‘De Europese Unie lijdt aan een auto-immuunziekte’

© Franky Verdickt

In hun pas verschenen boek Voorbij Fort Europa laten migratie-experts Henk van Houtum en Leo Lucassen geen spaan heel van het Europese asielbeleid. ‘De Middellandse Zee is een massagraf geworden.’

‘We redden de banken, maar niet de vluchtelingen. Ziedaar het bankroet van de mensheid.’ Migratie-experts Leo Lucassen en Henk van Houtum citeren de woorden van paus Franciscus met instemming. Terwijl de Nederlandse premier Mark Rutte migrantenbootjes op de Middellandse Zee naar Noord-Afrika wil laten terugslepen, pleiten zij in Voorbij Fort Europa voor ‘circulaire migratie’ en ‘permeabele’ grenzen.

Henk van Houtum: ‘Het grensbeleid van de Europese Unie is uitgemond in een benauwde en dodelijke tunnelvisie, waarbij het arbeidsmarkt- en vluchtelingenbeleid deels uit handen is gegeven aan mensensmokkelaars en dictatoriale regimes. Fort Europa is zowel technisch als moreel failliet.’

Is ‘Fort Europa’ geen manke metafoor? Dekt die term de lading wel?

HENK VAN HOUTUM: Niet in alle opzichten. Je zou bij een dergelijke metafoor wellicht geweren, prikkeldraad en houten palen verwachten. En dat is maar ten dele zo. Maar het is vooral een fort met een bikkelharde papieren grens. Er is een grote mondiale ongelijkheid als het om bewegingsvrijheid gaat. Dat heet discriminatie op geboortegrond, en de EU draagt daar actief aan bij. Een Syriër kan zonder visum maar naar 32 landen reizen, een Nederlander is op die manier in 174 landen welkom. Als je in Syrië bent geboren, ziet de wereldkaart er helemaal anders uit. Dan doemt er toch zo’n ondoordringbaar fort voor je op, waar je met een gammel bootje moet proberen binnen te komen. Vluchtelingen hebben dan wel het recht om in de EU asiel aan te vragen, maar dat kunnen ze pas als ze voet op Europese bodem hebben gezet en dat wordt ze op allerlei manieren onmogelijk gemaakt. Mooie etalage, maar de winkel is gesloten. En één keer binnen staat er een tweede reeks hekken. Dit keer echt van ijzer of onder de vorm van uitstelregelingen, vertragingsprocedures, bezittingen die worden afgepakt et cetera. Waarna de derde segregatie volgt: de opvang- en deportatiekampen.

LEO LUCASSEN: De jaren negentig vormen een cruciale omslag. De Europese Unie is na het Verdrag van Maastricht van 1992 een visumbeleid gaan optuigen dat het steeds moeilijker maakt om op een normale manier naar de EU te reizen. Als van 2011 af de situatie in het Midden-Oosten en zeker in Syrië erger wordt, komen die wrakke bootjes in zicht. Dat is spectaculair en levert mediagenieke beelden op en geeft het idee dat de hele derde wereld op weg is hiernaartoe.

Bestond die visumpolitiek tevoren dan niet?

LUCASSEN: Historisch kennen we dat niet op deze schaal en gestrengheid. De papieren grens is verreweg het belangrijkste instrument van de Unie om te verhinderen dat bepaalde categorieën van mensen het territorium bereiken. Dat verklaart waarom zo veel migranten nu gedwongen worden om op een gevaarlijke en dure manier naar de EU te reizen.

VAN HOUTUM: De Europese Unie is met die grenspolitiek steeds meer de oude natiestaten gaan kopiëren. En er wordt ook niet meer een onderscheid gemaakt tussen Europa en de Europese Unie. U kent toch de Griekse mythe over de ontvoering van Europa? Eigenlijk is de Europese Unie zelf nu bezig Europa te kidnappen. Sluipenderwijs staat de Europese Unie steeds meer gelijk aan het continent Europa. Op een eurobankbiljet, bijvoorbeeld, staat een kaartje van Europa, terwijl het een kaartje van de Europese Unie of van de eurozone zou moeten zijn. Ook daarmee wordt het idee van Europa als een staatsfort steeds meer waarheid.

