Wim Vermeersch

Er is hoop voor de sociaal-democraten

Wim Vermeersch Hoofdredacteur van Sampol en verbonden aan Stichting Gerrit Kreveld.

Is er een oplossing voor de crisis van de sociaaldemocratie te vinden? Wim Vermeersch, hoofdredacteur van het onafhankelijke maandblad voor een sociale democratie Sampol, zocht het antwoord op de Progressive Governance Conference in Amsterdam.

Ik was in Amsterdam op de ‘Progressive Governance Conference’ waar zo’n 200-tal progressieven bijeen kwamen op uitnodiging van het Britse Policy Network, het Amerikaanse American Centre for Progress en de Nederlandse Wiardi Beckman Stichting. Politici, wetenschappers, beleidsmakers en denktankers kwamen van heinde en verre (uit ons Vlaanderen-land waren enkel Mark Elchardus en ondergetekende aanwezig), met als zelfverklaarde opdracht: het ontwikkelen van nieuwe ideeën ten behoeve van de in ademnood verkerende sociaaldemocratie. Wat zijn de nieuwe ideeën voor Europese samenwerking? Is een sociaal Europa een oude slogan of een hoopgevende belofte voor de toekomst? Hoe kunnen we de democratie versterken en de progressieve beweging uitbouwen? Welk politiek project moeten we uit de grond stampen voor ons electoraat, dat steeds meer de kenmerken van een squeezed middle class vertoont?

Voorwaar geen eenvoudige doelstelling. Het antwoord op deze vragen; de oplossing voor de crisis van de sociaaldemocratie – ik val direct met de deur in huis – werd op deze conferentie niet gegeven. Uiteraard, zou ik bijna durven te zeggen. Mocht het zo eenvoudig zijn, was er natuurlijk geen lol aan. Interessant was het wel om een hele reeks sprekers en panelleden te horen (van beide kanten van de Atlantische Oceaan), te leren van de best practices elders (Maryland, VS!) en te zien dat de sociaaldemocratie overal kampt met dezelfde problemen en uitdagingen. Voor de critici van de SP.A: het probleem gaat verder, en ligt dieper, dan Vlaanderen. Dat werd in Amsterdam nog eens zonneklaar.

Meer focus op politiek nodig, minder op beleid

De titel van de tweedaagse, ‘Progressive Governance Conference’, geeft meteen een van de problemen van de sociaaldemocratie weer: het technocratische project dat het te veel geworden. Op een manier is dat niet onlogisch: na deze tweedaagse denk ik te mogen stellen dat de sociaaldemocratie duidelijk de slimste mensen in de rangen heeft, de nauwste linken ook met de academische wereld. Maar het legt electoraal de gekende zenuw bloot: er is meer focus op politiek nodig, minder op beleid. Een genuanceerde beleidspartij is weinig sexy.

Toch gloort er hoop voor het linkse project, ironisch genoeg uit diezelfde academische hoek. De Franse econoom Thomas Piketty, auteur van de bestseller “Capital in the Twenty-First Century”, was de onbetwiste, doch afwezige, koning van deze conferentie. “r>g = going big“, twitterden enthousiastelingen vanuit de congreszaal. Letterlijk elke spreker haalde de nieuwe wonderboy van Links aan. Er werd zelf gefluisterd dat tattoos van zijn befaamde grafiek (rendement kapitaal versus groei wereldeconomie) in de achterkamers konden worden geplaatst.

Ook vanuit onze samenleving horen we steeds meer van dergelijke geluiden: mensen zijn ongelijkheid beu. We beseffen steeds meer dat een te grote kloof tussen arm en rijk nefast is voor beide groepen (nu ik het bedenk: over het vorige popidool van de ongelijkheid, Richard Wilkinson met zijn bestseller The Spirt Level uit 2009, geen woord op deze tweedaagse). Het moet de sociaaldemocratie hoop geven. Het is de stroom waarop ze moet gaan zitten. Wie weet leidt het op middellange termijn naar de baai van electoraal succes.

