De politieke moordzomer: de dubbele moord op Trotski

Trotski © /
Marc Gevaert
Marc Gevaert journalist

Stalin zag Trotski als een grote concurrent. Er waren echter twee aanslagen nodig om hem het zwijgen op te leggen.

De politieke moord is een fenomeen van alle tijden – van gisteren en vandaag, en helaas ook van morgen. Want macht doet iets met een mens: als gewone politieke middelen niet meer volstaan, wordt de strijd om de macht dan ook beslist met de loop van een geweer, of het lemmet van een mes. Deze zomer blikken we terug op de meest markante politieke moorden en aanslagen uit de geschiedenis.

Na Karl Marx hebben vier politici – Lenin, Stalin, Mao Zedong en Trotski -hun naam gegeven aan hun visie op het communisme. Tussen hen bestonden in feite geen fundamentele meningsverschillen over de interpretatie van de leer van Marx, maar de eerste drie waren niet te spreken over de permanente revolutie die Trotski voorstond. Trotski is de enige van het viertal die nooit dictatoriale macht in handen heeft gekregen. In feite is hij twee keer monddood gemaakt, een eerste keer toen hij eind 1927 op last van Stalin uit de partijleiding werd gestoten en verbannen, een tweede keer in 1940 toen de geheime politie van de Sovjet-Unie hem liet vermoorden.

Hoewel Trotski werd gezien als Lenins opvolger, bleek Stalin een stuk handiger en ook meedogenlozer toen het moment van de machtsovername aanbrak

Trotski was nauw betrokken bij de totstandkoming van de Sovjet-Unie. Aanvankelijk was hij de onbetwiste tweede man achter Lenin. Eerst als minister van Buitenlandse Zaken en later als minister van Defensie slaagde hij erin om de prille communistische staat zegevierend uit de burgeroorlog te laten komen en het gevaar van een buitenlandse interventie af te wenden. Hoewel Trotski werd gezien als Lenins opvolger, bleek Stalin een stuk handiger en ook meedogenlozer toen het moment van de machtsovername aanbrak. Door de rivalen Trotski, Kamenev en Zinoviev tegen elkaar op te zetten, slaagde Stalin erin om zelf het laken naar zich toe te halen. Op het partijcongres van 1927 voelde hij zich sterk genoeg om Trotski uit het politbureau te laten gooien en te verbannen naar Centraal-Azië. De andere twee mochten voorlopig in functie blijven, na eerst deemoedig hun ongelijk te hebben toegegeven.

Toch durfde Stalin lange tijd niet definitief af te rekenen met Trotski. Hij liet hem zelfs uitwijken naar het buitenland. Na korte verblijven in Turkije, Frankrijk en Noorwegen kwam Trotski in 1936 in de Mexicaanse stad Coyoacan terecht. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, herzag Stalin zijn positie ten opzichte van Trotski en gaf het bevel tot liquidatie. Een eerste aanslag vond plaats op 24 mei 1940: ruim twintig als politieagenten verklede mannen drongen de villa van Trotski binnen en namen massaal zijn slaapkamer onder vuur. Twee brandbommen en een brisantbom daarbovenop volstonden niet om Trotski te doden. Door de mislukte aanslag raakte Trotski in paniek. Hij liet zijn villa ombouwen tot een versterkte burcht met stalen deuren, bomvrije muren en wachttorens.

De Russische geheime dienst veranderde daarop het geweer van schouder en zocht iemand die kon penetreren in de kring van intimi van Trotski. De Spaanse communist Ramon Mercader gaf zich uit voor een Belgische student en knoopte een relatie aan met een vertrouwelinge van Trotski. Zo kreeg hij toegang tot het zwaarbewaakte pand. Op 20 augustus 1940, terwijl Trotski een document aan het lezen was, sloeg Mercader hem met een ijspriem in het achterhoofd. Tot zijn grote verbazing viel Trotski niet direct dood neer, maar begon hij terug te vechten. Toegesnelde lijfwachten overmeesterden Mercador. Trotski werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht, waar hij een dag later alsnog kwam te overlijden. Mercador werd veroordeeld tot twintig jaar cel. Na zijn vervroegde vrijlating verbleef hij afwisselend in de Sovjet-Unie en op Cuba. Hij werd vereerd als Held van de Sovjet-Unie.

Dit artikel verscheen eerder in Knack Historia: 150 politieke moorden en aanslagen. Hier te koop

Partner Content