EU-leiders hebben nieuwe top nodig voor akkoord over verdeling topjobs

Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker arriveert bij de EU-top in Brussel. © Belga

De staatshoofden en regeringsleiders hebben nog geen akkoord bereikt over de verdeling van de topjobs in de Europese instellingen. Omstreeks twee uur in de nacht van donderdag op vrijdag zijn ze zonder deal uiteengegaan.

‘Er was voor geen enkele kandidaat een meerderheid’, zo stelde voorzitter Donald Tusk vast. Op een extra top op 30 juni ondernemen de leiders een nieuwe poging.

Met name de voordracht van een nieuwe Commissievoorzitter ligt moeilijk. Hij of zij moet zowel onder de regeringsleiders als in het Europees Parlement een meerderheid achter zich weten te scharen. ‘Er was voor geen enkele kandidaat een meerderheid. We zijn het eens dat het hele pakket de diversiteit van de Europese Unie moet weerspiegelen. We komen op 30 juni opnieuw bijeen’, zo kondigde Tusk aan.

De Pool zet intussen zijn consultaties met de regeringsleiders en de zwaargewichten van het Europees Parlement verder. Omdat een aantal regeringsleiders tot zaterdag op de G20-top in Japan zal vertoeven, zal de extra top volgens diplomatieke bronnen pas op zondagavond beginnen. Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker verwacht niet dat de knoop dan makkelijker ontward kan worden. ‘Maar het moet gebeuren’, aldus Juncker, die ‘met plezier’ heeft aanschouwd ‘dat het heel moeilijk is om een opvolger voor mij te vinden’.

Momenteel zijn drie kandidaturen publiek: de Duitser Manfred Weber voor de Europese Volkspartij, de Nederlander Frans Timmermans voor de sociaaldemocraten en de Deense Margrethe Vestager voor de liberalen. Ze zijn als zogenaamde Spitzenkandidaten door hun politieke familie voorgedragen tijdens de campagne voor de Europese verkiezingen.

Een meerderheid in het Europees Parlement heeft aangegeven dat het halfrond enkel de voordracht van één van deze drie kandidaten zal steunen, maar er blijven in de wandelgangen ook andere namen circuleren. ‘Ik blijf overtuigd dat het proces van spitzenkandidaten nog niet beindigd is, maar we zullen zien op het einde’, observeerde Juncker.

Ook Merkel blijft het systeem van Spitzenkandidaten een warm hart toedragen, maar volgens haar zal de procedure pas ‘werkelijk transparant’ worden wanneer de voordracht van de topkandidaten in de verkiezingscampagne wordt gekoppeld aan de invoering van transnationale lijsten. Dat vindt ook de Franse president Emmanuel Macron. Als politicus die niet tot de drie klassieke politieke families behoort, verzette hij zich de voorbije maanden met hand en tand tegen het systeem in zijn huidige vorm. Macron gaat er dan ook vanuit dat de drie Spitzenkandidaten verleden tijd zijn. ‘Ze zijn getest door Donald Tusk en hij heeft vastgesteld dat er geen meerderheid voor hen bestaat.’

Het is volgens Macron dan ook tijd om nieuwe kandidaturen te overwegen. Het lidmaatschap van deze of gene partij is daarbij voor het Franse staatshoofd niet van belang. Wel dringt hij aan op mensen met de ‘noodzakelijke kwaliteiten’ en ‘ervaring’ en op een evenwicht bij de verdeling van de andere topjobs. ‘Dit team moet een nieuw tijdperk voor Europa belichamen.’

Behalve een opvolger voor Juncker, wiens mandaat op 30 oktober verstrijkt, moeten de Europese regeringsleiders ook op zoek naar een nieuwe voorzitter van de Europese Raad, een hoge vertegenwoordiger voor het buitenlands beleid en een voorzitter voor de Europese Centrale Bank.

Ook geen akkoord over klimaatneutraliteit tegen 2050

Ondanks urenlange discussies zijn de Europese staatshoofden en regeringsleiders het donderdag op de top in Brussel ook niet eens geraakt over de doelstelling om het continent tegen 2050 klimaatneutraal te maken. Polen, Hongarije en Tsjechië lagen dwars, zo melden diplomatieke bronnen.

Een grote meerderheid van de regeringsleiders was bereid een tekst te steunen waarin de Europese Unie zich bereid toont om netto klimaatneutraliteit tegen 2050 na te streven. Dat betekent dat de uitstoot van broeikasgassen helemaal gecompenseerd moet worden door andere maatregelen, zoals koolstofopslag.

Dat zou volgens de Europese leiders moeten gebeuren op een manier die de concurrentiekracht van de Europese economie vrijwaart en sociaal rechtvaardig is. Ook toonde de tekst begrip voor specifieke nationale omstandigheden en het recht van elk land om zijn eigen energiemix te bepalen.

Die toezeggingen konden Polen echter niet overtuigen. Met steun van Hongarije, Tsjechië en Estland eiste Warschau garanties voor financiële steun om de overgang naar een koolstofvrije economie te maken. ‘We kunnen ons fiat niet geven als we niet weten hoe het compensatiemechanisme er zal uitzien’, klonk het bij een Poolse bron. Een land als Polen blijft heel sterk afhankelijk van kolen en andere fossiele brandstoffen.

