‘De sinds 2001 opgebouwde Afghaanse staat, dreigt door de Amerikaanse terugtrekking in te storten’

Nu de meeste NAVO-troepen al vertrokken zijn uit Afghanistan verliest de Afghaanse regering snel terrein. Is een nieuw taliban-regime onafwendbaar? Afghanistan-expert William Maley fileert de nalatenschap van twintig jaar Amerikaanse en internationale troepen in het Zuid-Aziatische land.

Afghanistan stevent af op een bijna ondenkbare ramp. De terugtrekking van de Amerikaanse en internationale troepen, die volgens president Joe Biden ten laatste tegen 11 september zal afgerond zijn, dreigt het uiteenvallen van de meest prowesterse regering in de regio te bespoedigen.

Ook het raamwerk van de Afghaanse staat, dat is opgebouwd sinds de omverwerping van het taliban-regime in 2001, staat door de plotse terugtrekking op instorten.

Indien dit gebeurt, is de meest waarschijnlijke uitkomst de oprichting van een theocratisch regime in Kaboel. Grote delen van het land zullen daarbij in burgeroorlog vervallen, met een uitgesproken transnationale dimensie. Miljoenen Afghanen zullen trachten het land te verlaten.

In mei 2010, zweerde toenmalig Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton een dure eed aan een delegatie Amerikaanse vrouwen: ‘We zullen jullie niet in de steek laten. We zullen jullie altijd bijstaan.’

Maar Afghanen in de steek laten die op zulke engagementen rekenden, is exact wat de VS nu aan het doen zijn. Toen een reporter Biden vorige week het vuur aan de schenen legde over die aanpak, ontweek hij nogal boos de vraag door te zeggen dat hij ‘over leuke dingen wilde praten’.

Afghanen hebben momenteel slechts zeer weinig leuke dingen om over te praten.

Psychologie van het Afghaanse volk

De massapsychologie van het Afghaanse volk zal een cruciale invloed hebben op de toekomstige gebeurtenissen in het land. Amerikaanse politieke leiders hebben die volkspsyche echter nooit kunnen vatten.

Wanneer er in Afghanistan andere regimes aan de macht komen – zoals bij de ineenstorting van het communistische regime in april 1992 of het taliban-regime in november 2001 – is dat meestal omdat belangrijke spelers het verstandig vinden om afstand te nemen van leiders wier macht lijkt af te nemen.

Hoewel de Afghaanse regering veel mensen teleurgesteld en ontevreden heeft achtergelaten – ze is overgecentraliseerd, verzwakt door patronagenetwerken en laat de besluitvorming over aan een kleine elite – zijn de taliban allesbehalve populair onder Afghanen. Uit een zorgvuldig onderzoek van 2019, uitgevoerd door de Asia Foundation, bleek dat 85 procent van de respondenten helemaal geen sympathie had voor de taliban.

De sinds 2001 opgebouwde Afghaanse staat, dreigt door de Amerikaanse terugtrekking in te storten.

Maar in Afghanistan loont het niet om aan de verliezende kant te staan. De wijdverspreide perceptie dat de taliban het opnieuw zullen overnemen kan wel eens een zelfvervullende voorspelling blijken, omdat het ervoor kan zorgen dat een groot deel van de regeringstroepen en overheidsfunctionarissen overlopen.

Aangezien er in juni en juli al tientallen districten in handen van de taliban vielen, kan dat op korte termijn gebeuren. Volgens projecties van de Amerikaanse inlichtingendiensten zou het twee tot drie jaar duren voordat het land opnieuw onder controle van de taliban valt.

Dolk in het hart

De directe verantwoordelijkheid voor deze tragische situatie ligt bij de VS. Het leeuwendeel van de internationale troepen waren eind 2014 al teruggetrokken. De VS speelden daarna een veel kleinere, maar absoluut cruciale rol in de ondersteuning van de Afghaanse regering.

Washington deed dat op drie manieren: door grondoperaties uitgevoerd door het Afghaanse leger te ondersteunen vanuit de lucht en door inlichtingen te verschaffen. Maar vooral door kwetsbare Afghanen – die in de VS een bondgenoot zagen in het conflict met geweldenaars zoals de taliban en Islamitische Staat (IS) – toch een greintje perspectief te bieden.

Deze aanpak was vol te houden en relatief goedkoop. Hoewel het geen uitzicht bood op een overwinning in de stijl van ‘Berlijn 1945’, behoedde het de VS en Afghanistan wel voor de gevolgen van een catastrofale nederlaag.

