Estland na een kwarteeuw onafhankelijkheid: ‘Elke verkiezing draait rond Rusland’

Een oefening van de NAVO op 18 mei 2017. © ISOPIX

Vanaf juli is Estland voor de eerste keer de voorzitter van de Raad van de Europese Unie. Wat is de staat van dit land dat een grens van 300 kilometer deelt met Rusland? ‘Wanneer de oudere Russische Esten uitsterven, zal de situatie verbeteren.’

Normaliter moest het Verenigd Koninkrijk de Raad van de Europese Unie (EU) voorzitten van 1 juli 2017 tot het einde van het jaar. Vanwege de brexit was het echter niet opportuun om een scheidende lidstaat de boel te laten leiden. Daarom komt de beurt toe aan Estland, dat eigenlijk later op het roterend lijstje stond ingepland.

Het is de eerste keer sinds de toetreding van Estland tot de EU in 2004 dat de eer aan deze Baltische staat van 1,3 miljoen inwoners toekomt. Het biedt een unieke gelegenheid om de wereld te tonen dat Estland meer is dan het kleine landje dat gevaarlijk dicht bij de Russische Beer ligt.

Het levendige Estland hoopt de wereld zijn zelfvertrouwen en zelfstandigheid te tonen, net als de opmerkelijke vooruitgang die het geboekt heeft sinds het land onafhankelijk werd van de Sovjet-Unie op 20 augustus 1991.

Natuurlijk is die geschiedenis ook vandaag nog steeds zichtbaar. In het straatbeeld, in de retoriek van politieke partijen, in de media. Sinds de annexatie van de Krim door Rusland in 2014 hebben de Baltische staten opnieuw aan wereldwijde interesse gewonnen. Zal Russisch president Vladimir Poetin ook NAVO-lid Estland durven raken?

De Esten zijn niet vergeten dat het grote aandeel Russen in de Krim een aanleiding was voor Moskou om het gebied via een (internationaal amper erkend) referendum in de Russische Federatie in te lijven. In Estland maakt de Russische minderheid een vierde van de bevolking uit…

Vele van deze Russen werden in Estland ‘geplaatst’ door Jozef Stalin en de zijnen om de zogenaamde russificatie van het land te voltrekken – ook de Estse vlag en de traditionele liederen werden in die periode verboden.

Elke Estse verkiezing draait rond Rusland.

Martin Noorkõiv, CEO Domus Dorpatensis Foundation

‘Een van mijn grootste zorgen vandaag zijn de mensenrechten van de Russische minderheid’, zegt Martin Noorkõiv. De jonge Martin is CEO van de Domus Dorpatensis Foundation, een non-profitorganisatie die jonge mensen wil betrekken bij de democratische samenleving. Hij benadrukt dat hij zelf geen Russische Est is.

Het onderwerp ligt uiterst gevoelig, zegt hij. ‘Esten zullen zeggen dat alles goed gaat met de Russische minderheid, maar vergeet niet dat 100.000 onder hen nog steeds geen paspoort hebben. In Letland hebben de Russen tenminste eigen politieke partijen, hier moeten ze rekenen op de goodwill van de Estse partijen. Daarenboven draait elke Estse verkiezing rond Rusland.’

“Ware Esten”

Volgens Martin moeten Russische Esten een keuze maken: of Rus of Est, zonder grijze zone. ‘Daarom gaan zoveel Russische Esten ofwel naar het buitenland, ofwel worden ze een “ware Est”.’

Hij heeft ook van nabij meegemaakt wat het betekent met een Russisch klinkende naam door het leven te gaan. ‘Mijn vriendin is een Oekraïense, de reacties die sommigen uiten bij het lezen van haar Russisch klinkende naam maakt het leven iets moeilijker.’

De jonge ondernemer koestert weinig illusies over een mogelijke verbetering van de situatie. ‘Wanneer de oudere Russische generaties uitsterven – een proces dat nu gaande is – zal het uiteindelijk verbeteren. Er zullen dan nog weinigen overblijven om te klagen.’

Niet dat hij pro-Poetin is – integendeel. Met zijn organisatie strijdt hij onder meer tegen het autoritarisme en het populisme. Onder zijn tegenstanders rekent hij de Conservatieve Volkspartij, een populistische beweging die de laatste jaren aan aanhang heeft gewonnen. Volgens Martin wordt de partij gefinancierd door Rusland – al kan die bewering niet hard worden gemaakt.

Martin is pro-EU, al vindt hij dat de Unie in nog heel wat opzichten voor verbetering vatbaar is. ‘Maar de identitaire beweging wil Estland alleen zetten in de wereld. Ze denkt erg provinciaal.’

NAVO-afgevaardigde Rose Gottemoeller spreekt met Britse soldaten in Estland op 12 mei 2017
NAVO-afgevaardigde Rose Gottemoeller spreekt met Britse soldaten in Estland op 12 mei 2017© REUTERS

Met zijn werk hoopt hij de nieuwe leiders van morgen klaar te stomen. ‘De geschiedenis leert ons dat een democratie snel kan omslaan naar haar tegengestelde.’

Toen hij in een krant de rechten van immigranten verdedigde na een terroristische aanslag in Parijs werden doodsbedreigingen via sociale media zijn deel. De verbale aanvallen leken haast georkestreerd door aanhangers van de Volkspartij. Maar Martin was niet afgeschrikt. ‘We moeten de open democratische samenleving wapenen tegen antidemocraten van eender welk pluimage.’

De geschiedenis leert ons dat een democratie snel kan omslaan naar haar tegengestelde.

