Jef Van Baelen

‘De Winterspelen zijn verpest’

Jef Van Baelen Journalist voor Knack

Sportief zal er vast wel genoeg zijn om ons aan te warmen in Pyeongchang, zegt Jef Van Baelen. ‘Maar hoe vergeet je de kalende zestiger met kille blauwe ogen die vanuit het Kremlin zijn middelvinger opsteekt naar de internationale sportwereld, en er nog mee wegkomt ook?’

Een bekentenis die al menig Knack-hoofdredacteur tot wanhoop dreef: ik ben onvoorwaardelijk pleitbezorger van ‘de nevensporten’ . Geen prettiger evenement om die passie te botvieren dan de Winterspelen, een vierjaarlijkse verwennerij van doorzettingsvermogen, technisch meesterschap en soms ook bot geluk. Van topsport, kortom.

Maar voor de Spelen van PyeongChang die vrijdag starten, is mijn enthousiasme beperkt, en ik ben lang niet de enige die er zo over denkt. De Spelen zijn namelijk verpest door een kalende zestiger met kille blauwe ogen die vanuit het Kremlin zijn middelvinger opsteekt naar de internationale sportwereld. En er nog mee wegkomt ook.

De Winterspelen zijn verpest

De vergrijpen van de Russen zijn absurder dan wat wij ons in het westen kunnen inbeelden. De Belgische geheime dienst die door een gat in de muur van het dopinglab urinestalen verwisselt, om beter te presteren in de biatlon: kan u het zich voorstellen? De directeur én de voorzitter van het antidopingagentschap die in verdachte omstandigheden overlijden, net wanneer een van beiden werkt aan een alles onthullend boek? Of, en dit mag u als onomstotelijk bewezen beschouwen: dat letterlijk élke atleet op doping draait, niet alleen met medeweten maar zelfs verplicht door de overheid?

In Rusland is het allemaal gebeurd en het zou belachelijk naïef zijn te denken dat het vandaag niet nog steeds gebeurt. Toch nemen zo goed als alle Russische atleten gewoon deel in PyeongChang, zij het dan als OAR’s (Olympic Athletes from Russia). Meer dan die symbolische straf kreeg het Internationaal Olympisch Comité (IOC) niet klaar.

Het dossier tegen de Russen was nochtans vuistdik, de bewijslast verpletterend. We weten hoe men vals speelde, hoe het werd toegedekt en wie welk spul dronk, spoot of slikte. Staat allemaal in de Excel-files van Grigorij Rodchenkov, de gevluchte baas van het antidopinglab van Moskou. Rodchenkov zit in het Amerikaanse witness protection program: men vreesde dat Poetin en co hem uit de weg wilden ruimen. De Russen konden zich de moeite besparen, blijkt nu.

Het IOC weerde Rusland als deelnemend land maar hield de deur open voor individuele atleten die konden aantonen dat zij geen deel uitmaakten van het wijd verspreide bedrog. Voor de slechte verstaander: uit de getuigenis van Rodchenkov blijkt dat zulke atleten niet bestaan.

Waarom zo terughoudend? Het IOC vreesde een schisma: wat als Rusland de Spelen voortaan boycot en misschien nog andere landen meetrekt? Het IOC verwachtte dat de Russen alleen jongere sporters zou sturen, waarvan men maar hoopte dat ze onbezoedeld waren. Maar de gevestigde namen, waarvan Rodchenkov tot op de centiliter kan zeggen hoeveel spul ze pakten, lieten het er niet bij. Met steun van de Russische sportinstanties trokken ze naar het Internationaal Sporttribunaal (TAS). Dat stelde hen tot ieders verbijstering in het gelijk.

Bewezen is dat er met de urinestalen werd geknoeid, maar dat bewijst blijkbaar niet dat die ene individuele atleet zich ook dopeerde. Voor de dopinglijsten van Rodchenkov gaat een gelijkaardige redenering op. Of hoe het IOC zich door zijn omzwachtelde houding een biatlonschot in de voet bezorgde.

Rusland, dat heel de affaire van in het begin ‘een westerse samenzwering’ noemde, triomfeert. Sportief zal er vast wel genoeg zijn om ons aan te warmen in Pyeongchang, maar hoe vergeet je de opgestoken middelvinger van een breed lachende Poetin, onuitstaanbaar in zijn onbeschaamdheid? En hoe dit is binnengekomen bij al die armlastige Belgische atleten – stuk voor stuk idealisten zonder centen – daar wil ik zelfs niet aan denken.

Partner Content