Gegrom en geklap

Op korte termijn staan de sociaaldemocraten in Europa voor moeilijke verkiezingen: die voor het Europees Parlement. Voor het eerst trekken de Europese sociaaldemocraten doorheen het continent met één programma naar de kiezer, maar wat ik zag in Amsterdam was een sterk wantrouwen tussen Noord- en Zuid-Europeanen. Zo kreeg Jeroen Dijsselbloem, Nederlands minister van financiën (PvdA) en tevens voorzitter van de eurozone, in een panelgesprek de volle laag van Portugese en Griekse europarlementsleden, nota bene collega-sociaaldemocraten. Zijn pleidooi voor budgettaire terughoudendheid – volgens hem wel degelijk een links principe – zorgde in de zaal voor zowel gegrom als geklap. Ik hoorde Noord-Europeanen spreken over groeiende ongelijkheden in eigen land (moet de Duitse mini-jobber betalen voor de rijke Catalaan?) en Zuid-Europeanen hadden het lastig met opmerkingen over hun bij wijlen dubieuze belastingmoraal. Ook doorheen de sociaaldemocratische beweging loopt een duidelijke noord-zuid-lijn.

Sociaal Europa?

Ook opgemerkt: het povere geloof in een Sociaal Europa, of althans in het wervende karakter van de slogan ervan. Er valt natuurlijk wat te zeggen over de slagzin. De squeezed middle class in West-Europa denkt natuurlijk al snel dat het gaat over de op- en overheveling van de sukkelaars in Oost-Europa. Daarnaast is er de paradox dat de meest efficiënte manier om tot een sociaal Europa te komen, begint binnen de nationale grenzen. Verminder de ongelijkheid in eigen land, en je vermindert die in Europa.

Op de openingsavond, waar vooral politici het woord namen, werd niet gesproken over een ‘sociaal Europa’ als verenigend, grensoverschrijdend Links project, maar wel over een offensief, ambitieus milieubeleid. PvdA-leider Diederik Samsom en Noors ex-premier Jens Stoltenberg pleitten beiden voor een Europese New Green Deal als grootschalig Links project dat zowel onze klimaatproblemen aanpakt als een opportuniteit is voor de creatie van jobs, jobs, jobs. Greening social democracy – is dat het volgende, grote verhaal voor de sociaaldemocratie? Ik hoop het, maar betwijfel de wervende kracht ervan.

Preverdelen in plaats van herverdelen

In vele debatten werd een nogal somber beeld opgehangen over de herverdelende capaciteiten van onze welvaartsstaten. Er is nood aan een radicaler project dan de traditionele herverdeling, luidde het. “Predistribution”, het nieuwe buzz woord waarmee Ed Miliband de Britse verkiezingen in 2015 wil winnen, was nooit ver weg. Het basisidee achter dit concept is even eenvoudig als moeilijk: een eerlijkere verdeling van economische macht en verloning, nog voor de overheid belastingen int of uitkeringen betaalt. Preverdelen in plaats van herverdelen met andere woorden. Toch valt er wel een kritisch woord of twee te zeggen over Predistribution (niet in het minst dat het nooit een alternatief mag worden voor Redistribution). Maar een doelbewust beleid om meer gelijke kansen te bekomen, nog voor de staat gaat herverdelen, is alleszins geen slechte evolutie. Ik heb de indruk dat men in deze cirkels nu eindelijk echt afscheid heeft genomen van de Derde Weg. En dat is goed nieuws. (Nu nog verlost geraken van het juk van de Derde Weg-leiders van toen: Schröder, Kok en Blair blijven met hun uiterst lucratieve, post-politieke carrières ook vandaag nog de sociaaldemocratische vernieuwing in diskrediet brengen.)

De sfeer op deze conferentie was toch anders, optimistischer ja, dan op soortgelijke bijeenkomsten een aantal jaren geleden. Na het failliet van de Derde Weg begin de jaren 2000, maar ook na het uitbreken van de crisis in 2008, kwamen de analyses telkens maar traag op gang. De beweging hing in de touwen. Vandaag waait er een nieuwe wind, een hervonden zelfvertrouwen bijna, mede aangebracht door een groeiend afkeren van ongelijkheid bij onze burgers, academici en zelfs internationale instellingen (zie studies van IMF, OESO, e.d.). Het vals platte pad naar boven lijkt ingezet; de ideologische herbronning stilaan rond. Net op tijd: want als we niet snel beleidsmatig inzetten op het bestrijden van de ongelijkheid halen we in de 21ste eeuw opnieuw de ongelijkheidsniveaus van de 19de eeuw. Dat is de les van Thomas Piketty die eenieder bij het verlaten van de conferentie tussen de oren zitten had. Geen Amsterdamse koffieshop die dat er nadien nog uit kreeg.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content