Dit werd allemaal teniet gedaan onder het bewind van de Trump-regering, die buiten de Afghaanse regering om een akkoord tekende met de taliban in Doha, op 29 februari 2020. Het document draagt de naam: ‘Het verdrag om vrede te brengen naar Afghanistan’.

De overeenkomst bood de VS een nooduitgang. Maar het zorgde er vooral voor dat betekenisvolle gesprekken tussen de Afghaanse overheid en de taliban op voorhand gedoemd waren te mislukken. De taliban kregen namelijk zowat alles wat ze wilden bij de aanvang van wat voor een “vredesproces” moest doorgaan.

De taliban – die hun geluk nauwelijks konden geloven – dreven simpelweg hun aanvallen op voorstanders van democratie, het maatschappelijk middenveld en de media op.

Bidens beslissing om de Trump-aanpak over te nemen, was een dolk in het hart van de Afghanen die hadden gehoopt dat de nieuwe Amerikaanse regering meer beoordelingsvermogen en gevoeligheid zou tonen dan de oude.

Tussenkomst van Pakistan is nu cruciaal

Hoewel de directe verantwoordelijkheid voor het huidige debacle bij de regeringen van Trump en Biden ligt, heeft Pakistan nog meer boter op het hoofd. De Pakistaanse overheid speelde aanvankelijk peetvader voor de taliban. Ook toen de Amerikanen hun blik richtten op Irak in 2003 bleef ze de gewapende groep ondersteunen.

De gevaren die dit met zich meebracht waren duidelijk. In een uitgelekte nota van november 2009 schreef Amerikaans ambassadeur in Afghanistan, de gepensioneerde luitenant-generaal Karl Eikenberry: ‘Meer troepen zullen de opstand niet beëindigen zolang de Pakistaanse toevluchtsoorden blijven. Pakistan zal de grootste bron van Afghaanse instabiliteit blijven zolang de grensgebieden schuilplaatsen blijven, en Pakistan zijn strategische belangen als het best gediend ziet met een zwak buurland. […] Totdat dit probleem van toevluchtsoord volledig is aangepakt, heeft het sturen van extra troepen slechts vluchtige voordelen.’

Er kwamen verschillende overtuigende adviezen over hoe gevaarlijk het probleem van de toevluchtsoorden was voor Amerikaanse doelstellingen in Afghanistan, zelfs van de voormalige Pakistaanse ambassadeur in de VS. Toch lieten opeenvolgende Amerikaanse presidenten het probleem etteren.

Om de situatie in Afghanistan te redden, is meer nodig dan alleen het toezeggen van steun of het aanbieden van geld.

Om de situatie in Afghanistan te redden, is meer nodig dan alleen het toezeggen van steun of het aanbieden van geld. Nagenoeg het enige instrument dat overblijft om de Afghaanse wanhoop te vermijden, is grootschalige en doeltreffende druk op Pakistan om de toevluchtsoorden, de munitievoorraden en de logistieke centra van de taliban aan te pakken. Een soevereine staat zijn houdt niet alleen rechten in, maar ook plichten. Een daarvan is om te voorkomen dat het eigen grondgebied wordt gebruikt om aanvallen op andere staten uit te voeren.

Naar verluidt hebben de Pakistaanse legerchef, generaal Qamar Javed Bajwa, en de topman van de inlichtingendiensten, luitenant-generaal Faiz Hameed, het Pakistaanse parlement onlangs geïnformeerd dat ‘goedgetrainde Afghaanse taliban-militanten aanwezig waren in heel Pakistan’ en dat het leger ‘onmiddellijk een offensief tegen de groep kan lanceren’. Als het Pakistaanse leger ‘onmiddellijk een offensief kan lanceren’ tegen de taliban, moeten de VS en hun bondgenoten Islamabad per direct onder druk zetten om dit te doen. Maar men zou zich afvragen of de regering-Biden het lef heeft om die eis te stellen.

Professor William Maley is emeritus hoogleraar Internationale Verhoudingen aan de Australian National University, en de oprichter van het Asia-Pacific College of Diplomacy (2003-14). Hij publiceert al meer dan drie decennia uitgebreid over de Afghaanse maatschappij en politiek.

Deze opinie verscheen oorspronkelijk bij IPS-partner The Conversation.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content