De Europese corruptiejager die meer opbrengt dan ze kost: ‘Ik weet dat u veel slechte dingen over mij heeft gehoord’

Europees hoofdaanklager Laura Kövesi (Photo by Nikolay DOYCHINOV / AFP) (Photo by NIKOLAY DOYCHINOV/AFP via Getty Images)

In haar eerste jaar als hoofdaanklager van het Europees Openbaar Ministerie nam Laura Kövesi drie keer zoveel geld in beslag als haar instelling kost. Maar de Roemeense strijdt niet alleen tegen de corruptie, ze krijgt ook te maken met interne tegenstand vanuit de EU.

Laura Kövesi’s kantoor ligt aan de Avenue John F. Kennedy in Luxemburg-stad. Van daaruit leidt zij sinds vorig jaar het Europees Openbaar Ministerie (EOM), dat 250 ambtenaren telt. Hun taak: corruptie, oplichting en andere financiële malversaties binnen de Europese Unie blootleggen. Na een half jaar heeft de nieuwe instelling al 576 onderzoeken geopend naar de miljarden euro’s die de Europese Unie is misgelopen door fraude en corruptie. Voor het eerst mag een EU-instelling zelf onderzoeken voeren in de lidstaten, er zelfstandig klacht indienen en er vermogen in beslag laten nemen. Geen wonder dat Kövesi niet overal even graag gezien is. ‘Ik geef niet graag interviews’, zegt ze meteen bij aanvang.

Haar werkomgeving geeft een lege indruk. Heel wat kantoren in het gebouw van 18 verdiepingen staan leeg. De meeste van haar medewerkers werken vanuit de 22 EU-lidstaten die het Europees Openbaar Ministerie erkennen.

‘Ons werk toont aan dat Europa geen synoniem is voor zwakte.’

Laura Kövesi

De nieuwe hoofdaanklager wil bewijzen dat Europa op de misdadigers en fraudeurs jaagt die de belangen van de Europese belastingbetalers schaden. ‘We hebben gewonnen als de mensen ons vertrouwen.’

Het project van het EOM draait uiteindelijk rond de vraag of de EU in staat is om gezamenlijk tegen oplichters op te treden. Op dit moment is dat niet het geval: uitgerekend belastingparadijs Ierland neemt niet deel aan het project, net als Polen en Hongarije, die hun rechtsstaat al jarenlang uithollen.

Het zal van Kövesi afhangen of het idee van een Europese onderzoeksinstelling realiseerbaar is. Haar taak als aanklager klinkt vrijwel onmogelijk: ze moet vijanden maken in meer dan twintig landen, maar tegelijk genoeg regeringen aan haar kant houden om voldoende middelen en slagkracht voor haar instelling te verzekeren. Ze moet onafhankelijk blijven, afstand bewaren en netwerken. Ze moet vooral de bekendheid van het EOM in Europa vergroten.

Het is intussen drie jaar geleden dat ze solliciteerde naar de baan van hoofdaanklager. Tijdens haar kennismakingsgesprek met de EU-Parlementsleden zat de zaal vol. De leden van de Commissie Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken monsterden van achter hun microfoons de kandidaten. Er waren nog drie kandidaten in de running. Ze kregen elk zeven minuten de tijd om zich voor te stellen. Kövesi was dan nog een volslagen onbekende in het Europese wereldje. Haar concurrenten waren vooraf als favorieten bestempeld.

‘Ik weet dat u veel slechte dingen over mij heeft gehoord.’

Laura Kövesi

Zelfs de regering in haar thuisland Roemenië steunde haar niet. In Boekarest fulmineerden politici tegen haar en vielen regeringsgezinde media haar voortdurend aan. Hackers probeerden haar via familie en vrienden te bespioneren. Kövesi vertelde aan het Europees -Parlement: ‘Ik weet dat u veel slechte dingen over mij heeft gehoord. Ik wil klaar en duidelijk stellen dat ik absoluut niks te verbergen heb.’

De 49-jarige Kövesi groeide op in Mediaș, een rustige stad in de Karpaten. Ze studeerde rechten in Cluj-Napoca, lang voordat Roemenië lid werd van de Europese Unie. Aan het begin van haar carrière werd Kövesi vooral onderschat. Haar vader raadde haar een baan als notaris aan, maar ze werd openbaar aanklager. Vanaf haar 26e  voert ze in de stad Sibiu onderzoek naar de georganiseerde misdaad, op haar 33e wordt ze de eerste vrouwelijke procureur-generaal van Roemenië. Kövesi laat een nieuwe wind waaien door de stoffige mannenclub. Ze verdient belastinggeld terug met haar inbeslagnames. ‘Dat was revolutionair’, herinnert de Roemeense jurist Marius Bulancea zich. Bulancea leerde Kövesi in de jaren 2000 kennen en werkt tegenwoordig onder haar bij het Europees Openbaar Ministerie.

In 2013 krijgt Kövesi de leiding over de nationale anti-corruptie-eenheid DNA. Die dienst is een doorn in het oog van de regering in Boekarest, die de eenheid probeert af te remmen met een petieterig budget. Roemenië staat op dat moment op de 69e plaats in de corruptie-index van Transparency International, en veel Roemeense politici lijken dat niet zo erg te vinden.

