Vrije Tribune

‘De heropleving van de mijnbouw in Europa: 3 redenen om neen te zeggen’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

President Trump doet de Amerikaanse mijnbouw heropleven en ook in Europa gaan inmiddels nieuwe mijnen open. Ellen Debackere van vzw Catapa vindt dat geen goed idee. ‘Ondanks het enthousiasme levert een mijn helemaal niets op voor de lokale bevolking, integendeel: bij tegenstand sleept een mijnbedrijf een gastland vaak voor een arbitragerechter.’

We schrijven het najaar van 2016. Toenmalig presidentskandidaat Donald Trump kondigt in volle verkiezingscampagne aan dat hij oude mijnen opnieuw wil openen. In Europa is wat gemor hoorbaar. Waren we in Parijs niet nog maar net overeengekomen dat we enkel nog voor duurzaam zouden gaan?

Europa blijkt echter evenmin zonder zonde te zijn. Sinds de economische crisis door het continent woedt, werden in een toenemend aantal landen concessies verkocht om mijnen te (her)openen. Zowel in Ierland, Spanje, Finland, Griekenland, Roemenië en Bulgarije staan controversiële mijnbouwprojecten op til. De lokale bevolking in deze landen trekt echter hard van leer tegen de internationale mijnbouwbedrijven die er de gegeerde materialen uit de grond willen halen. Minstens drie argumenten steunen hun betoog.

Zijn de tegenstanders van de mijnbouw dan niet tevreden met de extra banen die een mijn creëert? Daar bestaan een aantal hardnekkige mythes rond. De mensen die in de buurt van een toekomstige mijn wonen, zijn zelden de mensen die ook effectief tewerkgesteld zullen worden ín die mijn. In het Spaanse Salave bijvoorbeeld, in de noordwestelijke regio Asturië, probeert een Australisch-Canadees mijnbouwbedrijf op dit moment een goudmijn te openen. De plaatselijke bevolking leeft hoofdzakelijk van veeteelt, visvangst en een beetje toerisme. Mijnarbeid vereist echter een heel ander soort expertise.

Voor de bevolking van dit dorpje zou een goudmijn dus niet alleen geen enkele job opleveren maar bovendien een vernietiging inhouden van de oorspronkelijke inkomensbronnen. Op lange termijn zal de lokale bevolking dus meer verlies maken dan winst. Eén van de redenen voor conflict in mijnbouwgebieden zijn dan ook de niet-ingeloste beloften die mijnbouwbedrijven tegenover de lokale bevolking maakten.

Vernietiging van ecosysteem

Die angst voor de vernietiging van het lokale ecosysteem is een tweede argument tegen een heropleving van Europese mijnbouw. De toekomstige mijn in het Spaanse Salave zou de eerste niet zijn die haar omgeving compleet vervuilt. Water en bodem moeten er vaak het eerst aan geloven. Vooral bij open-pit mijnen, waarbij de bodem volledig wordt afgegraven, wordt de natuur erg onder druk gezet. Het Europese parlement keurde dan wel een resolutie goed tegen het gebruik van het erg giftige cyanide bij de ontginning van materialen in open lucht, maar daarnaast blijft het opvallend stil.

Dat gebrek aan milieubescherming werd als het ware versterkt door de recente bekrachtiging van het CETA-akkoord. Want inderdaad: het leeuwendeel van de mijnbedrijven die voet aan wal zetten in Europa zijn van Canadese oorsprong. Van de 174 miljard dollar die Canadese ondernemers in 2015 in Europa investeerden, ging liefst 31 miljard dollar naar de mijnbouwsector en olie- en gasontginning. Bedrijven in deze sectoren stappen bovendien steeds vaker naar internationale arbitragehoven wanneer zij de vergunning voor hun geplande mijn niet krijgen. In 2016 bleek dat één op de vier zaken van het Centre for Settlement of Investment Disputes van de Wereldbank – waar disputen tussen een investeerder en een staat worden behandeld – gingen over mijnbouw, olie of gas.

De bevolking van Ro?ia Montan?, een dorpje in de Roemeense bergen, kan ervan meespreken. In 2000 verwierf het Canadese mijnbouwbedrijf Gabriel Resources er een vergunning om goud te ontginnen. Het mijnbouwproject zou leiden tot de vernietiging van vier bergen, de verhuis van de lokale bevolking en de vergiftiging van de omgeving omwille van het gebruik van cyanide. De lokale gemeenschappen verzetten zich heftig en slaagden er telkens in de vergunningen te laten vernietigen door nationale rechtbanken. In 2015 had het mijnbouwbedrijf er genoeg van en daagde het de Roemeense staat voor de rechter omwille van ‘oneerlijke behandeling’. Het recent goedgekeurde CETA-verdrag zal dit soort rechtszaken vermoedelijk niet in aantal doen afnemen.

Amper voordeel voor gastland

Een derde reden waarom mijnbouwprojecten niet de gedroomde oplossing zijn om uit de crisis te klimmen, is dat de opbrengsten van een mijn vaak helemaal niet ten goede komen aan het land waarin de mijn gelegen is. Zo toonde de Nederlandse Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) in 2015 aan dat Griekenland minstens 1,7 miljoen euro aan belastinginkomsten misliep door belastingontwijking van het Canadese mijnbouwbedrijf Eldorado Gold. Via Nederlandse brievenbusfirma’s kon dit bedrijf zijn rente-inkomsten naar Barbados doorsluizen. Eldorado Gold probeert nu een nieuwe goudmijn te openen in de Halkidiki-regio in Noord-Griekenland. 0,4 gram goud per ton gouderts is de inzet, wat belachelijk laag is in vergelijking met de aangerichte schade.

De heropleving van de mijnbouw in Europa is in vele opzichten problematisch omdat pertinent geweigerd wordt in te zetten op alternatieven. Hoewel duurzaamheid een moeilijk met mijnbouw te combineren begrip is, kan er wel voor geopteerd worden om verantwoord aan mijnbouw te doen, in een soort tijdelijke transitiefase. Zo zou de ecologische schade opgenomen kunnen worden in de kosten-batenanalyse van een mijnbouwproject. Op langere termijn moet het echter mogelijk zijn om reeds opgegraven metalen in omloop te houden en zo te evolueren naar een volledig circulaire economie. Enkel dan zal Europa in eer en geweten kunnen beweren dat het voor een duurzame toekomst gaat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content