ‘Een EU met Turkije als lid kan net de hand reiken naar de islamitische wereld.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content