Saïd El Khadraoui (SP.A)

Er hangt een kwalijk extreemrechts luchtje over Europa

Saïd El Khadraoui (SP.A) Gemeenteraadslid voor SP.A in Leuven

Na de Europese verkiezingen moet het nieuwe parlement elke uitval van extreemrechts van antwoord dienen en werk maken van een echt Europees integratiebeleid, schrijft Europarlementslid Saïd El Khadraoui (SP.A). ‘De demonen uit ons verleden zijn nog niet verdwenen.’

Instead of defining ourselves in opposition to others, we can affirm the aspirations that we hold in common‘ – Barack Obama (Brussel, 26 maart 2014)

Voor het oog van de honderden camera’s en duizenden Europeanen, was het de oresident van de Verenigde Staten van Amerika die ons, Europeanen, de les kwam spellen over onze waarden en idealen. In het hart van Europa, in de Bozar in Brussel, legde hij de vinger op de wonde. We zien elkaar enkel nog waarin we verschillen, niet meer wat ons verbindt.

De Verenigde Staten zijn lang niet het paradijs op aarde, maar dat het een Amerikaan is die ons hierop wijst, toont aan dat er iets schort in Europa. Er hangt een kwalijk luchtje over de Unie. Extreemrechtse, nationalistische en populistische partijen rukken op. We veroordelen het ‘minder minder’ geschreeuw van Geert Wilders, zijn bang van de stijgende populariteit van Marine Le Pen, zijn bezorgd om de anti-democratische grondwetswijzigingen van Victor Orban, maar leidinggevende Europeanen lijken geen krachtig antwoord te kunnen formuleren op het discours dat Europeanen tegen elkaar opzet, verdeeldheid bepleit en vaak gekruid is met een stevige snuif racisme.

Racisme herleiden tot wat warrige uitspraken van een bende malloten getuigt vandaag van weinig realiteitszin. Racisme zit helaas ingebakken in onze samenleving. Uit recent onderzoek van het Europees Netwerk tegen Racisme blijkt dat racisme in de arbeidsmarkt structureel is. Niet enkel opleiding en vaardigheden doen er toe, maar ook herkomst, huidskleur en nationaliteit bepalen grotendeels of je werkt, waar je werkt en hoeveel je verdient. Ook België scoort beschamend slecht. Terwijl 74,2 procent van de actieve autochtonen werkt, doen Marokkaanse Belgen het met een tewerkstelling van 44,9 procent opvallend minder. Ik blijf geloven dat we niet van nature racistisch zijn. Ga maar eens kijken op de speelplaats in de kleutertuin: daar ravotten ukjes van alle kleuren gezellig samen. Nog geen tien jaar later kijken ze elkaar vreemd aan, nadat ze allerlei vooroordelen over elkaar ingelepeld kregen. Dat lossen we niet op door het woord allochtoon te schrappen.

Niet alleen lokaal of op lidstaatniveau kan hieraan gewerkt worden, ook Europa heeft hierin een belangrijke rol te spelen. Met wetgeving alleen verander je uiteraard geen mentaliteit, maar je pakt er wel degelijk structureel verankerde discriminatie mee aan. Europa kan de lidstaten regels opleggen om discriminatie en racisme gericht te bestrijden. Waar wachten we op? De invoering van de zogenaamde horizontale richtlijn zit al zes jaar geblokkeerd in de Raad. Die horizontale richtlijn is een uitbreiding van de werk-richtlijn om ervoor te zorgen dat discriminatie op grond van geloof- en levensbeschouwing (en op grond van leeftijd, seksuele geaardheid en handicap) niet alleen op het werk verboden is, maar ook bij het aanbieden van goederen en diensten en dus ook in het onderwijs. Dat laatste is op z’n minst frappant. Discriminaties in het onderwijs worden nauwelijks structureel aangepakt. Terwijl het Europese niveau wel degelijk krachtig wil optreden, houden lidstaten die maatregel tegen. Vooral Duitsland blijft zich verzetten uit angst dat Europese maatregelen de soevereiniteit van het land in gevaar brengen. Dat als gevolg daarvan mensen gediscrimineerd worden, nemen de regeringsleiders er voor lief bij.

