Etienne Davignon: ‘Als de Britten vertrekken, is de Europese Unie fundamenteel mislukt’

Etienne Davignon © BELGA
Walter Pauli & Ewald Pironet Redacteurs bij Knack

Een mini-Schengen, een kern-Europa: Etienne Davignon heeft er geen boodschap aan. Een gesprek over de zegeningen van de eenheidsmunt, de profileringsdrang van politici, Brussel als hoofdstad van het jihadisme en het brexit-referendum.

Dit artikel verscheen begin januari 2016 in Knack.

‘Nog nooit’, antwoordt Etienne Davignon op de vraag of hij al eens zo’n spannende tijd heeft meegemaakt als vandaag. ‘Nochtans heb ik een paar bloedstollende periodes beleefd, bijvoorbeeld toen ik als jong diplomaat actief was in het pas onafhankelijke Congo en de Belgische paracommando’s in Stanleystad de blanken moesten komen redden. Maar zelfs die situatie kon je nog goed beoordelen.

Wat er vandaag aan de hand is, kun je nauwelijks inschatten. Wat is de toekomst van Syrië? Hoe moet het verder met Libië? Wie durft daar met enige zekerheid iets over te zeggen? En dan zijn er nog de vluchtelingenstromen en aanslagen zoals recent in Parijs. De mensen zijn bang, voor de terreur, voor wat de toekomst zal brengen. Zullen hun kinderen het nog wel zo goed hebben als zijzelf? Dat verklaart ook het succes van een extremistische partij als het Front National in Frankrijk. Nog nooit was de toekomst zo onvoorspelbaar.’

Etienne Davignon lurkt aan zijn pijp in zijn Brusselse kantoor bij Engie, het vroegere GDF Suez, de Franse energiegroep waar hij verschillende topfuncties bekleedde. De burggraaf heeft een rijkgevulde carrière die zelfs op zijn 83e nog niet helemaal achter de rug is. In de jaren zestig was hij kabinetschef bij minister van Buitenlandse Zaken Paul-Henri Spaak. Daarna was hij als Europees commissaris onder meer verantwoordelijk voor de interne markt en de industrie. Vervolgens reeg hij een eindeloze reeks bestuursfuncties aan elkaar in zeer diverse bedrijven als de Generale Maatschappij van België, Solvay, Sabena, Suez, Accor, Tractebel, Fortis en Umicore. En hij is bestuurder bij voetbalclub RSC Anderlecht.

Etienne Davignon
Etienne Davignon© BELGA

Belangrijke samenkomsten als de Trilaterale Commissie en de Bilderberg Groep, waar het kruim uit de politiek-financieel-economische wereld over actuele thema’s van gedachten wisselt, behoren ook tot Davignons actieradius. Hij is nog steeds voorzitter van de invloedrijke denktank Friends of Europe. In 2004 werd hij benoemd tot minister van staat, een zeer ongewone eer voor een man die nooit minister of partijvoorzitter en zelfs eigenlijk nooit echt ‘politicus’ was.

Het netwerk van Davignon heeft legendarische proporties aangenomen. ‘Ach,’ lacht hij, ‘stel je daar niet te veel bij voor. Als je ergens enkele decennia meedraait, heb je automatisch een paar vrienden.’ Hij jaagt opnieuw de vlam in zijn pijp: ‘En het is ook niet zo belangrijk, want in een land als België weet binnen de kortste tijd toch iedereen alles.’

Na de val van de Muur en de verbrokkeling van de Sovjet-Unie dachten we begin jaren negentig allemaal dat het einde van de geschiedenis in zicht was: de westerse democratie en de vrije markt zouden overal ingang vinden en tot peis en vree leiden. Het is anders gelopen.

ETIENNE DAVIGNON: We staan terug met beide voeten op de grond. Ook de nieuwe krachtsverhoudingen zijn vandaag al verouderd. Ideologie is vervangen door geopolitiek: wie streeft welke belangen na in welk werelddeel? Daarom is het zo belangrijk dat Europa zich sterk toont.

De Europese Unie was nog nooit zo verdeeld als nu over de vluchtelingencrisis.

DAVIGNON: Voor al die vluchtelingen is Europa het paradijs. Hier vinden ze een rechtvaardige samenleving, waar iedereen naar school kan, kansen krijgt en verzorgd wordt als hij ziek is. Elders bestaat dat niet, ook niet in de Verenigde Staten.

