‘Er zijn geen makkelijke opties voor Tigray en Ethiopië, en het Westen mag geen vuur aanwakkeren’

Doctor in de Politieke Filosofie Mohammed Girma ziet het geweld in zijn thuisland Ethiopië met lede ogen aan. Wat is het einddoel van de Tigrayse opstandelingen, en welke rol kan het Westen spelen?

In november van vorig jaar brak de burgeroorlog uit in Tigray. Ethiopische regeringstroepen kwamen tegenover het Volksbevrijdingsfront van Tigray te staan.

Het conflict heeft ongelooflijk veel menselijk leed veroorzaakt en kolossale schade toegebracht aan de economie en het sociale weefsel. Nadat de regering onlangs eenzijdig een staakt-het-vuren had aangekondigd, heeft het Volksbevrijdingsfront de overwinning uitgeroepen.

Er zijn geen makkelijke opties voor Tigray en Ethiopië, en het Westen mag geen vuur aanwakkeren.

Na twee weken van relatieve rust doemt een nieuwe fase van de oorlog op: het Volksbevrijdingsfront (TPLF) beweert dat het vastbesloten is om Tigray te ‘bevrijden’ van de ‘bezetting’ van de Amhara (de etnische meerderheid in Ethiopië) en de federale troepen. Van zijn kant heeft de regering ook verklaard dat het ‘voor eens en voor altijd’ de Tigrayse strijdkrachten zal verslaan.

TPLF is aangemoedigd door de steun van de internationale gemeenschap. Maar aan de manier waarop beide partijen zichzelf hergroeperen is al duidelijk dat de tweede oorlogsronde een volgend – en misschien meer verwoestend – hoofdstuk zal inleiden in deze tragische saga. De vraag is: wat is het eindspel?

Verschillende factoren spelen mee bij het in kaart brengen van de volgende fase. Zo is er een grondwettelijke regeling mogelijk die Tigray het recht op zelfbeschikking oplevert. Het kan zelfs tot een afscheuring komen waarbij Tigray dus een onafhankelijk land zou worden. Maar hierover is nog geen unanimiteit bereikt in het Tigray-kamp.

Een ander element dat de uitkomst kan beïnvloeden, is de voortdurend voelbare animositeit tussen individuele politici in beide kampen. Dat staat een constructieve dialoog in de weg.

En tot slot zien veel inwoners van Tigray zichzelf als een integraal onderdeel – en zelfs een stichtend element – van Ethiopië.

Dus hoe kan de toekomst zich ontvouwen?

Afscheuring

Het eerste mogelijke scenario is afscheuring. In zijn interview met The New York Times trok Debretsion Gebremichael, de vicepresident van de deelstaat Tigray, de toekomst van Tigray als een deel van Ethiopië in twijfel. Hij beweerde dat ‘het vertrouwen volledig zoek was’.

Als het TPLF deze optie verkiest, zal het verschillende hindernissen moeten overwinnen. De eerste is intern. Het is niet duidelijk dat alle leden van de groepering de afscheuring ondersteunen, een aantal van hen zijn eerder gematigd op dat vlak. Invloedrijke figuren – waaronder de legercommandant van de rebellen Tsadkan Gebetsensae, en misschien Debretsion zelf – zien deze oorlog eerder als een middel om een gunstiger regeling te bekomen voor het Volksbevrijdingsfront in plaats van daadwerkelijke afscheuring.

Ten tweede ziet het Tigrayse volk de regio als de geboorteplaats van de Ethiopische staat, religie en beschaving. Dat maakt het moeilijk om de federatie de rug toe te keren.

De derde hindernis is politiek en economisch.

‘Afscheuring is een extreem scenario, maar het is niet ondenkbaar’

Politiek gezien zou Tigray ingesloten zijn, mocht het zich afscheuren van Ethiopië. Het zou worden omringd door vijandige naties in het noorden (Eritrea) en het zuiden (Ethiopië). Het nieuwe land zou in theorie een corridor kunnen openen via Soedan om connectie te maken met vriendelijke landen. Maar op de lange termijn zou Soedan meer profiteren van een sterke relatie met Ethiopië, gezien de middelen van het land.

Het Volksbevrijdingsfront heeft duidelijk gemaakt dat het vastbesloten is om het betwiste grondgebied in het Westen – wat vruchtbare landbouwgrond is – te herwinnen van de Amhara. Dit kan te maken hebben met het waarborgen van voedselzekerheid als een springplank voor afscheuring. Maar dat grondgebied veroveren zou zeer omstreden zijn, om niet te vergeten bloedig, aangezien de regionale regering van Amhara vastbesloten is om het te behouden.

