De politieke moordzomer: de opvolgers van de profeet Mohammed

Na veel bloedvergieten werd Aboe Bakr, schoonvader van Mohammed, opvolger van de profeet van God. © Wikipedia
Marc Gevaert
Marc Gevaert journalist

De profeet Mohammed liet geen aanwijzingen achter over de keuze van een opvolger. Vier kaliefen volgden elkaar op gewelddadige wijze op, maar na de dood van de vierde, viel de islam uiteen in een soennitische en sjiitische variant.

De politieke moord is een fenomeen van alle tijden – van gisteren en vandaag, en helaas ook van morgen. Want macht doet iets met een mens: als gewone politieke middelen niet meer volstaan, wordt de strijd om de macht dan ook beslist met de loop van een geweer, of het lemmet van een mes. Deze zomer blikken we terug op de meest markante politieke moorden en aanslagen uit de geschiedenis.

De eerste vier opvolgers van Mohammed worden door de moslims de ‘rechtgeaarde kaliefen’ genoemd, maar dit betekent niet dat de keuze van de eerste opvolgers probleemloos en zonder geweld verliep. Alleen Oemar ibn al-Khatib heeft zonder moeite de plaats kunnen innemen van zijn voorganger Aboe Bakr. Oemar zelf en zijn opvolgers Oethman ibn Affan en Ali ibn Aboe stierven allen een gewelddadige dood.

Onder een sterke persoonlijkheid als die van kalief Oemar kwamen de geschillen nauwelijks aan de oppervlakte, en het is op het hoogtepunt van zijn macht dat de tweede kalief om redenen van persoonlijke wraak vermoord werd door een christen slaaf in dienst van een provinciegouverneur uit Zuid-Irak.

Volgens de overlevering vloeide het bloed van Oethman over een kopie van de koran die hij aan het lezen was.

De meningen over Oemars opvolger Oethman lopen uiteen. Na een veelbelovend begin liet de kalief in de laatste jaren van zijn regering de zaken wat op hun beloop. Hem werd vooral verweten dat hij toen familieleden en stamgenoten begon voor te trekken bij de verdeling van de belangrijkste functies. De inwoners van de stad Medina kwamen tegen de kalief in opstand en kregen de steun van enkele garnizoenen uit Egypte. Oethman werd belegerd in zijn eigen woning. Er werd hem een eervolle aftocht toegezegd als hij aftrad, maar hij wees die oplossing van de hand. Daarop drong een groep aanvallers, geleid door een zoon van de eerste kalief, de woning binnen en vermoordde hem. Volgens de overlevering vloeide het bloed van Oethman over een kopie van de koran die hij aan het lezen was.

Na de moord op Oethman was de belangrijkste kandidaat voor de opvolging Ali, een neef en tegelijk schoonzoon van de profeet. Er waren echter heel wat fracties binnen de islam die niets moesten weten van Ali en een burgeroorlog tegen hem ontketenden. Ali slaagde erin om een eerste groep tegenstanders te verslaan, maar toen kreeg hij te maken met de strijdlustige Moe’awiya, gouverneur van Syrië en familielid van Oethman. De twee legers ontmoetten elkaar aan de boorden van de Eufraat. Na enkele dagen van schermutselingen werd voorgesteld om afgezanten van beide partijen bijeen te brengen voor een bemiddelingspoging. Ali was het daarmee eens, maar werd niet gevolgd door een deel van zijn aanhangers die de macht niet wilden delen. Daarom werd hij korte tijd later in de buurt van zijn eigen hoofdkwartier vermoord.

De moord op Ali bracht de eerste grote scheuring binnen de islam met zich mee. Zijn aanhangers vormden een eigen strekking, de shi’at ‘Ali of de partij van Ali. De breuk tussen soennieten en sjiieten die van toen dateert, is nooit geheeld geraakt. Beide partijen staan ook vandaag nog regelmatig met getrokken messen tegenover elkaar.

Soennieten en sjiieten staan ook vandaag nog regelmatig met getrokken messen tegenover elkaar.

Gruwelijker dan de dood van de laatste rechtgeaarde kalief was die van al-Moesta’sim, de laatste kalief van Bagdad, lid van de dynastie der Abbasieden. In de eerste helft van de dertiende eeuw hadden de Mongolen van Djengis Khan en zijn opvolgers het grootste deel van Azië veroverd. Op 10 februari 1258 maakten de krijgers van Hülegü, de Mongoolse heerser van Iran, zich meester van Bagdad, toen een van de grootste en mooiste steden van de wereld. De veroveraars kenden geen genade. Tien dagen lang werd de stad overgeleverd aan moord en plundering. Nadat al-Moesta’sim hem de plaats had getoond waar zijn schatten verborgen lagen, liet Hülegü de kalief in een tapijt rollen en vertrappelen door zijn paarden.

Dit artikel verscheen eerder in Knack Historia: 150 politieke moorden en aanslagen. Hier te koop

Partner Content