Wat met de vluchtelingenstroom?

DAVIGNON: In het Schengenverdrag staat duidelijk hoe de Europese buitengrenzen moeten worden bewaakt en wat daar met de vluchtelingen moet gebeuren, hoe ze daar moeten worden geregistreerd en opgevangen. Alleen, Griekenland past de regels niet toe. Maar als één land zijn verantwoordelijkheid niet opneemt, is heel het Schengensysteem kapot. We moeten dus zo snel mogelijk de buitengrenzen van Europa correct controleren. Als het nodig is, moeten alle lidstaten helpen om het Schengenverdrag uit te voeren.

Als het nodig is, moeten alle lidstaten helpen om het Schengenverdrag uit te voeren

Niet alleen Griekenland stelt de Europese gedachte op de proef. De Oost-Europese landen willen amper vluchtelingen opvangen.

DAVIGNON: Ik zou toch begrip willen opbrengen voor hun houding. Solidariteit wil niet zeggen dat iedereen hetzelfde moet doen, wel dat je bereid moet zijn om jouw deel te doen. Dat heet burden sharing, een evenredige verdeling van de lasten. Als een land zegt dat het geen vluchtelingen wil opvangen, moet het bereid zijn om een gelijkwaardige inspanning te leveren als de landen die dat wel doen. Die ex-Oostbloklanden zouden Griekenland bijvoorbeeld kunnen helpen met grenscontroles. Trouwens, die vluchtelingen willen ook niet naar Polen of andere ex-Oostblokstaten. Eenmaal ze erkend zijn, verhuizen ze toch, of we dat nu willen of niet.

Ze willen allemaal naar Duitsland en zijn buurlanden. Daarom pleit de voorzitter van de eurogroep Jeroen Dijsselbloem ervoor om een mini-Schengen te vormen met Duitsland, Oostenrijk, Zweden, Nederland en België. Dat kan dan zelf zijn buitengrenzen bewaken.

DAVIGNON: Het is geen probleem van groot-Schengen of mini-Schengen. Er is een duidelijke keuze gemaakt welke landen bij de Schengenzone horen. Lange tijd heeft Schengen goed gefunctioneerd, maar toen was het aan de buitengrenzen vrij rustig. Met de toestand in Afghanistan, Irak, Libië en Syrië is het systeem onder druk gekomen. We moeten deze crisis gebruiken om het Schengensysteem te versterken, niet om het ter discussie te stellen.

Iedereen twijfelt aan Schengen, zeker na de terreuraanslagen in Parijs.

DAVIGNON: Ja, maar de aanslagen in Parijs en in het Joods Museum in Brussel zijn gepleegd door mensen die in Europa woonden. Hekken of strengere controles aan de Europese buitengrenzen zouden die aanslagen niet hebben voorkomen. Een van de belangrijkste waarden in onze westerse samenleving is de vrije meningsuiting en uitwisseling van informatie. De geradicaliseerde moslims werden niet zozeer geïnspireerd door wat sommige imams in de moskee vertellen, maar wel door fundamentalistische propaganda die via het internet wordt verspreid. Wat kunnen Google en anderen doen om te beletten dat extremistische ideeën via het internet hun weg vinden? Dat is een totaal nieuwe uitdaging.

Je hoort nu pleidooien om weer nationale grenscontroles in te voeren.

DAVIGNON: Welke gevolgen zouden die nationale grenscontroles hebben voor de gemeenschappelijke markt? Een van onze troeven is toch dat er een Europese markt is met 500 miljoen inwoners. Daar ga je dus een eind aan maken? Nee, de nationale grenzen opnieuw invoeren is een zeer dom idee.

Is de Europese Unie met 28 landen niet te groot?

DAVIGNON: Je moet weten wat je wilt. Met zes landen vorm je geen Europese Unie, dan ben je een clubje binnen Europa. Als je echt een Europese Unie wilt die rijk en machtig is en internationaal een woordje kan meespreken, dan moeten zo veel mogelijk Europese landen samenwerken. En alle lidstaten zijn beter geworden van die samenwerking, de welvaart is overal in Europa toegenomen.

