De schaduwoorlogen van de VS, van Bangladesh tot de Filipijnen

Amerikaanse troepen dichtbij het Iraakse Mosul in oktober 2016. © REUTERS
Arthur Debruyne
Arthur Debruyne Medewerker Knack.be

Amerikaanse special forces opereren vandaag in maar liefst 102 landen. Volgens defensieanalisten geïnterviewd door Knack.be wijst die kleinere en verhulde aanpak na de uitputtingsslagen in Irak en Afghanistan op een belangrijke verschuiving in het militaire beleid van de VS.

In de Filipijnen ondersteunden Amerikaanse elitetroepen gespecialiseerd in contraterreur eerder dit jaar plaatselijke paracommando’s in een verbeten strijd tegen oprukkende jihadisten in het zuiden van het land.

Ook in de Hoorn van Afrika vechten ze naast Somalische strijdkrachten tegen de islamistische terreurgroepering al-Shabaab. De Amerikaanse president Donald Trump heeft het Pentagon bovendien meer bewegingsruimte gegeven om geheime aanvalsoperaties uit te voeren tegen terreurgroeperingen zonder constant overleg met het Witte Huis.

In een twintigtal andere Afrikaanse landen, in onder meer de Sahel, trainen en adviseren Amerikaanse special forces de elite-eenheden van andere strijdkrachten, net als in onder meer Bangladesh, Peru of nog Uruguay. Het meest talrijk zijn die elite-eenheden in Syrië en Irak, waar ze nauw samenwerken met het Iraakse leger en de Syrische Democratische Strijdkrachten tegen terreurgroepering IS, voor én achter de frontlinies, en tegen Syrische regimetroepen.

Tussen 2001 en 2014 is het aantal ingezette elitetroepen met 148 procent toegenomen, het budget met 213 procent.

Deze special forces zijn volgens de meest recente cijfers van het US Special Operations Command (SOCOM) aanwezig in 102 landen. Dat bevestigt SOCOM aan Knack.be. In 2016 vonden missies plaats in maar liefst 138 landen, ofwel in 70 procent van de wereld.

Tussen 2001 en 2014 is het aantal ingezette elitetroepen met 148 procent toegenomen, het budget met 213 procent. President Trump maakte er recent nog meer geld voor vrij.

Elk dag opereren in de wereld een tienduizendtal Amerikaanse elitetroepen ‘voor missies gaande van inlichtingenvergaring achter de schermen over het versterken van partners (door training, nvdr.) tot uiterst gevoelige aanvalsoperaties’, aldus de voormalige SOCOM-bevelhebber generaal Joseph Votel tijdens een hoorzitting in het Amerikaanse Congres vorig jaar.

De toenemende ontplooiing van elitestrijdkrachten wijst volgens Amerikaanse defensieanalisten geïnterviewd door Knack.be op een belangrijke verschuiving in het militaire beleid van Washington.

Na meer dan vijftien jaar onafgebroken oorlog met ruim 250.000 soldaten in Irak en Afghanistan zijn Amerikaanse beleidsmakers, militaire bevelhebbers en het publiek als de dood voor een herhaling van zo’n grootschalige ontplooiing van troepenmacht in verre uithoeken van de wereld.

Tegelijk willen Amerikanen koste wat het kost een herhaling van 9/11 vermijden, de aanslagen in 2001 waarbij bijna 3.000 doden vielen. Zo is de vraag gegroeid: hoe kan de VS stabiliteit garanderen en haar belangen verdedigen zonder er nog eens 100.000 soldaten op uit te sturen? De chirurgische inzet van kleinere, meer gespecialiseerde special forces is zodoende uitgegroeid tot een makkelijker alternatief voor massale boots on the ground.