Met het verdrag van Schengen en het wegvallen van de binnengrenzen is de nadruk automatisch op de controle van de buitengrenzen komen te liggen?

VAN HOUTUM: De gemeenschappelijke buitengrenscontrole is vanaf 1990 geleidelijk gegroeid. Zeker na de aanslagen in de VS in 2001 en de big bang van 2004, toen de Unie met tien landen tegelijk werd uitgebreid en Frontex werd geïnstalleerd, groeide de idee dat de buitengrenzen strenger moesten worden gecontroleerd.

LUCASSEN: Een belangrijke weeffout is het verdrag van Dublin. ‘Dublin’ wil dat vluchtelingen asiel aanvragen in het eerste EU-land waar ze aankomen. Wie in dat eerste land wordt afgewezen, mag niet in een tweede land zijn kans wagen. De bedoeling was om ‘asielshoppen’ en bureaucratisch pingpongen tussen landen te voorkomen. Dat is begrijpelijk, maar het tekent ook de rechtsongelijkheid omdat de toelatingscriteria in de landen vaak sterk uiteenlopen. Een tweede probleem is dat landen zoals Griekenland en Italië gewoon door hun geografische ligging de grootste kans hebben dat vluchtelingen eerst bij hen aankloppen.

Dat is ‘het lot van de geografie’, zei de Nederlandse premier Mark Rutte. Brute pech.

LUCASSEN: Dat kan best zijn, maar als lid van een club is het ook weinig solidair om zoiets te zeggen. Je kunt kritiek hebben op de manier waarop de Grieken het probleem aanpakken, maar er zitten in die arme lidstaat nu toch al een jaar zo’n 50.000 mensen in vreselijke omstandigheden bij elkaar en niemand steekt een poot uit. Griekenland is een soort afvoerputje geworden. Zo ondergraaf je de principes waarop de hele Europese Unie is gebouwd. Je zult dit probleem toch op het niveau van de Unie zelf moeten oplossen.

VAN HOUTUM: De combinatie van dat gebrek aan solidariteit en ‘Dublin’ is de reden waarom er überhaupt een crisis is. Omdat Griekenland het niet meer aankon, liet het iedereen doorreizen en daarmee kwam die lange stoet mensen op gang naar Duitsland en andere landen. Die mediabeelden versterkten het idee van schijnbare onbeheersbaarheid. Maar het is niet per se een crisis in termen van aantallen, maar van solidariteit.

In landen zoals Nederland, België en Duitsland lijkt die crisis nu toch stilaan bezworen?

VAN HOUTUM: Was het maar waar. Er leven nog veel mensen in erbarmelijke omstandigheden. Ze zijn alleen uit het oog omdat we wegkijken. We laten het de Grieken en de Italianen zo veel mogelijk alleen oplossen. We duwen de vluchtelingen ook steeds verder weg. Er zijn intussen zelfs plannen om met dictatoriale regimes als Eritrea, Niger en Sudan vergelijkbare deals te maken als met Turkije.

Wat is er mis met de idee om vluchtelingen op te vangen in de regio waar ze vandaan komen?

LUCASSEN: Dat gebeurt toch al volop? Er zitten in Turkije naar rato vijftien keer zoveel Syriërs als in de hele Europese Unie. En dat land is een stuk armer. Meer dan de helft van de Syrische kinderen in Turkije zit niet op school, maar werkt in een fabriek. Dat vinden wij dus allemaal prima. Zolang ze maar niet naar ons toekomen. Dat is toch een behoorlijk cynische houding, zeker als je jezelf zoals de Europese Unie voortdurend op de borst slaat als het over mensenrechten gaat.

Bracht de deal met Turkije dan geen oplossing?

VAN HOUTUM: De EU is door deals als deze de controle van zijn grenzen aan het outsourcen, over de rug van vluchtelingen en tegen het Vluchtelingenverdrag in. Met als gevolg dat de EU chantabel wordt voor autocratische leiders als Erdogan.