Nu kan ik tot op zekere hoogte begrijpen dat de voormalige communistische landen niet zo’n grote voorstander zijn van verdere integratie binnen de Europese Unie. Vroeger maakten ze deel uit van de Comecon. Van echte onafhankelijkheid was geen sprake: Boedapest, Warschau en Praag werden door Moskou gedomineerd. Dat is nog altijd een afschuwelijke herinnering. Waarom zouden ze dan nu hun soevereiniteit afstaan aan de Europese Unie? Van hen wordt verwacht dat ze plots meestappen in een Europees proces dat al lang aan de gang is. Dat is niet makkelijk, maar we moeten hen de voordelen van de Europese Unie blijven uitleggen en hen overtuigen.

Ik ben het eens met Verhofstadt dat er een Europees project moet zijn, maar je kunt niet meer terug naar het oude Europa van zes landen

Voormalig eurocommissaris Karel Van Miert vond dat de uitbreiding van de Europese Unie te snel was gegaan. Hij sprak van een ‘imperial overstretch’.

DAVIGNON: Natuurlijk was het beter geweest als we meer tijd hadden uitgetrokken voor de uitbreiding van de Europese Unie, maar gezien de politieke situatie kon dat moeilijk. U moet zich de eerste jaren na de val van de Muur herinneren: in heel veel Oost-Europese landen had de bevolking haar hoop gesteld op de Europese Unie. Wij konden die mensen moeilijk in de steek laten.

Guy Verhofstadt hield al in 2005 met De Verenigde Staten van Europa een pleidooi voor een kern-Europa, met een paar landen die de integratie zouden voortzetten zoals de Europese founding fathers die voor ogen hadden

.

DAVIGNON: Ik ben het eens met Verhofstadt dat er een Europees project moet zijn, maar je kunt niet meer terug naar het oude Europa van zes landen. Dat is nostalgie.

Vroeger werd de Europese Unie gezien als een instelling die problemen oplost, nu geldt ze als een dure ambtenarij die problemen schept.

DAVIGNON: Ik hoor wel vaker dat vroeger iedereen enthousiast was over Europa, maar jammer genoeg heb ik die tijd nooit meegemaakt. Telkens als er iets fout liep in een land, gaven de politici ‘Europa’ daarvan de fout. Ik heb als eurocommissaris in de jaren zeventig de staalcrisis meegemaakt. De Belgische regering kwam toen met een herstructureringsplan. Ze wist dat het geen goed plan was, maar ze wachtte tot ik dat zei. Dan kon ze zeggen dat het die domme Davignon zijn schuld was. Nationale politici hebben altijd de zwartepiet naar de Europese Unie doorgespeeld. Als dat van tijd tot tijd gebeurt, is dat ook niet zo erg, maar nu maken ze er een sport van.

Houdt u het voor mogelijk dat Groot-Brittannië uit de Europese Unie stapt?

DAVIGNON: Zeg nooit nooit, maar premier David Cameron zou dan het doodvonnis van zijn land tekenen. Als Groot-Brittannië uit de Europese Unie stapt, zal het niet langer Groot-Brittannië zijn. De Schotten zullen dan onmiddellijk een referendum over onafhankelijkheid organiseren en ze zullen dat winnen. Dan wordt Groot-Brittannië opnieuw Engeland. De eerste minister die daarvoor verantwoordelijk is, zal zeker in de geschiedenisboekjes komen, maar niet op de manier zoals hij had gehoopt.

De Britten willen een soort vetorecht over alle zaken in Europa, ook als ze er niet echt bij horen. Dat is totaal onaanvaardbaar

De Britten houden het volgende jaar een referendum over hun lidmaatschap van de EU en in de aanloop daarnaartoe eisen ze alvast toegevingen van Europa. Zijn die haalbaar?

DAVIGNON: De Britten willen een soort vetorecht over alle zaken in Europa, ook als ze er niet echt bij horen. Dat is totaal onaanvaardbaar.

Zou een ‘Brexit’ een groot verlies zijn voor de Europese Unie?

DAVIGNON: Als de Britten vertrekken, is de Europese Unie en de Europese gedachte fundamenteel mislukt.

En als Griekenland uit de Europese Unie verdwijnt?

