Dochter van Arkan: ‘Ik weiger te geloven dat mijn papa een slecht mens is’

Zeljko Raznatovic © Reuters

Wanneer Sofie 15 jaar is, ontdekt ze dat Zeljko Raznatovic, beter bekend als de Servische krijgsheer Arkan en een van de meest gevreesde oorlogsmisdadigers van Europa, haar vader is. Het is de start van een onwaarschijnlijk dubbelleven van een tiener uit Aalter die wordt ondergedompeld in de complexe situatie van Joegoslavië in de jaren negentig.

Dochter van Arkanis het verhaal van een jonge vrouw en haar ongewone zoektocht naar een identiteit. Ze is de dochter van een van de meest gevreesde oorlogsmisdadigers die Europa na de Tweede Wereldoorlog heeft gekend. In onderstaand fragment pendelt ze letterlijk en figuurlijk tussen twee werelden.

***

Er vliegen eieren in de richting van het gebouw van de Servische staatstelevisie rts, een betonnen kantoorflat die ik al tientallen keren voorbijgelopen ben, maar die me nog nooit is opgevallen. ‘Leugenaars! Dieven!’ scandeert de woedende menigte. Het centrum van Belgrado is onherkenbaar geworden. Dag in dag uit leggen demonstranten het verkeer plat met een mars langs de steunpilaren van het Servische staatsapparaat: de gevels van Milosevic’ regeringszetel, het parlement, het stadhuis en de burelen van verschillende staatsmedia.

Na de betoging ziet alles geel van de struif. Opposanten blazen op plastic fluitjes om hun ongenoegen te uiten over het ongeldig verklaren van de gemeenteraadsverkiezingen van 17 november 1996. In veertien steden en in de meeste deelgemeenten van Belgrado zijn de verkiezingen gewonnen door een coalitie van oppositiepartijen verenigd in de lijst Zajedno (Samen). De dag na de verkiezingen, terwijl de aanhangers van de oppositie nog feestvieren, worden de uitslagen plots geannuleerd door de plaatselijke kiescommissies.

Doodgezwegen

‘Waarom ga jij niet in de politiek, papa?’ vraag ik als we die zomer een ijsje eten in de gelateria naast zijn huis. Mijn broers schuiven ongemakkelijk heen en weer op hun stoel. Achteraf vertellen ze me dat papa zich enkele jaren geleden kandidaat heeft gesteld, maar dat het niet is uitgedraaid zoals hij wilde. Met de steun van Milosevic werd hij volksvertegenwoordiger in Kosovo, een Servische provincie die vooral door Albaniërs bewoond wordt. Een jaar later krijgt zijn Partij van Servische Eenheid bij de verkiezingen geen enkele zetel, ondanks een peperdure campagne.

Het is een grote ontgoocheling voor papa en een onderwerp dat sindsdien wordt doodgezwegen. Hij heeft me altijd geleerd dat je alles kunt bereiken, als je maar hard genoeg je best doet. Met uitzondering van die politieke nederlaag is hij daar altijd in geslaagd. Die middag kan er een minzaam lachje af als ik het onderwerp aansnijd.

In West-Europa wordt papa afgeschilderd als een smeerlap en een misdadiger, maar in zijn thuisland is hij een gerespecteerd man. Ik klamp me vast aan het laatste.

Zijn prioriteiten liggen vandaag elders, nu Ceca voor de tweede keer in verwachting is. In haar strakke broekpak in haar favoriete luipaardprint is haar beginnende buikje al te zien. Als ik de verhalen van mijn moeder mag geloven, is mijn vader nooit echt een huislijk type geweest. Dat is nu wel veranderd. Hij gaat erg liefdevol met Ceca om en brengt veel tijd met zijn kinderen door.

Twee werelden

Dat jaar reis ik verschillende keren naar Belgrado. Hoewel we dichter naar elkaar zijn toegegroeid, is het ook een erg verwarrende periode. Ik pendel letterlijk en figuurlijk tussen twee werelden. In West-Europa wordt papa afgeschilderd als een smeerlap en een misdadiger, maar in zijn thuisland is hij een gerespecteerd man. Ik klamp me vast aan het laatste. Ik weet dat de term oorlogsmisdadiger hem ook vreselijk dwars zit. In september schrijft hij op hoge poten een brief naar The Guardian: ‘Mijn activiteiten in Kroatië en Bosnië werden onderzocht door de aanklager van het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag, en ik werd niet in beschuldiging gesteld. Ik ben onschuldig.’

Volgens Belgische en Nederlandse kranten is er wel een aanklacht wegens oorlogsmisdaden, onder andere wegens de overval op het hospitaal van Vukovar in 1991. Het zou een geheime aanklacht zijn, omdat ze in Den Haag hopen dat mijn vader zich zo stomweg in het buitenland zal vertonen waar hij kan worden gevat. Maar dan hebben ze papa onderschat. Hij blijft in Belgrado, waar goed en kwaad een andere betekenis hebben.

Ik geniet van de tijd die we samen doorbrengen en stel mezelf niet te veel vragen. Een jaar later valt de hemel op mijn hoofd als de aanklacht openbaar wordt gemaakt. Louise Arbour, de hoofdaanklager bij het vn-tribunaal, klaagt mijn vader aan voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Er wordt een prijs van 5 miljoen dollar op zijn hoofd gezet. ‘Is hij dan toch een misdadiger?’ vraagt mijn vriendje als we op een ochtend samen in de tuin zitten. Ik antwoord niet. Ik weiger te geloven dat mijn papa een slecht mens is, maar het doet pijn dat zelfs mijn vriendje twijfelt. Er is vast een goede uitleg voor.

Via een Brusselse advocaat neemt mijn vader contact op met het Tribunaal om te informeren wat hem precies wordt verweten. Het lijkt hem allemaal niet te deren. In een interview waarschuwt hij de Amerikaanse president Bill Clinton om geen ruzie te zoeken met Serven. Louise Arbour noemt hij in een ander interview een bitch.

Voor de vierde keer dat jaar reis ik naar Belgrado waar papa zich nog altijd in de hoogste kringen begeeft. Op een feestje stelt hij me voor aan de zoon van de Belgische ambassadeur. We brengen heel de avond samen door. Hij vraagt of we elkaar ook in België kunnen ontmoeten. Ik schrijf mijn adres op een papiertje. Wie weet kan zijn familie iets voor mijn vader betekenen!

Als ik thuis aan mijn vriendje vertel wat ik allemaal beleefd heb, reageert hij afwezig. Zijn leven staat zo ver van het mijne in Belgrado dat we moeite hebben om elkaar te vinden. ‘Wil je een sigaret?’ vraagt hij. ‘Graag’, lieg ik, terwijl hij verder sleutelt aan zijn brommer. In gedachten zie ik de afkeurende blik van mijn vader. Ik inhaleer diep, maar beslis dat dit het laatste is wat we zullen delen. Vlak voor ik achttien word, gaan mijn jeugdliefde en ik definitief uit elkaar.

Dochter van Arkan: 'Ik weiger te geloven dat mijn papa een slecht mens is'

Dochter van Arkan, Eline Bergmans, Sofie van Pottelsberghe. ISBN 978-94-6131-512-0. Uitgeverij Van Halewyck, 22 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content