LUCASSEN: Die deal is bovendien eenzijdig geïmplementeerd. De EU zou substantiële aantallen vluchtelingen uit Turkije overnemen en daar is geen gevolg aan gegeven. Het zal ook niet gebeuren dat de Turken visumvrijheid krijgen om naar de EU te reizen. Wat als de hele deal straks in elkaar klapt? Daarover wil niemand nadenken.

Is het aantal vluchtelingen vandaag dan niet groter dan ooit?

LUCASSEN: Dat is een misvatting. Mensen blijven toch het liefst in hun eigen land als dat enigszins kan. Het aantal vluchtelingen bedraagt nog altijd maar 1 procent van de wereldbevolking. Sinds de oorlog in Syrië zijn anderhalf miljoen mensen naar de EU gevlucht. Dat is een behoorlijk aantal, maar tegelijk is het toch slechts 0,3 procent van de totale bevolking van de Unie.

Maar de perceptie is anders. En u legt de schuld daarvoor toch vooral bij politici.

LUCASSEN: In Nederland is het verschil met, bijvoorbeeld, de jaren negentig dat gevestigde partijen nu concurrentie ondervinden van populistische en soms extreemrechtse partijen die van de immigratie en de angst voor moslims hun belangrijkste verkooptruc hebben gemaakt. In de jaren negentig gold er nog een min of meer stilzwijgende afspraak om dit niet tot een electoraal thema te maken. En het is politiek blijkbaar een lastiger verhaal dan toen de Hongaren in 1956 uit hun land vluchtten. Dat waren medekatholieken en medeanticommunisten. Of toen 300.000 ‘repatrianten’ (alhoewel de meesten nog nooit in Nederland waren geweest) na de Tweede Wereldoorlog uit onze kolonie Indië naar Europa kwamen.

Dat het nu om veel vluchtelingen uit islamitische landen gaat, in een sfeer van dreigend terrorisme, maakt het er niet gemakkelijker op – maar daarom niet onmogelijk. In plaats van de verschillen zou je ook de overeenkomsten kunnen benadrukken. Alleen wordt het verhaal nooit op die manier verteld.

Feiten kunnen een mening maar beter niet in de weg staan?

LUCASSEN: Men creëert zijn eigen werkelijkheid. We weten allemaal dat een deel van de Marokkanen het bij ons niet goed doet. Dat dit de schuld is van de islam is onzin. Het heeft toch vooral met de ongelukkige timing van de migratie destijds te maken, in volle recessie. Maar dat wordt allemaal in één grote soepketel gegoten. Geert Wilders verkoopt dat soepje met veel succes. Dan moet je als politicus sterk in je schoenen staan, principieel zijn en op lange termijn willen denken om daar een fundamenteel ander verhaal tegenover te plaatsen. We geven veel lezingen over deze problematiek op allerlei plaatsen in Nederland en het valt ons op dat lokale bestuurders, die vluchtelingen moeten huisvesten in hun gemeente, de situatie vaak heel anders inschatten. Het politieke theater van hun partijgenoten in Den Haag, die de kwestie als een grote ramp voorstellen, maakt het voor hen alleen lastiger.

Het stigmatiserende wantrouwen tegen moslims is vergelijkbaar met hoe christelijke Europeanen in het verleden over Joden dachten, schrijven jullie. ‘Islamkritiek wordt steeds meer een vorm van cultureel racisme.’ Is dat niet wat kort door de bocht?

LUCASSEN: Helemaal niet. Er zijn wel degelijk interessante parallellen aan te wijzen tussen islamofobie en antisemitisme. Want wat zijn de basiskenmerken van antisemitisme? Een volledige groep wegzetten als gevaarlijk en ongewenst, met de boodschap dat die groep door immigratie en door veel kinderen te krijgen heimelijk probeert de boel demografisch en ideologisch over te nemen. Ik zie het verschil met moslims niet. Ja maar, wordt dan gezegd, de Joden waren geen terroristen. Maar dat zijn 99,99 procent van de moslims ook niet. Ze hebben van dat terrorisme meer last dan niet-moslims. Je moet uitkijken met de analogie met de jaren dertig, maar je moet er ook je ogen niet helemaal voor sluiten. Dat is net zo dom.

