Peter Casteels

‘Een krant als The New York Times zou de moed moeten hebben om haar cartoonisten te verdedigen’

Ook de beste krant ter wereld kan zichzelf belachelijk maken.

Met grote voorsprong is The New York Times mijn lievelingskrant. Het is dat ik beroepshalve af en toe ook andere titels moet lezen, maar anders zou ik me elke ochtend enkel in die krant verdiepen. Het helpt dat de redactie uit meer dan 1600 journalisten bestaat – meer dan er in Vlaanderen rondlopen – waardoor die krant voor eender welk onderwerp een redacteur heeft die er met kennis van zaken én op literair niveau over kan schrijven. Want dat is nog wel het leukste aan die krant: de artikels zijn – ook al zijn ze soms wat lang – ongelooflijk goed geschreven. In andere titels gun ik het lifestylekatern geen blik waardig, maar The New York Times heeft ook journalisten die interessant, geestig of ontroerend over human interest kunnen schrijven.

Een krant als The New York Times zou de moed moeten hebben om haar cartoonisten te verdedigen.

Het is ook een fatsoenlijke, beleefde krant. Als er over mensen geschreven wordt, gaat het altijd over Mr Trump of Mrs Clinton, in plaats van over De Wever en Crevits. Het is maar een heel klein verschilletje, en toch verandert de toon van de krant daardoor helemaal. Het suggereert een deftige afstand tussen journalist en politici, in plaats van de wat boerse jovialiteit wanneer dat voorvoegsel er niet staat.

Die deftigheid wordt soms ook wat stijf. Niemand zal ooit scheldwoorden als fuck en shit in The New York Times zien staan. Als iemand scheldt in een citaat, komt er [expletive] in The New York Times te staan. Zeker voor Europeanen komt dat nogal onnozel over, alleen al omdat het niet zo heel moeilijk is om in zinnen als what the [expletive] en that’s a load of [expletive] te raden wat er precies wordt bedoeld.

Helemaal onbegrijpelijk werd het vorige week toen The New York Times aankondigde om te stoppen met cartoons in haar internationale editie. In de Amerikaanse versie was ze daar al eerder mee gestopt. Aanleiding was een cartoon uit april waarin Donald Trump, met een keppeltje, lijdzaam een hond volgt die het hoofd van de Israëlische president Benjamin Netanyahu heeft en een davidsster rond zijn nek draagt. Critici vonden dat antisemitisme – een volstrekt overdreven reactie. Het deed wat denken aan de cartoon in De Morgen waar de Obama’s, door de ogen van Vladimir Poetin, als apen werden afgebeeld. Dat was zogezegd racistisch. De Morgen moest toen al op een gênante manier door het stof, maar The New York Times maakt zichzelf helemaal belachelijk. Zo’n instituut zou de moed moeten hebben om haar eigen cartoonisten te verdedigen, en zich al helemaal niet laten dwingen tot zulke paniekreacties. Ik zou er eigenlijk mijn abonnement voor moeten opzeggen, maar gelukkig heb ik een hekel aan mensen die daarmee dreigen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content