Rafael Arenas

‘De rechtszaak tegen de Catalaanse separatisten is allerminst een politiek proces’

Rafael Arenas Hoogleraar aan de Autonome Universiteit Barcelona en oud-voorzitter Societat Civil Catalana

Rafael Arenas, hoogleraar aan de Autonome Universiteit Barcelona en oud-voorzitter van de lobbygroep Societat Civil Catalana, heeft er alle vertrouwen in dat het proces tegen de voortrekkers van de Catalaanse onafhankelijkheid momenteel eerlijk verloopt, maar ‘als zij achteraf vinden dat dat niet het geval was, staat de deur van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens open’.

Democratie is meer dan naar de stembus trekken. Even belangrijk als het bestaan van een regering die de vrucht is van vrije verkiezingen, is het respect voor bepaalde basisprincipes en de garantie van onze fundamentele rechten. Beide zaken zijn bovendien niet van elkaar los te koppelen, het ene is noodzakelijk om het andere te vrijwaren.

De rechtszaak tegen de Catalaanse separatisten is allerminst een politiek proces.

De onafhankelijkheid van het gerecht is een van die principes. Onafhankelijke rechters die de wet als enige leidraad hanteren zijn onontbeerlijk om het recht op verdediging en een eerlijke rechtsgang mogelijk te maken. Ook laten zij toe om alle andere rechten, waarbij het rechtszekerheidsprincipe een voorname plaats inneemt, effectief te kunnen uitoefenen.

Spanje is, volgens alle bestaande indicatoren, een volwaardige democratie. Een indicator die in het bijzonder de aandacht trekt, is het aantal vonnissen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens waarin sprake is van een schending van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Tussen 1959 en 2017 werd Spanje 103 keer veroordeeld door dit Hof. In diezelfde periode veroordeelde het Duitsland 193 keer, Frankrijk 728, Italië 1819 en het Verenigd Koninkrijk 314 keer. Zelfs landen kleiner dan Spanje werden vaker veroordeeld (Finland: 140; België: 171; Portugal: 258; Zwitserland: 106).

Het relatief lage cijfer voor Spanje toont aan dat de Spaanse rechtbanken voornamelijk op correcte wijze handelen en de internationale instrumenten inzake mensenrechten correct toepassen. Dit is mogelijk omdat het geheel van het rechterlijk systeem beantwoordt aan de principes die de rechterlijke onafhankelijkheid en haar strikte onderwerping aan de wet garanderen.

In Spanje zijn de rechters niet afhankelijk van de regering en handelt het openbaar ministerie onafhankelijk. Minder dan een jaar geleden zagen we een duidelijk voorbeeld van die onafhankelijkheid van de rechters tegenover de uitvoerende macht: de partij in de toenmalige regering (PP – Partido Popular) werd door de rechtbank veroordeeld voor profijt van corrupte praktijken. Tijdens dat proces werd de toenmalige Spaanse premier Mariano Rajoy als getuige opgeroepen. Zijn getuigenis werd noch door de rechterbank noch door de openbare aanklager geloofwaardig geacht. Weinig landen kunnen zo’n duidelijk voorbeeld van rechterlijke onafhankelijkheid voorleggen.

Op dit moment berecht het Spaanse Hooggerechtshof de betrokkenen bij de gebeurtenissen in Catalonië in september en oktober 2017. De beklaagden voeren aan dat het een politiek proces is, maar er is geen grond voor een dergelijke claim.

In tegenstelling tot andere landen en zoals hierboven vermeld, past Spanje de strikte scheiding der machten toe, in die mate dat de regering niets te maken heeft met de vervolging en berechting van de verdachten die men verantwoordelijk acht voor de gebeurtenissen in de herfst van 2017 in Catalonië.

In feite kan de Spaanse regering nu geen enkele invloed uitoefenen op wat er gebeurt.

De openbare aanklager en de rechtbanken hebben onafhankelijk gehandeld, zoals bepaald in de wet, omdat de gepleegde feiten strafbaar zijn overeenkomstig het Spaanse strafrecht. Rechters en aanklagers kozen er dus compleet onafhankelijk, op basis van het Spaanse strafrecht, voor om de rechtszaak op te starten en de verdachten in voorlopige hechtenis te houden.

In feite kan de Spaanse regering nu geen enkele invloed uitoefenen op wat er gebeurt. Pas wanneer de rechterlijke uitspraak valt, en die uitspraak zou bestaan uit een veroordeling, kan de overheid indien gewenst gratie verlenen (indulto). Tot dan is het hele proces in handen van de rechters, die – zoals we hebben gezien – onafhankelijk handelen en alleen aan de wet onderworpen zijn.

Nu kunnen we alleen maar hopen dat de beklaagden een eerlijk proces kennen. Als zij achteraf vinden dat dat niet het geval was, staat de deur van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens open.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content