VAN HOUTUM: Er is dat prachtige vers van de Griekse dichter Kavafis, uit 1918: ‘In afwachting van de barbaren’, dat de tijdloosheid van het vijanddenken duidelijk maakt. De Romeinse senatoren, die bijeengekomen zijn op de agora, roepen: ‘De barbaren komen, wat kunnen we doen?’ Tot blijkt dat er helemaal geen barbaren zijn: ‘Wat moet er nu van ons worden, zonder barbaren?/ Die mensen waren tenminste een oplossing.’ We vergroten de ‘zij’ uit om de ‘wij’ te versterken. En die ‘zij’ verschilt van generatie tot generatie. Nederlanders en Belgen waren ooit ‘zij’ voor elkaar. Daarvoor waren er de Spanjaarden en de Fransen, daarna de Duitsers. En nu dus de moslims. Of soms Brussel, als metafoor voor de Europese bureaucratie.

Had zowel de brexit als de overwinning van Trump met de migratiecrisis te maken?

VAN HOUTUM: Je zag in beide gevallen eenzelfde soort zondebokmechanisme. Als het systeem faalt, wordt de schuld door de politiek en het volk op een ander geladen – na de economische crisis op de hebzuchtige bankiers, en nu op de migranten.

LUCASSEN: Er zit ook een herverdelingsvraagstuk achter. De afgelopen twintig jaar van neoliberaal beleid hebben we een versobering van de verzorgingsstaat meegemaakt. De staat bekommert zich steeds minder om de burgers en dat heeft geleid tot ‘de verweesde samenleving’, zoals Pim Fortuyn dat zo raak heeft geformuleerd. Er is schaarste ontstaan. Zeker op de markt van sociale huurwoningen komen laagopgeleide en laagbetaalde burgers nu in concurrentie met nieuwkomers. Goedwillende politici die zeggen dat alle vluchtelingen recht hebben op een menswaardige huisvesting maken zich kwetsbaar voor populistische aanvallen: ‘Ja, hallo, ik sta al tien jaar op de lijst!’ Het verhaal zou natuurlijk moeten zijn: wij vinden dat iedereen recht heeft op betaalbare huisvesting. Blijkbaar is de schaarste aan het toenemen, dus we gaan meer bouwen. Simpel.

Hoe realistisch is de belofte van Trump om een hek of een muur te bouwen tussen de Verenigde Staten en Mexico?

LUCASSEN: Voor een deel staat dat ding er al. Hij is best in staat om over de hele breedte van de grens z’n schutting te bouwen, maar de vraag is dan: is dat effectief?

VAN HOUTUM: Natuurlijk niet. Muren bouwen om grenzen af te sluiten, dat deed men in de Romeinse tijd al. Men dacht: als we een muur neerzetten, is het probleem weg. Maar het probleem is niet weg, het is alleen uit het zicht. De afrasteringen die in de jaren negentig rond de Spaanse enclaves in Marokko zijn gebouwd hebben als voornaamste effect gehad dat de routes van migranten zich hebben verlegd. Dat is het zogenaamde ‘waterbedeffect’: als het op de ene plek niet lukt, proberen migranten het ergens anders. Dan lever je ze over aan mensensmokkelaars die ze op onzeewaardige bootjes richting Lampedusa of Malta sturen.

Wat is naïever: een muur bouwen of pleiten voor open grenzen?

VAN HOUTUM: Paus Franciscus zei onlangs: ‘We redden de banken, maar niet de vluchtelingen. Ziedaar het bankroet van de mensheid.’ Sinds de invoering van Schengen zijn dertigduizend mensen gestorven aan de buitengrenzen van de Europese Unie en is de Middellandse Zee een massagraf geworden. Dat gebeurt niet in de middeleeuwen, maar in onze beschaafde tijd. Het huidige grensbeleid is zowel technisch als moreel failliet.

