Democratische voorverkiezingen: hoe versla je Donald Trump?
Wie kan Donald Trump verslaan? Ook na drie jaar oppositie voeren zijn de Democraten er nog niet uit. Strategen dringen aan op een gematigde kandidaat. Maar zou de partij daarmee niet de fouten van 2016 herhalen?
De Amerikaanse werkloosheid bedraagt amper 3,6 procent. De Dow Jones heeft zijn hoogste peil ooit bereikt. De jaarlijkse economische groei van het land gaat richting de 3 procent. En de belastingen zijn gevoelig verlaagd, ook voor de lagere lonen. In die omstandigheden zou de presidentsverkiezing van november 2020 een gelopen race moeten zijn voor een zittende president. Maar niet voor Donald Trump. Hij moet het stellen met de slechtste populariteitscijfers sinds het begin van de peilingen. Het percentage Amerikanen dat zijn beleid goedkeurt ligt al sinds maart 2017 – hij was toen nauwelijks twee maanden in het Oval Office – bestendig onder de 50 procent. Dat is opmerkelijk. Doorgaans slagen presidenten minstens in hun eerste ambtstermijn erin dat omslagpunt te vermijden. Vandaag schommelt Trumps approval rating rond de 42 procent.
Elke kandidaat heeft een duidelijke zwakte. Bij Biden is het zijn leeftijd. Warren is al te vaak van standpunt veranderd.
David Paleologos, Suffolk University
Tegelijk lijkt die 42 procent voorlopig ongeveer de bodem. Ondanks alle verwensingen, Twitterstormen, handelsoorlogen, schandalen met pornosterren en de recent opgestarte afzettingsprocedure loopt de populariteit van Donald Trump niet verder terug. Daarbij komt nog dat de Verenigde Staten geen kiesplicht hebben, de presidentsverkiezing op staatsniveau wordt gehouden, en de president onrechtstreeks verkozen wordt via het kiescollege. Veel staten kennen al hun kiesmannen toe aan de kandidaat die de meeste stemmen behaalt. Daarom wint de m/v met het hoogste aantal stemmen niet noodzakelijk de verkiezing. In 2016 nog behaalde Hillary Clinton 2,8 miljoen stemmen meer dan Trump, maar scoorde hij veel beter in het kiescollege. En ook nu tonen peilingen aan dat hij het uiterst goed blijft doen in de zogenoemde battleground states, strijdstaten waar de Republikeinen noch de Democraten een duidelijke meerderheid hebben. Die staten bleken vier jaar geleden cruciaal.
Het helpt natuurlijk niet dat de Democratische Partij een brede volkspartij is met immense interne ideologische verschillen. Al drie jaar wordt ze verscheurd door de keuze welke kant ze op moet om Trump te verslaan. Kiest ze voor een centrumkandidaat, die naast Democraten ook onafhankelijken en gematigde Republikeinen kan verleiden? Of voor een uitgesproken linkse kandidaat, die minderheidsgroepen op de been brengt en tegelijk de oude arbeidersmilieus terug bij de partij brengt?
James Kennedy, geboren in Iowa en vandaag decaan van het University College Utrecht, ziet vooral twijfel. ‘Steeds meer Democraten vrezen dat Amerika verdeeld is geraakt in twee onbeweeglijke kampen. Volgens hen is er haast geen marge meer om stemmen van het tegenkamp binnen te halen.’
Volgens David Paleologos, die als directeur van het Political Research Center van de Bostonse Suffolk University sinds 2002 over heel Amerika peilingen organiseert, zijn het progressieve en het gematigde kamp binnen de Democratische Partij nagenoeg aparte werelden. ‘Beide kampen overlappen elkaar nauwelijks’, zegt Paleologos. ‘Als de ene progressieve kandidaat stijgt in de polls, zakt de andere. Hetzelfde geldt voor centrumkandidaten.’