Amerikaanse special forces tijdens een trainingsmissie voor Afghaanse lokale politie in het dorp Shahab-ud-din in Noord-Afghanistan in 2011. De meeste special forces-missies richten zich op het trainen van andere legers en veiligheidsdiensten.
Amerikaanse special forces tijdens een trainingsmissie voor Afghaanse lokale politie in het dorp Shahab-ud-din in Noord-Afghanistan in 2011. De meeste special forces-missies richten zich op het trainen van andere legers en veiligheidsdiensten. © BELGAIMAGE

‘Meeste special forces niet betrokken bij spectaculaire missies’

‘Nu is het belangrijk te begrijpen dat het merendeel van de elitestrijdkrachten van het Amerikaanse leger niet gericht is op die sterk gemediatiseerde operaties zoals het uitschakelen van Osama bin Laden, of het soort spectaculaire missies waar Hollywoodfilms van gemaakt worden’, zegt Magnus Nordenman, defensieanalist bij denktank Atlantic Council in Washington. ‘Veel vaker gaat het om het trainen, assisteren en adviseren van bevriende strijdkrachten.’

Tijdens een overwinningsspeech na de verkiezingen herhaalde Trump zijn campagnebelofte dat hij de strijd tegen IS en meer algemeen ‘radicaal islamitisch terrorisme’ zou opvoeren. Daarbij voorspelde hij een drukbezette toekomst voor de zogenaamde Green Berets, een afdeling elitestrijdkrachten van het Amerikaanse Special Operations Command (SOCOM).

Opereerden special forces voor de aanslagen van 9/11 nogal in de obscuriteit, dan werden die green berets na de invasie van Afghanistan opeens tot sterrendom gekatapulteerd omdat ze samen met de Afghaanse Noordelijke Alliantie de Taliban hadden onttroond.

‘Het special-forcesapparaat is pas onder Obama uitgegroeid tot een echte machine, met enorm veel missies in het Midden-Oosten en Centraal-Azië.’

Daarna zou het gevecht tegen de opstandelingen in Irak na de invasie van 2003 de definitieve opkomst betekenen van de absolute elite binnen de Amerikaanse strijdkrachten: het zogenaamde Joint Special Operations Command (JSOC), een uiterst geheime afdeling elitestrijdkrachten die zogenaamde direct action-missies uitvoert achter frontlinies, waaronder het bevrijden van gijzelaars, uitschakelen van terroristen, verzamelen van inlichtingen, enzovoorts.

JSOC gaat onder meer over het Navy SEAL Team Six, dat in 2011 tijdens een raid in Pakistan Osama bin Laden doodde, en meer recent een aantal raids uitvoerde tegen Al-Qaeda in Jemen. In januari kwam daarbij één soldaat om, en naar schatting tien tot dertig burgers.

‘De VS heeft een belangrijke les getrokken uit 9/11: wanneer terroristen te lang met rust gelaten worden en kunnen gedijen in instabiele of quasi-wetteloze plekken, dan kunnen ze uiteindelijk toeslaan in de VS, of Europa‘, vervolgt Nordenman. ‘Wat vandaag een plaatselijk probleem is, kan morgen uitgroeien tot een probleem voor de VS: Al-Qaeda werd tien jaar met rust gelaten in Afghanistan, en kon zo uitbreiden, middelen verzamelen en uiteindelijk de aanslagen plannen. Een herhaling daarvan moet absoluut vermeden worden.’

‘Die aanpak van chirurgische aanvallen met special forces en drones tegen terroristische organisaties werd overigens vooral door de regering-Obama geaccentueerd: tijdens zijn ambtstermijn werd het special-forcesapparaat echt een machine, met enorm veel missies in het Midden-Oosten en Centraal-Azië.