Martin Noorkõiv, CEO Domus Dorpatensis Foundation

e-Residency in e-Estonia

Hoezeer de problematiek rond de Russische minderheid het land ook herinnert aan haar pijnlijke verleden, Estland kijkt steevast ook vooruit. En hoe.

De lidstaat van de Europese Unie met het op drie na laagste bevolkingsaantal is een wereldwijde autoriteit op het vlak van de digitale revolutie. Estland is als geen ander in sneltempo een digitale gemeenschap geworden.

‘Wanneer we onafhankelijk werden van de Sovjet-Unie, hadden we een kans om met een schone lei te beginnen.’ Aan het woord is John Karst. De Nederlander volgde zijn echtgenote naar haar land van herkomst. John is werkzaam aan de Universiteit van Technologie in Tallinn. Daar houdt hij zich onder meer bezig met cyberveiligheid.

‘In de jaren negentig was er nauwelijks een achtergrond die onze toekomst in het gedrang zou brengen’, zegt hij. Sinds de onafhankelijkheid heeft zijn nieuwe thuisland de vlucht vooruit genomen inzake de digitale revolutie. Wat voornamelijk begon in de banksector, spreidde zich geleidelijk uit naar de publieke sector.

‘Het doel van de Estse overheid is het leven van de burger zo eenvoudig mogelijk te maken. Zo zijn we hier trots op het gemak waarmee je een eigen zaak kunt opstarten. De administratieve taken zouden binnen het kwartier achter de rug moeten zijn.’

Het zorgde voor een revolutionair begrip in de discussie rond burgerschap. Als eerste staat ooit voerde Estland het zogenaamde e-Residency in. Bijvoorbeeld: een Indiër kan zo het elektronische staatsburgerschap aanvragen en een bedrijfje in Estland opstarten zonder ooit maar zijn woonst in pakweg Bangalore te moeten verlaten.

‘Dit heeft te maken met Estland op de kaart te zetten. Nogmaals: het doel is alles zo makkelijk mogelijk te maken’, zegt John.

Het doel van de Estse overheid is het leven van de burger zo makkelijk mogelijk te maken.

John Karst, Universiteit van Technologie in Tallinn

Qua efficiëntie en transparantie wil Estland zich verkopen als een Nordic country, een concept dat het nauwer tot de Scandinavische landen moet brengen.

Met je elektronische identiteitskaart kan je contracten tekenen, het openbaar vervoer betalen en je belastingaangiften vervolledigen. Het is zelfs mogelijk om online te stemmen voor verkiezingen. Bij de laatste parlementsverkiezingen bracht meer dan dertig procent van de Esten hun stem uit via het internet.

De digitale revolutie woedt zo hevig in het landje dat het al een passende bijnaam kreeg: e-Estonia. Niet onlogisch voor een samenleving waar iedereen wordt geboren met een eigen emailadres van de staat.

Voor het Estse EU-voorzitterschap wil de regering dan ook het vrije verkeer van data toevoegen aan het vrije verkeer van personen en goederen. ‘Een kolossale en moeilijke onderneming’, geeft het zelf toe op haar website.

Cyberbescherming

Maar met alle belangrijke en gevoelige informatie in clouds en andere kwetsbare cyberspace, is waakzaamheid geboden. Daarom bekleedt Estland ook inzake online veiligheid een leidende rol.

In 2004, het jaar waarop de Baltische staat tot de NAVO toetrad, stelde het al voor om een centrum voor verdediging op het web uit te bouwen. Vier jaar later werd het Coöperatiecentrum voor Cyberverdediging realiteit. Met hoofdzetel in… de Estse hoofdstad Tallinn.

Een jaar voordien was Estland slachtoffer van een ongeziene cyberaanval. John wil de vermoedelijke uitvoerder ervan niet expliciet noemen. ‘Maar jullie hebben ongetwijfeld een idee’, zegt hij. De cyberinvasie, die onder meer het parlement en verschillende banken raakte, viel gelijktijdig met rellen in Tallinn.

Russische demonstranten in Tallinn in 2007.
Russische demonstranten in Tallinn in 2007.© REUTERS

Die waren uitgebroken toen de overheid een bronzen standbeeld van een Russische soldaat wilde verplaatsen. Estse Russen pikten dit niet en kwamen op straat. Maar hun ongenoegen beperkte zich dus niet alleen tot de fysieke omgeving. De cyberaanvallen waren een signaal gericht aan de Estse overheid. ‘De noodzaak om onszelf te beschermen groeide’, aldus John.

‘Vandaag zit Estland in de top vijf van de landen die het meeste expertise hebben op het vlak van cyberverdediging. Wij delen ook graag onze vergaarde informatie met de NAVO-partners.’

‘Het beste zou zijn om van voren af aan te beginnen met het internet en het helemaal te herbouwen’, verzucht John. Maar ook de Esten moeten roeien met de riemen die ze hebben. Daarom zetten ze nu behoorlijk wat tijd en middelen in om specialisten uit andere NAVO-landen op te leiden, aanvallen te simuleren als oefening en cyberoorlog te verzoenen met het – ondertussen achterhaalde – internationale recht.

De leuze van het Estse EU-voorzitterschap is ‘eenheid door middel van balans’. Die balans komt er volgens het land door enerzijds te beschermen wat je hebt en anderzijds voortduren vooruit te kijken en nieuwe opportuniteiten te benutten.

Estland heeft tot het einde van 2017 om Europa en de wereld te laten zien wat de plaats is van een kleine maar weerbare staat in de uithoek van Europa.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content