Hoge verwachtingen
Voorlopig lijken de Democratische voorverkiezingen op een four-way race uit te zullen draaien. Joe Biden (77), voormalig vicepresident onder Barack Obama, scoort sinds het begin van de campagne het best in de peilingen. Biden is zowat het archetype van de Democratische centrumkandidaat: een welbespraakte middenklasser die uiterst populair is bij de arbeidersgemeenschap. Zijn voornaamste uitdager lijkt Bernie Sanders (78) te zullen worden, de progressieve New Yorker die in 2016 Clintons voornaamste uitdager bleek. Tegelijk lijkt Bernie zelfs naar Democratische normen bijzonder links, en moest hij in oktober geopereerd worden na een hartaanval. Aan progressieve kant is er ook nog Elizabeth Warren (70), senator voor Massachusetts. De vierde belangrijke kandidaat is Pete Buttigieg (38), de burgemeester van South Bend in Indiana, die zich profileert als een Democraat van de nieuwe generatie. Buttigieg is de eerste openlijk homoseksuele presidentskandidaat bij de Democratische partij ooit.
‘Elke kandidaat heeft een duidelijke zwakte’, aldus Paleologos. ‘Bij Biden is het zijn leeftijd. Bij Sanders zijn gebrek aan compromisbereidheid. Warren is al te vaak van standpunt veranderd, en Buttigieg ligt als homo moeilijk bij een deel van de bevolking. De vraag is wie zijn of haar zwakte het best kan wegmasseren.’
De Democratische voorverkiezingen beginnen traditioneel in Iowa, dit jaar op 3 februari. Die staat heeft bovendien het nogal aparte caucussysteem, waarbij kiezers per kiesdistrict samenkomen in de lokale school of kerk. Eerst worden daar de kandidaten voorgesteld, waarna de kiezers een eerste keer moeten stemmen. Alleen de kandidaten die minstens 15 procent van de stemmen behalen, blijven over. De kiezers wier kandidaat is afgevallen, kunnen dan overstappen naar een van de overblijvende kandidaten, voor wie de aanwezigen met enige animositeit reclame maken.
Het caucussysteem geeft een uitzonderlijk grote macht aan de kiezers van de ‘kleinere kandidaten’. ‘Mensen als Andrew Yang, Tulsi Gabbard of Amy Klobuchar zullen nooit in de buurt komen van de drempel,’ legt Paleologos uit, ‘maar hun kiezers zullen wel naar een andere kandidaat overstappen. Voor de topkandidaten is het dus belangrijk om een aanvaardbaar alternatief te zijn. Zullen de kiezers van Klobuchar in tweede instantie voor Biden kiezen of toch eerder voor Warren? In Iowa komt het vooral daarop aan.’
Iowa telt maar 3 miljoen inwoners en vertegenwoordigt maar 1 procent van het totale stemgewicht. Toch is de Hawkeye State van groot belang in de voorverkiezingen. In 2008 won de toen nog onbekende Barack Obama uit het niets in Iowa: het zou zijn definitieve doorbraak blijken. Ook nu besteden de kandidaten bovengemiddelde aandacht aan de staat. John Delaney heeft sinds juli 2017 bijvoorbeeld álle 99 county’s van Iowa bezocht om er aan zijn naamsbekendheid te werken. Michael Bloomberg, de steenrijke mediamagnaat en voormalige Republikeinse burgemeester van New York, doet dan weer expres niet mee in Iowa. Hij stapt pas in de race op Super Tuesday – 3 maart, wanneer in liefst 14 staten voorverkiezingen plaatsvinden – en hoopt daarna een momentum te creëren. ‘Het gaat erom dat je de verwachtingen overtreft’, zegt Paleologos. ‘Stel dat Elisabeth Warren net voor Iowa plots omhoogschiet in de peilingen, maar op de dag van de voorverkiezing net iets minder scoort. Zelfs een tweede plaats zal dan een tegenvaller voor haar campagne zijn.’