Uiteindelijk moesten de regeringsleiders genoegen nemen met een compromistekst waarin staat dat de Europese Unie netto klimaatneutraliteit in overeenstemming met het akkoord van Parijs wil bereiken. Er wordt enkel in een voetnoot verwezen naar het feit dat een ‘ruime meerderheid’ van de lidstaten die ambitie tegen het midden van de eeuw wil verwezenlijken.

Frankrijk had de voorbije weken de kar getrokken voor een ambitieus Europees standpunt over klimaat. In eerste instantie sloten België en zes landen zich aan, en de voorbije dagen kwamen ook Duitsland en de meeste andere lidstaten over de brug. Unanimiteit bleek echter niet mogelijk. Zo moet de Europese Unie in september met ingeperkte ambities naar een VN-klimaattop in New York.

Greenpeace reageert ontgoocheld. ‘De leiders moeten een spoedklimaattop organiseren om de Europese geloofwaardigheid te redden voor de cruciale VN-top in september’, zegt adviseur Sebastian Mang in een persmededeling. ‘Met de mensen op straat die actie vragen en de waarschuwingen van wetenschappers dat de kans om te reageren kleiner aan het worden is, hadden onze regeringen een kans om de leiding te nemen en Europa snel op weg naar een koolstofvrije samenleving te zetten. Ze hebben het verknald.’

Sancties op Rusland met zes maanden verlengd

Op de top in Brussel heeft de EU ook haar economische sancties tegen Rusland, die sinds 2014 van kracht zijn wegens de Russische betrokkenheid bij het gewapend conflict in het oosten van Oekraïne, met zes maanden verlengd, tot 31 januari 2020.

De economische sancties blijven van kracht omdat de Duitse bondskanselier Angela Merkel en de Franse president Emmanuel Macron hun collega’s in Brussel opnieuw moesten vertellen dat er geen vooruitgang wordt geboekt bij de implementatie van het Minsk II-vredesakkoord. Dat akkoord werd in februari 2015 met Frans-Duitse bemiddeling onderhandeld en moet de rust doen weerkeren in Oost-Oekraïne, waar Oekraïense separatisten met de steun van Russische troepen in 2014 strijd begonnen te leveren tegen het centrale gezag in Kiev.

De economische sancties zijn gekoppeld aan de uitvoering van het akkoord van Minsk. Omdat Rusland geen moeite doet dat akkoord uit te voeren, werd op de top unaniem beslist om de sancties nog maar eens met een half jaar te verlengen. Zo blijft bepaalde Russische banken en bedrijven de toegang tot de Europese kapitaalmarkten ontzegd en houdt het verbod op de in- en uitvoer van wapens stand.

Eerder op donderdag werden andere, zogenaamde beperkende maatregelen die in 2014 ingevoerd werden omdat Rusland de Krim en Sebastopol illegaal heeft geannexeerd, met twaalf maanden verlengd. Daardoor zullen zeker tot 23 juni 2020 geen goederen in de EU geïmporteerd mogen worden die uit het schiereiland of de havenstad afkomstig zijn, zullen Europese burgers en bedrijven er geen investeringen mogen doen en blijft een exportverbod van kracht voor specifieke Europese goederen en technologieën.

Ook de crash van vlucht MH17 in 2014 in Oost-Oekraïne komt op de top aan bod. Woensdag wees een internationaal onderzoek drie Russische verdachten aan, maar volgens Moskou is er geen bewijs voor Russische betrokkenheid. Voor aanvang van de top kondigde de Nederlandse premier Mark Rutte aan dat hij zijn collega’s zal vragen om Nederland te steunen met een oproep aan Moskou om mee te werken aan ‘volledige waarheidsvinding en berechting’.

Leiders mikken op meerjarenbegroting tegen jaareinde

Tegen het einde van het jaar zou de Europese Unie een meerjarenbegroting tot 2027 moeten hebben. Die deadline hebben de staatshoofden en regeringsleiders donderdag afgesproken op de Brusselse top.

De EU heeft de gewoonte haar globale inkomsten en uitgavenplafonds voor een langere periode vast te leggen. Dat zorgt ervoor dat de lidstaten eens om de zes, zeven jaar moeten strijden over de verdeling van een slordige duizend miljard euro. De inzet is hoog, en zeven jaar geleden bereikten ze met veel vertraging een deal over de uitgaven tot 2021, waardoor vele programma’s met uitstel opgestart moesten worden.

Om een herhaling van dat scenario te vermijden, spraken de regeringsleiders eind vorig jaar de hoop uit om tegen oktober van dit jaar een akkoord te bereiken over de meerjarenbegroting van 2021 tot en met 2027. Die ambitie wordt echter al weer opgeborgen. In de conclusies van de top van donderdag wordt gemikt op een akkoord tegen december, terwijl de Europese Commissie en het Europees Parlement eigenlijk reeds voor de verkiezingen duidelijkheid hadden gewenst.

De Commissie had haar voorstel in mei vorig jaar op tafel gelegd: een budget van 1.279 miljard euro of 1,11 procent van het bruto nationaal inkomen. Ondanks het verlies van de Britse bijdrage wil de Commissie extra geld uitgeven op domeinen als migratie, veiligheid, defensie, werkgelegenheid en Erasmus+. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid (-5 procent) en de cohesiefondsen (-6 procent) dreigen de rekening te betalen.

Dat is uiteraard niet naar de zin van de grootste begunstigden van dat beleid. Noordelijke landen als Nederland, Zweden, Denemarken en Finland vinden dan weer dat het totale budget afgeslankt moet worden tot 1 procent van het bni.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content