DAVIGNON: Dat is een kleinere mislukking. Het vertrek van Groot-Brittannië zou een beslissing van de Britse bevolking zijn. Als Griekenland uit de EU verdwijnt, komt het doordat het niet in staat is aan zijn verplichtingen te voldoen. Dat is heel iets anders. Griekenland heeft problemen en we proberen die samen op te lossen, maar makkelijk is het niet.

Tijdens de Griekse crisis was er sprake van het einde van de euro. Hebt u daar ooit rekening mee gehouden?

DAVIGNON: Technisch kunnen de nationale munten opnieuw worden ingevoerd, want de Nationale Banken bestaan nog steeds. Maar wat zouden de economische en politieke gevolgen zijn? Landen zouden opnieuw hun munt devalueren om daar concurrentievoordelen uit te halen. Dat zou een grote verarming met zich meebrengen. En dan kan het zwartepieten tussen de nationale staten weer beginnen. Voor je het weet, krijg je weer spanningen tussen Duitsers, Fransen, of Engelsen. Dan is het Europese vredesproject dood.

Na de terreuraanslagen van 13 november in Parijs werd België in de internationale media afgeschilderd als een failed state, een falende staat.

DAVIGNON: Het beeld dat van Brussel werd geschetst is ronduit overdreven. Al hebben al die journalisten die neerstrijken in Molenbeek en wereldwijd verslag uitbrengen uit ‘de Europese hoofdstad van het jihadisme’ natuurlijk wel hun impact. Zo werd ik onlangs opgebeld door een buitenlandse vriend die erg bezorgd was over mij. Ik dacht eerst dat hij me telefoneerde omdat het bijna Kerstmis is, maar hij was heel ongerust en wilde echt weten hoe het met me ging, onder die grote terreurdreiging in Brussel.

Dat er in Brussel nog steeds zes politiezones bestaan, krijg je nergens uitgelegd.

DAVIGNON: Ach, als die zones goed samenwerken, is er geen probleem. Vandaag doen sommigen alsof je met een wijziging van het organigram alle problemen oplost. (grijnst) Ik heb in de bedrijfswereld vaak genoeg gezien dat het niet zo eenvoudig is.

Ziet u vaker grote overeenkomsten tussen de politiek en het bedrijfsleven?

DAVIGNON: Overal kom je twee categorieën van mensen tegen: zij die denken dat hun taak het belangrijkste is en zij die vinden dat hun positie het belangrijkste is. Soms merk ik bij bedrijfsleiders ook veel misprijzen tegenover de politiek. Dat is niet juist. Politiek is een harde stiel.

Is de stiel ook moelijker geworden?

DAVIGNON: Veel moeilijker. Alles is veel transparanter dan vroeger. De journalisten volgen nu alles op de voet, en je hebt de sociale media. De discussies binnen een coalitie zijn ook veel ingewikkelder geworden. Ik herinner me nog de tijd dat in een regering alleen de premier naar buiten trad en het woord voerde. Van een kernkabinet met de vicepremiers was geen sprake. Nu heeft men het voortdurend over het kernkabinet, dat ook steeds nadrukkelijker op de voorgrond treedt. Op persconferenties is de premier tegenwoordig altijd vergezeld van de vicepremiers. En natuurlijk moeten die dan allemaal benadrukken dat zij en hún partij het verschil maken. Er is te veel onderling wantrouwen en te veel profileringsdrang.

De meeste bedrijfsleiders vragen van deze regering vooral dat ze bespaart.

DAVIGNON: Toch ben ik woedend om de besparingen die de regering heeft doorgevoerd in de culturele sector. Ik ben voorzitter van het Paleis voor Schone Kunsten en ik ben ervan overtuigd dat cultuur van onschatbare waarde is, zeker in de huidige omstandigheden. Cultuur verruimt de blik op de wereld. Cultuur is essentieel om de jongeren iets anders te bieden dan wat ze via het internet zien. Die besparingen in de culturele sector brengen de overheidsbegroting nauwelijks iets op. Maar voor veel culturele instellingen betekent een besparing van 10 procent een verschil tussen leven en dood.

We hebben de belangrijkste vraag voor het einde bewaard: wordt Anderlecht dit jaar kampioen?

DAVIGNON: Als Anderlecht daar dit jaar niet in slaagt, is het… niet goed. Ja, dat is een diplomatisch antwoord. Maar ik ben voorzichtiger in mijn uitspraken over het voetbal dan over de toestand in de wereld.

Partner Content