Sleepy Joe
Volgens Simon Rosenberg, die als strateeg een aandeel had in de Democratische overwinning bij de tussentijdse verkiezingen van vorig jaar, is Donald Trump absoluut te kloppen. Hij wijst erop dat Trump als zittend president de Republikeinse Partij vooral verkiezingsnederlagen heeft toegebracht. Bij de midterms van 2018 verloor de Republikeinse Partij haar meerderheid in het Huis van Afgevaardigden en haalden de Democraten zeven extra gouverneurstitels binnen – boven op het gouverneurschap dat de Republikeinen in 2017 al hadden verloren. ‘Trump is een ontzettend slechte politieke generaal gebleken voor zijn partij. Hij is als de tovenaar in The Wizard of Oz. Hij maakt veel lawaai, maar hij is niet wie hij zegt dat hij is. Onder die verschrikkelijke make-up is hij een kleine oude man die enorm veel geld spendeert aan verkiezingen die hij uiteindelijk verliest.’
Dat pak rammel zal er alleen komen als de Democraten voor de middenweg kiezen, meent Rosenberg, en dus geen ‘gekke socialistische dingen’ gaan uitkramen. Bij de succesvolle tussentijdse verkiezingen heeft die aanpak gewerkt. ‘In onze zoektocht naar kandidaten voor 2018 merkten we toen dat kiezers vooral op zoek waren naar mensen die iets verwezenlijkt hadden en hun land wilden dienen.’
Gematigden en progressieven zullen zich achter de Democratische kandidaat moeten scharen. Het is niet zeker dat dat zal gebeuren.
James Kennedy, University College Utrecht
Daarvoor kijkt Rosenberg in de eerste plaats naar Joe Biden. ‘Hij is iemand met een enorme staat van dienst, hij kent de partij door en door, en wordt alom gerespecteerd. Hij is een van de weinigen die in staat zijn om de Democraten voor de presidentsverkiezing op één lijn te krijgen. Donald Trump heeft dat zelf al aangegeven door hem zo openlijk aan te vallen. Hij is bereid geweest de president van Oekraïne te chanteren om belastende informatie te krijgen over Bidens zoon Hunter. Dat bewijst hoe bang hij wel voor hem is.’
Tegelijk dreigen de Democraten met een kandidatuur van Biden de fout van 2016 te zullen herhalen. Net zoals Hillary Clinton is Joe Biden een establishmentfiguur. Sleepy Joe, zoals Trump zijn rivaal geregeld noemt, is geen volkstribuun die de zaal in lichterlaaie zet. Bovendien doet die lange staat van dienst vermoeden dat hij ook lijken in de kast heeft. Daarop lijkt Trump in te spelen door te suggereren dat Hunter Biden zich dankzij zijn vader verrijkte in Oekraïne. Dat de president daarvoor geen bewijs aandraagt, doet niet ter zake. In 2016 bleken zijn aanhangers al bereid om ongeveer elk verhaal over Clinton te geloven, en Trump lijkt opnieuw een stok gevonden te hebben om de spreekwoordelijke hond mee te slaan.
Toch ziet David Paleologos ook verschillen met de vorige presidentsverkiezing. ‘Trump viel Clinton aan op onderwerpen als Benghazi (bij de aanval op het Amerikaanse consulaat in die Libische stad in 2012 werd de Amerikaanse ambassadeur gedood, nvdr) en de officiële e-mails die ze als minister van Buitenlandse Zaken vanaf haar privéadres had verstuurd. Bij die twee gelegenheden had haar handelen een impact gehad op het land. In Bidens geval is dat minder duidelijk. Het gaat bovendien niet over hemzelf, wat toch meer afstand schept.’ Bovendien hadden zelfs Democratische kiezers een hekel aan de houterige, elitaire Clinton. Biden is toch een stuk losser in de omgang, een volksmens die geen bestek nodig heeft om een hotdog te eten.