LUCASSEN: We pleiten dus niet zozeer voor open grenzen maar voor andere grenzen, althans waar het gaat om laaggeschoolde arbeidsmigranten. We willen de grenzen niet om het territorium leggen, maar om het socialezekerheidssysteem. We bepleiten een systeem waarin migranten maar rechten kunnen opbouwen naarmate ze werk hebben en premies afdragen. Op die manier kunnen ze zich als het ware inverdienen in de verzorgingsstaat.

Creëer je zo geen tweederangsburgers?

LUCASSEN: Misschien wel, maar dan toch tweederangsburgers die de mogelijkheid hebben mettertijd eersterangs te worden. Wat we nu doen, is nulderangsburgers creëren, die aangewezen zijn op smokkelaars. Tel uit je winst. Vandaar dat wij zeggen: denk na over een flexibeler systeem, met een getrapte entree tot burgerschap. Dat is overigens een systeem dat we in Europa al sinds de middeleeuwen kennen. In vroegmoderne steden waren nieuwkomers welkom, maar het was een volstrekt normaal principe dat ze niet onmiddellijk toegang kregen tot de stedelijke armenzorg. Je moest er eerst een tijd wonen en je een beetje behoorlijk gedragen voor je rechten kon laten gelden.

Maar u kent het tegenargument: als we de grenzen niet bewaken, staat straks de halve wereld bij ons op de stoep. Dat is politiek onverkoopbaar en financieel niet houdbaar.

VAN HOUTUM: Dat is die angst dat ‘de dijken zullen breken’. We leven in Europa in wat de Duitse filosoof Peter Sloterdijk ‘een fobiecratie’ heeft genoemd. En die angst wordt politiek gevoed zonder gedegen wetenschappelijke analyse over het falen van het huidige mondiale systeem en het failliete Fort Europa-beleid.

LUCASSEN: Telkens weer blijkt dat die angst op niets gebaseerd is. In 2007, bij de laatste uitbreiding van de Europese Unie, hoorde je die apocalyptische geluiden ook: het wordt vreselijk, de Europese arbeidsmarkt zal ‘overspoeld’ worden door Roemenen en Bulgaren! Maar het is níét gebeurd en dat is ook wel logisch, want ze hebben hier niet meteen recht op een uitkering – die moet je eerst verdienen – en als je hier geen werk hebt, is het hier ook heel erg duur. Intern in de EU werkt de arbeidsmigratie eigenlijk best wel goed, waarom zou het dan ook niet extern kunnen werken?

Maar krijg je dan toch geen sociale dumping en een neerwaartse druk op de lonen?

LUCASSEN: Dat blijkt niet uit onderzoek en dat is ook niet zo vreemd, omdat de arbeidsmarkten in de EU nu eenmaal sterk gesegmenteerd zijn. Nederlandse tuinders bijvoorbeeld hebben vaak de grootst mogelijk moeite om mensen te vinden – als er geen enkele Pool meer in de kassen zou werken, konden ze in het Westland de boel wel sluiten. Daar is geen sprake van verdringing van lokaal arbeidsaanbod, want dat is er niet. Het wordt pas een probleem als werkgevers gebruik kunnen maken van mazen in de wet, zoals in de vervoerssector, waar ze Roemenen en Bulgaren minder kunnen betalen dan hun eigen staatsburgers. Aan die mazen in de wet, het gevolg van de liberalisering van diensten in de EU, moet je iets doen. Zorg ervoor dat je fatsoenlijke minimumlonen hebt en dat mensen zo min mogelijk in het zwart werken. Als je de miljarden die de EU nu besteedt aan grensbewaking, zou gebruiken voor een betere controle van de arbeidsmarkt, kwam je al een heel eind.

Jullie verwachten veel heil van ‘circulaire arbeidsmigratie’. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?

