Frank Albers

De geschiedenis liegt niet: ‘Trump is een watje’

Frank Albers Frank Albers is essayist.

‘Elke presidentiële verkiezingsstrijd in Amerika is een aanslag op het fatsoen en de waarheid. En Trump vormt heus niet het dieptepunt.’ Aldus Frank Albers in aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen.

De strijd tussen Hillary Clinton en Donald Trump is hard, gemeen, vuil, agressief. Het ergste moddergevecht ooit, zegt men. Maar daar ben ik nog niet zo zeker van. Het geheugen is bijziend. We neigen ernaar om de betekenis van recente gebeurtenissen uit te vergroten, belangrijker te vinden dan wat in een min of meer ver verleden is gebeurd.

Historisch gezien is het gehakketak tussen Clinton en Trump helemaal niet zo bijzonder.

De strijd om de Democratische nominatie tussen Barack Obama en Hillary Clinton acht jaar geleden was ook geen communiefeestje. Toen Hillary’s kansen om de nominatie binnen te halen zo ongeveer tot nul waren herleid, vroeg een journalist haar of ze er niet beter mee kon ophouden. Geen sprake van, zei ze, ‘we weten toch allemaal nog dat kandidaat Bobby Kennedy in juni in Californië is vermoord’. Met deze verwijzing naar de moord op Democratisch presidentskandidaat Robert Kennedy in 1968 leek Hillary te suggereren dat ook Obama wel eens kon worden afgeknald, en dat zij in dat geval op de Democratische conventie in de zomer alsnog genomineerd kon worden. Zo hebben de media haar ongelukkige uitspraak toen in ieder geval geframed. Het land huiverde.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Donald Trump praat zichzelfd de vernieling in
Donald Trump praat zichzelfd de vernieling in© Karl

Vier jaar later noemde Time de strijd tussen Obama en Mitt Romney ’the ugliest, nastiest, dirtiest campaign in American history’. Historici kijken verder terug. Zij verwijzen graag naar 1828, toen de zittende president John Quincy Adams op zijn flikker kreeg van zijn aartsvijand Andrew Jackson. Adams had Jackson verslagen in 1824. Sindsdien was de vete alleen maar erger geworden. Beide heren schroomden niet om ook elkaars echtgenote door het slijk te halen. De gemeenste verwijten en beschuldigingen vlogen heen en weer. Het ging er zo hufterig aan toe dat mevrouw Jackson nog voor de inauguratie van haar man bezweek. Gestorven aan een overdosis laster.

Elke presidentiële verkiezingsstrijd in Amerika is een aanslag op het fatsoen en de waarheid. Als er één constante is in de geschiedenis van onze campagnes, schreef Richard K. Scher, ‘it is that negativity reigns.’ (Political Campaigns in the United States) Historisch gezien is het gehakketak tussen Clinton en Trump helemaal niet zo bijzonder.

Mijn favoriete dieptepunt in de rijke geschiedenis van politiek geruzie in de VS blijft toch de vete tussen Aaron Burr (1756-1836) en Alexander Hamilton (1755-1804). Burr was de derde vice-president van de VS, onder Thomas Jefferson. Hamilton was een briljant advocaat, de jongste van de Founding Fathers, mede-auteur van de Amerikaanse grondwet en Amerika’s eerste minister van Financiën (1789-1795), onder George Washington. De miserie tussen Burr en Hamilton begon al in 1791, toen Burr een zitje in de senaat veroverde ten nadele van Hamiltons schoonvader – wat een beetje gênant was voor de minister van Financiën. Bij de presidentsverkiezingen van 1800 steunde Hamilton de kandidatuur van Thomas Jefferson, tégen Aaron Burr. In 1804 dong Burr naar het gouverneurschap van de staat New York. Hamilton organiseerde een lastercampagne, Burr verloor. Burr had het nu echt wel gehad met Hamilton, die hem al jarenlang dwarsboomde, ondermijnde, bekladde. Hij daagde Hamilton uit tot een duel.

Stel u voor: vice-premier Jan Jambon die op een ochtend in het Meerdalbos oud-minister van Financiën Koen Geens doodschiet.

In de vroege ochtend van 11 juli 1804 troffen Burr en Hamilton elkaar in een bosje in Weehawken, New Jersey. Hamilton schoot eerst en miste (volgens sommigen met opzet), waarna Burr Hamilton met één schot afknalde. Jawel, in de VS heeft ooit een vice-president een voormalige minister van Financiën en groot staatsman omgelegd in een duel. Stel u voor: vice-premier Jan Jambon die op een ochtend in het Meerdalbos oud-minister van Financiën Koen Geens doodschiet.

Burr is nooit veroordeeld voor de moord op Hamilton, maar zijn politieke carrière was wel afgelopen. Buitengewoon fascinerend, en bij mijn weten nauwelijks onderzocht, zijn de jaren die Burr vervolgens in Europa heeft doorgebracht, haveloos, zwervend van land tot land en van stad tot stad, steeds armer, steeds uitzichtlozer.

Iemand moest daar maar eens een goed boek over schrijven, of een film over maken. Het lijkt me een prachtige rol voor Donald Trump.

Partner Content