Amerikaanse special forces bij het door Turkije gebombardeerde hoofdkwartier van de Koerdische YPG-militie dichtbij Malikiya in Syrie op 25 april.
Amerikaanse special forces bij het door Turkije gebombardeerde hoofdkwartier van de Koerdische YPG-militie dichtbij Malikiya in Syrie op 25 april. © REUTERS

Strijd tegen IS

De echte aanvalseenheden vormen hoe dan ook een kleine minderheid binnen de special forces. In de meeste van die 102 landen is de Amerikaanse aanwezigheid gericht op het zogenaamde capacity building, het trainen en assisteren van partners.

Terwijl special forces in Zuid-Amerika drugstrafiek moeten helpen ontwrichten, zijn de meeste aanvals- en ondersteuningsmissies in de wereld hoofdzakelijk gericht tegen terrorisme.

‘Zo hebben de special forces in Syrië drie duidelijke missies, met focus op IS, net als in Irak’, zegt Omar Lamrani, een defensieanalist met focus op Syrie bij inlichtingenbedrijf Stratfor. ‘Eén: samenwerken met de Syrische Democratische Strijdkrachten, die voor de helft uit Koerdische milities bestaan. Amerikaanse troepen trainen hen, helpen bij het rekruteren en zorgen ervoor dat ze sterk staan op het slagveld, kortom capacity building.’

‘Door het trainen van bevriende strijdkrachten hoopt de VS zelf niet te moeten tussenkomen in conflicten.’

‘Ten tweede zijn Amerikaanse soldaten ook embedded met die strijdkrachten: niet zozeer op de frontlinie, maar iets meer op de achtergrond, waarbij ze tijdens operaties bijvoorbeeld de luchtaanvallen coördineren. De derde missie draait om direct action: doelwitten aanvallen achter de frontlinie, communicatie en ander materiaal onderscheppen, kortom allerlei missies om IS en haar leiderschap te verzwakken. Met succes: volgens recente berichten zijn er bijna geen doelwitten meer omdat zoveel hooggeplaatste IS-bevelhebbers inmiddels uitgeschakeld zijn.’

‘Maar ook buiten conflictgebieden doen special forces veel aan capacity building’, vervolgt Magnus Nordenman. ‘De filosofie daarachter is zoals met dat gezegde in de ontwikkelingssamenwerking: geef iemand een vis en hij heeft eten voor een dag, leer hem vissen en hij heeft eten voor een leven. De VS zou zelf kunnen tussenkomen in conflicten in Nigeria, de Filipijnen of Panama, maar als ze bevriende strijdkrachten versterkt, dan kunnen die landen op termijn hun eigen boontjes doppen.’

Amerikaanse elitestrijdkrachten tijdens een oefening in de VS in 2014.
Amerikaanse elitestrijdkrachten tijdens een oefening in de VS in 2014. © REUTERS

‘Overdreven focus op geweld’

De uiterste geheimhouding rond JSOC-aanvalsmissies leidt volgens critici tot een totaal gebrek aan verantwoording: zo wordt het soms beschreven als een privéleger van de president dat veel meer vrijheid geniet dan onder meer inlichtingendienst CIA. Enkel wanneer het echt fout loopt worden die elitetroepen onder de loep gehouden, en dan nog.

Bij een mislukte raid door een dertigtal SEAL-commando’s samen met Emiratische soldaten op een dorp in Jemen in januari, gericht tegen Al-Qaeda op het Arabisch Schiereiland, zijn tussen tien en dertig burgers omgekomen, onder wie de achtjarige Amerikaanse dochter van Anwar al-Awlaki, een voormalig Al-Qaeda-prediker die omkwam bij een droneaanval in 2011. Naast de burgerslachtoffers werden veertien militanten gedood en kwam ook één SEAL om. Bijna een heel dorp werd in het puin gelegd.

De aanval werd gepland door de regering-Obama en goedgekeurd door de nieuwverkozen president Trump, wiens woordvoerder de aanval achteraf een ‘succes’ noemde. Volgens militaire bronnen geciteerd in Amerikaanse media was de aanval uitgevoerd zonder voldoende inlichtingen, voorbereiding of back-up.