VAN HOUTUM: Een van de vele paradoxen van het Schengenbeleid is dat uitsluiting van migranten uiteindelijk insluiting genereert. Het is levensgevaarlijk en hartstikke duur om de EU binnen te komen, dus wie eenmaal levend en wel binnen is geraakt, zal ook niet zo gauw meer weggaan. Doordat je mensen uitsluit, gaan ze juist blijven. Vroeger, toen het nog eenvoudiger was de EU binnen te komen, keerden migranten als er geen werk meer was, gewoon weer terug naar hun land van herkomst: dat is de zogenaamde circulaire migratie. En daar hebben zowel de EU als de migranten profijt bij.

Is het draagvlak voor een ander vluchtelingenbeleid niet helemaal onderuitgehaald op de oudejaarsnacht in Keulen?

LUCASSEN: Dat heeft een enorme omslag gegeven in het debat. Na de publicatie van die iconische foto van het dode jongetje Aylan op het strand van Bodrum, leek er in de publieke opinie meer empathie te zijn voor vluchtelingen. Maar de gebeurtenissen in Keulen zijn door allerlei tegenstanders van migratie aangegrepen om te zeggen: zie je wel, vluchtelingen, moslims – dat krijg je er nou van! Die lui kunnen we nooit integreren in onze samenleving! Pertinente onzin, want het was toch een hele specifieke groep die verantwoordelijk was voor die zakkenrollerij en die handtastelijkheden. 99 procent van de vluchtelingen uit conflictgebieden zat daar helemaal niet bij.

VAN HOUTUM: De reacties op Keulen waren een schoolvoorbeeld van selectieve verontwaardiging. Het was natuurlijk absoluut verkeerd wat daar gebeurde, maar het werd meteen gemunt als een karakteristiek van vluchtelingen. En de criminaliteit jegens vluchtelingen is vele malen groter dan de criminaliteit door vluchtelingen. Over de varkenskoppen die in moskeeën naar binnen worden gegooid, de stenen door de ruit, de brandbommen, wordt op een heel andere manier bericht.

Dreigt u toch niet het verwijt te krijgen dat u als wetenschapper de vluchtelingencrisis bagatelliseert?

VAN HOUTUM: Wij proberen als wetenschappers niet mee te huilen met de wolven in het bos en nuchter te blijven. We willen de zaken in een breder perspectief plaatsen. Er zijn problemen met migranten en die moet je durven te benoemen, maar ze zijn niet onoplosbaar. Wat nu gebeurt, is het omgekeerde. Er wordt politieke munt uit geslagen en de vijandschap wordt aangewakkerd. Daarmee schiet de EU in eigen voet. De Europese Unie lijdt aan een soort auto-immuunziekte, ze wordt aangevallen door haar eigen immuunsysteem. Het huidige beleid gaat niet alleen ten koste van de vluchtelingen, die sterven aan onze poorten, maar het holt ook de eigen rechtsstaat uit, het vergroot juist de xenofobie en het scheurt de Europese Unie uiteen. Meer nog dan bij de eurocrisis staat bij de zogenaamde vluchtelingencrisis de existentie van de EU op het spel.

Moet de conclusie dan zijn: Europa kampt niet met een vluchtelingencrisis, maar de vluchtelingen kampen met een Europese crisis?

LUCASSEN: Dat lijkt me een mooie samenvatting.

Henk van Houtum en Leo Lucassen, Voorbij Fort Europa, Atlas/Contact, Amsterdam/Antwerpen,

192 blz., 19,99 euro

Tekst Piet Piryns en Hubert van Humbeeck, foto Franky Verdickt

‘Meer dan de helft van de Syrische kinderen in Turkije zit niet op school, maar werkt in een fabriek. Dat vinden wij dus allemaal prima.’

‘Sinds de oorlog in Syrië zijn anderhalf miljoen mensen naar de EU gevlucht. Dat is 0,3 procent van de totale bevolking van de Unie.’

‘Er zijn zelfs plannen om met dictatoriale regimes als Eritrea, Niger en Sudan vergelijkbare deals te maken als met Turkije.’

‘Het huidige asielbeleid holt de rechtsstaat uit, vergroot de xenofobie en scheurt de Europese Unie uiteen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content