Er is zoveel meer dat we kunnen doen. Zo moeten we overwegen om de huidige racismerichtlijn aan te scherpen. Je kan er zogenaamde positive duties aan toevoegen, zeg maar ‘verplichtingen’. Laat bedrijven bijvoorbeeld rapporteren hoe ze met diversiteit omgaan: is er een diversiteitsplan dat mee door de vakbonden is goedgekeurd? Meet men hoe het staat met de diversiteit bij het personeel of bij nieuwe aanwervingen? Werkt men met een deels anonieme selectieprocedure bij aanwervingen? Ook bij openbare aanbestedingen kunnen extra punten worden toegewezen aan kandidaten die het bewijs leveren van hun diversiteitsbeleid. Bedrijven willen graag overheidsopdrachten binnen halen; welnu, ze zullen een voorsprong hebben als hun organisatie de reële diversiteit van de samenleving weerspiegelt.

Europese wetgeving verplicht lidstaten nu al om zogenaamde Equality Bodies op te richten, instellingen die discriminatie monitoren, gelijkheid promoten en slachtoffers van discriminatie bijstaan, zoals bij ons het Centrum voor Gelijke Kansen. Maar in elke lidstaat worden die instellingen anders en soms zelfs uiterst beperkt ingevuld. Europa zou standaarden kunnen opleggen, zodat alle Europese Equality Bodies zich op een gelijkaardige manier zouden gedragen, onafhankelijk en met dezelfde heldere bevoegdheden. Europa zou die instellingen zelf mee kunnen financieren. De Equality Bodies hebben nu niet allemaal de bevoegdheid om hate speech, het oproepen tot discriminatie en racisme, aan te pakken. Europa kan hen die bevoegdheid wél geven.

De Unie beschikt ook over het zogenaamde Agentschap voor Fundamentele Rechten (FRA) dat helpt om die fundamentele rechten van Europese burgers te beschermen. Maar dat doet ze nagenoeg uitsluitend door te onderzoeken hoe minderheden discriminatie ervaren. Het agentschap zou ook moeten nagaan hoe meerderheden aankijken tegen minderheidsgroepen. Het kan ook concrete gedragstesten doen, bijvoorbeeld bij interimkantoren om na te gaan of Lucas al dan niet makkelijker een jobaanbieding krijgt dan Hicham.

De Europese Unie kan wel degelijk een sense of urgency creëren rond de problematiek van discriminatie, uitsluiting, groeiend racisme, antisemitism en islamofobie. Dat kan enkel als de lidstaten eensgezind achter de ‘grote Europese waarden’ staan. Met oprukkende extreem rechtse, nationalistische en Eurosceptische partijen in het parlement zal dat echter een stuk lastiger worden omdat zij er alles aan zullen doen om het ‘algemeen Europees belang’ te minimaliseren en nationalistische belangen te laten voorgaan.

Volgens peilingen zal tijdens de volgende legislatuur iets minder dan een vierde van de zitjes in het Europees Parlement ingenomen worden door dergelijke Eurosceptici. En dat terwijl de Europese uitdagingen net zo groot zijn. We moeten net méér inzetten op een Europees integratiebeleid. De lidstaten zijn tot op vandaag zeer weigerachtig om de EU hierin enige rol van betekenis te laten spelen. Nochtans kent racisme geen grenzen en zorgt het vrij verkeer van personen ervoor dat we overal in Europa geconfronteerd worden met mensen die niet in ‘onze’ lidstaat geboren zijn. Hoe kan je dan nog verantwoorden dat er géén Europees integratiebeleid bestaat?

Als er één ding duidelijk was in de speech van Obama, is dat schijnbare verworvenheden, nooit echt verworven zijn en dat we moeten blijven waken over onze waarden. Na de Europese verkiezingen moet het nieuwe parlement elke uitval van extreemrechts van antwoord dienen en werk maken van een echt Europees integratiebeleid. De demonen uit ons verleden zijn nog niet verdwenen. Hun kwalijk luchtje verspreidt zich weer in de Unie. Dat moet ons niet enkel zorgen baren, we moeten er ons krachtig tegen verzetten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content