Doorheen de voorbije vijftien jaar van onafgebroken war on terror zijn beleidsmakers en militaire bevelhebbers volgens defensieanalisten permanent gaan steunen op die strijdkrachten die in theorie voor korte missies opgericht zijn. Voor Obama was het de manier bij uitstek om een handvol militaire campagnes gaande te houden zonder al te veel mediabelangstelling. Maar ondanks recente successen tegen IS groeit de kritiek op dat blinde vertrouwen van Washington in de special forces.

‘Door de jaren is de inzet van special forces uitgegroeid tot de gemakkelijkheidsoplossing bij uitstek, met een overdreven focus op geweld.’

‘Het inzetten van special forces ligt politiek makkelijker en gaat ook sneller: omdat er veel meer geheimhouding rond dit soort missies is, moet er niet een heel debat aan vooraf gaan en moet de VS ook niet openlijk toegegeven dat het ergens in een strijd verwikkeld is’, zegt Phillip Lohaus, een defensieanalist bij de conservatieve denktank American Enterprise Institute en voormalig inlichtingenofficier in Afghanistan.

‘Maar door de jaren heen is er gemakkelijkheidshalve veel te veel nadruk komen te liggen op geweld en actie, tegenover de civil affairs afdelingen binnen de special forces, die bijvoorbeeld contacten legden met stammenleiders in Afghanistan of Irak. Politici kennen die specialiteiten niet zo goed, verkiezen daarom de gemakkelijke direct action-aanpak en voorzien ook meer budget voor de aanvalsoperaties. Daarom zijn soldaten binnen de special forces gaan denken dat aanvalsoperaties de manier zijn om carrière te maken.’

‘Bovendien is het ook zo dat de muslukkingen van geheime aanvalsoperaties minder streng beoordeeld worden dan de meer open civiele operaties. Zo is een vicieuze cirkel ontstaan waardoor het hele apparaat hoofdzakelijk op geweld gericht’, besluit Lohaus.

‘Het gras afmaaien’

‘Het inzetten van special forces heeft zeker zijn beperkingen’, bevestigt Magnus Nordenman. ‘Neem de strijd tegen terreur: special forces kunnen zeker inlichtingen verzamelen, terroristen uitschakelen of oppakken, en dat houdt de dreiging op een beheersbaar niveau. Maar het is geen échte oplossing, en ik ben er zeker van dat de special forces-community hetzelfde zou zeggen.’

Dat is vandaag de essentie van de special forces-aanpak: terrorisme meer beheersen dan echt oplossen.

‘In Washington noemt men deze aanpak wel eens ‘het gras afmaaien’, vervolgt Nordenman. ‘Als het gras weer te hoog wordt, dan moet het gemaaid worden. Een tijdje later moet dat opnieuw gebeuren. Dat is vandaag de essentie van de special forces-aanpak: het probleem – terrorisme – meer beheersen dan echt oplossen, ervoor zorgen dat het gras niet te hoog groeit. Het is nu eenmaal makkelijker om special forces in te zetten dan een land te heropbouwen of er vijftien jaar aanwezig te zijn met enorm troepenaantallen.’

President Trump heeft er een punt van gemaakt precies het tegenovergestelde te doen van zijn voorganger Obama. Behalve op het vlak van defensie dan: analisten zijn het erover eens dat Trump het wijdverspreide special-forces-apparaat ongestoord laat draaien, en zelfs de teugels viert.

Terwijl Obama nog eiste dat elk detail van geheime operaties door het Witte Huis moest goedgekeurd worden, geeft Trump zijn minister van Defensie James Mattis veel meer bewegingsruimte voor kleinschalige special-forcesoperaties. Volgens Amerikaanse media staat Mattis nogal vijandig tegenover Iran, waar JSOC in het verleden al missies uitvoerde.

Correctie: Oorspronkelijk stond er een foutief beeld en onderschrift bij dit artikel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content