Het Westen lijkt nu aan hun kant te staan. Maar het is niet duidelijk voor hoe lang die steun zal duren. Het vallen van de federale staat Ethiopië is alleszins niet de beste uitkomst voor het Westen, omdat het een catastrofale impact op de regio zou kunnen hebben. Politieke chaos in een al onstabiele hoorn van Afrika is een mogelijke voedingsbodem voor extremistische groepen.

Afscheuring is een extreem scenario, maar het is niet ondenkbaar.

Het centrum van de macht

Het controleren van het centrum van de macht van Ethiopië is een ander mogelijk einddoel voor het TPLF. Het is vergezocht, maar de groepering voelt zich gesteund door het Westen. Die steun is geworteld in de historische alliantie van het Westen met Meles Zenawi, de man die het etnische federalisme van Ethiopië oprichtte als premier van het land. De intellectuele erfenis en het diplomatieke netwerk dat hij achterliet, zorgt voor veel internationale steun voor het TPLF.

Het wordt steeds duidelijker dat westerse krachten het Volksbevrijdingsfront graag zien als een onderdeel van de toekomst van Ethiopië. Het is echter niet duidelijk of de regering van premier Abiy Ahmed Ali voor hen in dat plaatje past.

Als het Westen vastbesloten is om zijn vertrouwde partner in het centrum van de Ethiopische politiek te installeren, kan het andere ethno-federalistische krachten wekken. Groepen uit de deelstaat Oromia zouden bijvoorbeeld een alliantie kunnen smeden met het TPLF. Satellietgroepen uit andere etnische gemeenschappen zouden daarop opnieuw in actie kunnen schieten, wat de spanning – en de kans op conflict – aanzienlijk zou verhogen.

Bovendien zou een machtsgreep door het Volksbevrijdingsfront met internationale steun wrok kunnen creëren. Abiy Ahmed is nog steeds populair in sommige regio’s, zoals in delen van Oromia, het gebied van de Amhara en de hoofdstad Addis Ababa. De meest recente verkiezingen, hoe twijfelachtig de integriteit ervan ook is, tonen dat hij nog steun geniet.

De regering in Addis Ababa blijft echter kwetsbaar, ondanks de gewonnen verkiezingen. Deze oorlog is aan beide kanten met misrekeningen en blunders bezaaid. De regering beloofde de militaire campagne in weken te beëindigen, maar heeft gefaald.

De constructieve optie: dialoog

Geweld heeft enorm verlies met zich meegebracht. Mensen hebben vrede, veiligheid en een terugkeer naar het normale leven nodig.

Het zou daarom wijs voor beide partijen zijn om een constructieve weg in te slaan.

Beide partijen moeten zich engageren voor een staakt-het-vuren. Tegelijkertijd moeten ze stoppen met elkaar te brandmerken als ‘expansionistisch’ of ’terroristisch’. Dergelijke narratieven creëren excuses voor geweld.

Een overeenkomst heeft alleen kans als politici hun ego’s opzij zetten en een einde van het menselijk lijden voorop stellen. De bevolking is nog steeds de grote verliezer in deze tragische oorlog.

Dit zou moeten leiden tot een dialoog over hoe de eenheid van het land te hervormen. Het zou verstandig zijn als het TPLF zichzelf zou heruitvinden als een oppositiepartij die een vreedzame strijd leidt. De enige keuze mag niet zijn tussen de macht overnemen of het leiden van het hele land naar een eindeloze afgrond. De stem van Tigrayse volk moet representatie hebben – Ethiopië zonder het Tigrayse volk is niet compleet. Leiders van de centrale overheid moeten afstand nemen van de ontmenselijkende retoriek.

Het Westen van zijn kant moet de strijdende partijen aan tafel brengen in plaats van het vuur aan te wakkeren.

Mohammed Girma is geboren en getogen in Ethiopië. Hij heeft een achtergrond in religie en politieke filosofie. Hij schreef meerdere boeken over religieus nationalisme, conflicten en vredesprocessen. Hij werkt momenteel als een gastdocent aan de Universiteit van Roehampton, in Londen en onderzoeker aan de Universiteit van Pretoria, Zuid-Afrika.

Deze opinie is oorspronkelijk verschenen bij IPS-partner The Conversation

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content