De politieke moordzomer: de aanslag op Thatcher

Het Grand Hotel na de aanslag © Wikipedia
Marc Gevaert
Marc Gevaert journalist

De beelden van de minister van Handel die in zijn pyjama uit het gebouw wordt gehaald, zijn de wereld rondgegaan.

De politieke moord is een fenomeen van alle tijden – van gisteren en vandaag, en helaas ook van morgen. Want macht doet iets met een mens: als gewone politieke middelen niet meer volstaan, wordt de strijd om de macht dan ook beslist met de loop van een geweer, of het lemmet van een mes. Deze zomer blikken we terug op de meest markante politieke moorden en aanslagen uit de geschiedenis.

David Hughes, een journalist van de Daily Telegraph, heeft de aanslag op het conservatieve partijcongres van 1984 in Brighton de meest gedurfde actie genoemd sinds de Gunpowder Plot van 1605. Toch was de actie in Brighton niet echt een succes te noemen. Geen enkel lid van de conservatieve regering verloor het leven, en dat was toch de bedoeling geweest van de IRA.

Voor Margaret Thatcher en haar conservatieve partij kwam het eropaan de gelederen te sluiten, en een geslaagd partijcongres kon daarvoor zorgen. Als locatie voor het congres werd de badplaats Brighton aan de Engelse zuidkust gekozen. De meeste deelnemers werden ondergebracht in het Grand Hotel, dat vlak bij het Congrescentrum lag. Voor de IRA betekende de bijeenkomst een ideale kans om de Britse regering in het hart te treffen.

Een maand voor het congres huurde Patrick Magee van 14 tot 17 september 1984 een kamer op de zesde verdieping. Toen Magee het hotel verliet had hij onder het bad in zijn kamer een bom achtergelaten, die zo goed was verborgen en verpakt dat hij allicht niet ontdekt zou kunnen worden, zelfs niet door speciaal daarvoor getrainde speurhonden.

De beelden van de minister die in zijn pyjama uit het gebouw wordt gehaald, zijn de wereld rondgegaan.

Donderdag 11 oktober, de voorlaatste dag van het congres en premier Thatcher bleef tot diep in de nacht bezig met de voorbereiding van haar slottoespraak. Kort voor drie uur in de morgen werd ze opgeschrikt door een luide knal. De suite van de eerste minister was vrijwel ongeschonden gebleven, alleen in de badkamer was er wat schade. Toen Thatcher en haar man Denis heelhuids het gebouw verlieten, zagen ze een groot gat in de voorgevel. De rest van het stevige gebouw uit de tijd van koningin Victoria had verrassend weinig hinder ondervonden van de ontploffing. Vijf deelnemers aan het congres overleefden de aanslag niet, onder wie een parlementslid. Daarnaast vielen er 31 gewonden, enkelen waren voor het leven invalide. Een van de lichtgewonden was minister van Handel Norman Tebbit. De beelden van de minister die in zijn pyjama uit het gebouw wordt gehaald, zijn de wereld rondgegaan. Tebbits echtgenote hield een permanent letsel over aan de aanslag. Thatcher, de Iron Lady, deelde na een korte nacht aan de journalisten mee dat de slotzitting van het congres gewoon zou doorgaan. Ze zou alleen haar toespraak hier en daar wijzigen.

De IRA eiste onmiddellijk de verantwoordelijkheid op: ‘Vandaag was het geluk niet met ons, maar denk erom, voor ons volstaat het om één keer geluk te hebben, jullie moeten altijd geluk hebben.’ Patrick Magee werd met enkele kompanen aangehouden in de lente van het volgende jaar bij de voorbereiding van een nieuwe aanslag. Magee had zoveel op zijn kerfstok dat hij acht keer ter dood werd veroordeeld. Net als alle andere opgesloten IRA-leden werd hij in 1999 vrijgelaten als gevolg van het Goede Vrijdagakkoord.

Dit artikel verscheen eerder in Knack Historia: 150 politieke moorden en aanslagen. Hier te koop

Partner Content