James Kennedy ziet evenmin een diep verlangen naar grote structurele veranderingen bij de Amerikaanse bevolking. ‘Maar dat wil niet zeggen dat een kandidaat geen ambitie mag tonen’, benadrukt hij. ‘Hij of zij kan gerust een plan voorstellen om Obamacare (het huidige zorgstel, nvdr) beter te doen werken, om de infrastructuur weer op te bouwen, om de opioïdencrisis aan te pakken. Of een plan om hoger onderwijs goedkoper te maken, zodat studenten geen enorme schuld oplopen. Je hoeft ook geen socialist te zijn om het minimumloon te willen verhogen en om te benadrukken dat grote bedrijven hun belastingen horen te betalen. Met zulke plannen zul je ook heel wat Republikeinen overtuigen.’ Net daarin ligt bij Biden de uitdaging, meent Kennedy. ‘Hij geeft nu soms de indruk dat hij vooral niet te veel wil veranderen. Dat lijkt me een strategische fout.’
De lachende derde
Bovendien is het succes van een genomineerde nog afhankelijk van enkele onbekenden. De keuze van een running mate wordt om te beginnen cruciaal, weet Kennedy. ‘Zeker iemand als Biden, die weinig energie uitstraalt, zal iemand moeten kiezen die iets extra’s kan brengen. Kijk maar naar Donald Trump: hij heeft zijn verkiezing te danken aan Mike Pence, die in 2016 de hele evangelische beweging aan boord heeft gekregen.’
Donald Trump is als de tovenaar in The Wizard of Oz. Hij maakt veel lawaai, maar hij is niet wie hij zegt dat hij is.
Simon Rosenberg, politiek strateeg
De belangrijkste onbekende is of zich een third-party candidate zal melden. ‘Dat is cruciaal’, legt Paleologos uit. ‘In 2016 was er geen enkele staat waar kiezers maar op twee kandidaten konden stemmen. In bijna alle staten is er minstens één derde kandidaat, in sommige zijn er wel twintig. En een staat als Nevada krijg je in het stemhokje ook de optie “geen van deze kandidaten”. En zo kunnen kleine verschuivingen een enorm effect hebben.’ Paleologos benadrukt dat het verschil tussen Trump en Clinton in 2016 in liefst dertien staten kleiner was dan het aantal stemmen dat een derde kandidaat zou hebben gekregen. ‘Je kunt niet bewijzen dat de uitslag zonder derde kandidaten anders zou zijn geweest. Maar het heeft Clintons campagne zeker geen goed gedaan. In het hoofd van de kiezers spelen third-party candidates geen rol, in de uitslag des te meer.’
De vraag is des te prangender omdat Michael Bloomberg met het plan speelt om als third-party candidate aan de presidentsverkiezing deel te nemen als hij de Democratische nominatie niet in de wacht sleept. Paleologos acht die kans klein maar niet uitgesloten. ‘Bloomberg kan natuurlijk doen wat hij wil. Met zo veel geld hoef je naar niemand te luisteren.’
De grootste tegenstander van de Democraten lijken eens te meer de Democraten zelf te zullen worden. ‘De geschiedenis van de Democratische Partij is één grote opeenstapeling van mislukkingen’, verzuchtte de invloedrijke Amerikaanse socioloog Francis Fukuyama vorig jaar nog in een interview met Knack. De afgelopen dagen liepen de spanningen tussen Biden, Sanders en Warren al hoog op, waarbij harde verwijten werden uitgewisseld. ‘Het is cruciaal dat de partij zich snel achter één kandidaat schaart’, benadrukt Kennedy. ‘Om Trump te verslaan, zullen gematigden en progressieven zich achter de Democratische kandidaat moeten scharen. Het is niet zeker dat dat zal gebeuren.’
Rosenberg benadrukt wel dat de Democraten niet bang zijn om campagne te voeren tegen Trump. ‘Hij heeft amper iets verwezenlijkt. Hij straalt vandaag vooral onmacht uit, en hij beseft het. Het zal geen eerlijk gevecht worden, maar we weten hoe we daarmee om moeten gaan. We won’t be caught with our pants down.’
De Andere Acht
Naast de Grote Vier dingen nog acht kandidaten mee naar de Democratische nominatie. Wie zijn ze?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier