Kathleen Van Brempt (Vooruit)

‘De Europese democratie is te zwak om te reageren op het egoïsme van haar eigen lidstaten’

Kathleen Van Brempt (Vooruit) Europarlementslid voor Vooruit

‘Lidstaten gunnen elkaar het licht in de ogen niet, en laten omwille van electorale redenen het eigenbelang voorgaan op het grotere Europese belang’, schrijft Kathleen Van Brempt (SP.A). Ze waarschuwt voor de gevolgen van een unie die steeds meer als los zand aan elkaar hangt.

Op de komende Europese top van donderdag stelt commissievoorzitter Juncker het langverwachte rapport voor over de toekomst van de Economische en Monetaire Unie (EMU), dat een beter bestuur van de landen die de euro gebruiken, moet mogelijk maken. ‘Maar de echte hervormingen die Europese burgers willen, namelijk een solidair en democratisch Europa, lijken nog ver weg’, zegt Kathleen Van Brempt (SP.A).

Het langverwachte rapport werd opgesteld door de zogenaamde Five Horsemen, de vijf voorzitters van de Europese Commissie, de Europese Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees parlement en de Eurogroep. Het is het lang verwachte antwoord op een eerdere oproep van oud-president Herman van Rompuy om tot een betere politieke en economische samenwerking te komen. Die oproep viel bij de lidstaten grotendeels in dovemansoren.

De financiële en economische crisis heeft Europa geleerd dat het ontwerp van de eenheidsmunt behoorlijk wat zwaktes vertoont. Die hebben er voor gezorgd dat Europa zwaarder getroffen werd door de crisis dan bijvoorbeeld de VS. De jongerenwerkloosheid en de langdurige werkloosheid stegen naar ongekende hoogtes, lonen en collectieve arbeidsovereenkomsten kwamen zwaar onder druk te staan, een op vier Europeanen loopt nu het risico op armoede of sociale uitsluiting, de ongelijkheid is toegenomen, investeringen daalden met bijna 20 procent en de eurozone wankelt op de rand van de deflatie.

‘De Europese democratie is te zwak om te kunnen reageren op dat structureel egoïsme van haar eigen lidstaten’

Veel, zo niet alles heeft te maken met de grote beleidsverschillen in de eurozone. Waar Europese lidstaten voor de crisis de neiging hadden om stap voor stap nauwer met elkaar samen te werken, hebben ze zich sindsdien systematisch van elkaar afgekeerd. Europese solidariteit is geen deugd meer, maar wordt als een gevaar voor de eigen belangen beschouwd. De Griekse crisis vormt daarvan het schoolvoorbeeld. Als N-VA nu een onderzoekscommissie wil naar de verantwoordelijkheden voor de Griekse crisis, wil ze vooral de verantwoordelijkheid van de Grieken daarin onderzoeken, met de bedoeling hen als schuldige te kunnen aanwijzen.

Die houding is kenmerkend voor een Unie die meer en meer als los zand aan elkaar hangt. Lidstaten gunnen elkaar het licht in de ogen niet, laten omwille van electorale redenen het eigenbelang voorgaan op het grotere Europese belang en reageren even hardvochtig op landen die het moeilijk hebben, als op vluchtelingen die in Europa willen schuilen voor oorlogsgeweld.

Het meest dramatische van die evolutie is dat Europa stilaan alle geloofwaardigheid bij haar eigen burgers aan het verliezen is. Dat is, merkwaardig genoeg, niet eens het gevolg van Europese structuren, maar van de houding die de lidstaten aannemen. De Europese democratie is te zwak om te kunnen reageren op dat structureel egoïsme van haar eigen lidstaten. Een van de grote uitdagingen van de Economische en Monetaire Unie zal dan ook het herstel van de democratische legitimiteit van de Unie moeten zijn. Er gaapt nu immers een diepe kloof tussen de democratie enerzijds en de kille technocratische aanpak van de crisis die de meeste noordelijke lidstaten promoten.

Solidariteit tussen burgers

Economisch en monetair beleid is bovendien geen middel op zich, maar een doel om meer welvaart te creëren. Dat betekent dat ook de sociale dimensie van de Unie in beeld zal moeten komen om de bevolking er van het overtuigen dat meer Europese integratie te langen leste hen ten goede komt.

In een open brief aan de vijf voorzitters pleitten meer dan 200 academici afgelopen maandag voor een Europese minister van financiën, die bevoegd wordt voor een eigen Europees fiscaal beleid gebaseerd op eigen inkomsten en onder controle staat van het Europees parlement. De academici vinden dat we moeten evolueren van een Europese solidariteit tussen lidstaten naar een Europese solidariteit tussen burgers. Vandaag moeten lidstaten solidair zijn met een land als Griekenland. Als dat de belangen van hun eigen economische elites schaadt, kunnen ze hun bevolking opjutten tegen de ‘potverterende’ Grieken.

Maar als solidariteit opgebouwd wordt tussen burgers, zijn het overal in Europa de meer gegoede burgers die solidair moeten zijn met de minder gegoeden, onafhankelijk van de lidstaat waarin ze wonen. Zo wordt het lastiger om nationalistische sentimenten aan te wakkeren en de bevolking van het ene land tegen dat van het andere op te zetten. Maar dat betekent ook dat Europa – ten minste de landen van de Eurozone – eigen belastingen moet kunnen innen. De belastingen in de lidstaten moeten dan uiteraard dalen. “Burgers hebben nood aan een visie en een vooruitzicht op een Europa dat gebaseerd is op democratie, solidariteit en subsidiariteit,” schrijven de academici. “Niets anders zal hun vertrouwen in de Unie kunnen terugwinnen. Het alternatief is de toenemende sociale perceptie van een onvermijdbare en onoverkomelijke afbraak, die de opkomst van populisme, nationalisme en xenofobie met zich zal meebrengen.” En gelijk hebben ze.

‘De regeringsleiders van de lidstaten moeten eindelijk inzien dat de Unie onmogelijk kan voortbestaan als ze niet gedragen wordt door haar eigen burgers.’

Ook wij, sociaal-democraten in het Europees parlement, vinden dat het plan van de vijf voorzitters de lidstaten dichter bij elkaar moet brengen. Dat kan door een betere fiscale coördinatie, een gemeenschappelijke geconsolideerde vennootschapsbelasting, gemeenschappelijke sociale standaarden, de mogelijkheid om eigen belastingen te innen en leningen aan te gaan, een betere monitoring van de nationale begrotingen en een gemeenschappelijke investeringsagenda die rekening houdt met sociale hervormingen. Dat doet het plan van de vijf presidenten voorlopig nog niet. Het focust in eerste instantie alweer op striktere begrotingscontroles en schuift ambitieuze hervormingen voor zich uit. De democratische en sociale dimensies zijn slechts een lippendienst waard in het document.

Uiteraard moesten de vijf voorzitters werken binnen de krijtlijnen van de Europese verdragen. Het wordt steeds duidelijker dat die ook aan herziening toe zijn om van Europa opnieuw een hoopgevend project te maken voor haar burgers. De regeringsleiders van de lidstaten moeten eindelijk inzien dat de Unie onmogelijk kan voortbestaan als ze niet gedragen wordt door haar eigen burgers.

Om die aan boord te houden, zal er meer nodig zijn dan wat er vandaag op tafel ligt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content