Tijdens Kövesi’s ambtstermijn wordt corruptie hét onderwerp van discussie in het land. In 2015 komen bij een brand in een nachtclub 65 mensen om het leven. Enkele slachtoffers overlijden pas later aan infecties omdat er in het ziekenhuis met ontsmettingsmiddel geknoeid was. Duizenden Roemenen trekken vervolgens de straat op onder de slogan ‘Corruptie is dodelijk’. Kövesi’s instelling voert het onderzoek en zij wordt het idool van de anti-corruptiebeweging. Tot op vandaag siert haar beeltenis verschillende gevels in Boekarest. Kövesi’s onderzoekers slepen hooggeplaatste politici en zakenmensen voor de rechtbank. Onder hen twee voormalige premiers en elf ministers, van wie er sommige nog in functie waren.

De regering was tijdens Kövesi’s ambtstermijn van plan een wet in te voeren die corruptie pas vanaf 44.000 euro vervolgbaar maakte. Wanneer Kövesi ook een onderzoek opent naar Liviu Dragnea, die voorzitter is van de regeringspartij PSD, wil de regering zich van de lastige juriste ontdoen. Ze ontvangt bedreigingen en moet voor haar leven vrezen. In 2018 wordt ze door de Roemeense president Klaus Johannis ontslagen. Kövesi noemt het ‘het moeilijkste moment’ van haar leven. Tot op vandaag is de woede waarmee ze erover vertelt voelbaar, zelfs al veroordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens het ontslag later als onrechtmatig.

De voorzitter van de Begrotingscommissie noemde Kövesi ‘een vleesgeworden Vrouwe Justitia’.

Intussen heeft Kövesi ook in de Europese instellingen de reputatie van ijzervreter. ‘Niemand belichaamt de waarden van het EOM zozeer als zij’, zegt André Ritter, een voormalige concurrent voor haar positie. Ritter maakt tegenwoordig deel uit van Kövesi’s team. Monika Hohlmeier, de voorzitter van de Begrotingscommissie noemt haar ‘een vleesgeworden Vrouwe Justitia’.

Het parlement gaf Kövesi al in 2019 zijn vertrouwen. Meer dan de andere kandidaten stond zij voor de wil om ook de machthebbers aan te pakken. Voor het EOM is die reputatie belangrijk: in de privésector kunnen topjuristen meer verdienen dan bij de EU. Kövesi’s moed en haar vakkundigheid kunnen als tegengewicht dienen om meer getalenteerde juristen aan te trekken. Om het EOM te laten evolueren van een kiem naar een efficiënte instelling, is er wel meer dan dat nodig: politieke handigheid, diplomatie, een adressenboekje, en vooral goede onderzoekers in heel Europa.

‘Onze taak is niet diplomatie, maar onderzoek.’

Laura Kövesi

Om de vele problemen van haar mensen op te lossen, moet Laura Kövesi middelen verzamelen, boycots ontwijken en bureaucratie afbouwen. Anders dan in Roemenië kan ze in de EU nauwelijks op haar netwerken terugvallen. Haar Estse collega Ville Itälä van OLAF, het Europees Bureau voor Fraudebestrijding, kwam onder vuur te liggen toen hij laatst het onderzoek naar een vroegere partijgenoot verhinderde. Toch ligt het budget van OLAF hoger dan dat van het EOM, hoewel OLAF minder bevoegdheden heeft.

Kövesi is van geen enkele partij lid. Diplomatie is naar eigen zeggen niet haar sterkste punt. Onafhankelijke onderzoekers en EU-diplomaten hoeven niet per se in onmin te leven, vindt ze: ‘Onze taak is niet diplomatie, maar onderzoek.’ Haar agenda beschrijft ze als volgt: veel vergaderingen. Als haar gevraagd wordt wat het gevaarlijkst is voor haar werk, de mediacampagnes of de bureaucratie, antwoordt ze zonder twijfelen: de bureaucratie.

Elena Calistru, het hoofd van de Roemeense anticorruptie-organisatie ‘Funky Citizens’ vertelt: ‘De mensen willen helden zien.’ Ze gelooft dat Kövesi ook vroeger alleen daarom de pers te woord stond. ‘Maar een instelling moet ook kunnen functioneren als de helden van hun voetstuk vallen.’ Calistru kent Kövesi al 10 jaar en waardeert haar werk. Maar ook zij zegt dat Kövesi in haar tijd als Roemeense procureur-generaal heeft verzuimd om duurzame regels op te stellen. Het was niet altijd duidelijk waarom de juriste bepaalde gevallen wel onderzocht en andere niet.

In haar nieuwe functie reist Kövesi steeds vaker door Europa. Ze bezocht Slovenië, omdat het land moeite had met de aanstelling van EOM-onderzoekers. Daarna ging het naar Malta, dat geen onderzoeken opent. Ze ontmoet collega’s en ministers, maar ook de families van de Slovaakse onderzoeksjournalist Ján Kuciak en zijn verloofde Martina Kušnírová, die vermoord werden omdat ze onderzoek deden naar corruptie. Drie weken na het begin van de oorlog in Oekraïne was ze ook daar ook ter plekke om de samenwerking met de Oekraïense procureur-generaal te bezegelen.

‘Liever onderduiken dan weer schietschijf worden.’

Vroeger sprak Kövesi in interviews vaak over zichzelf, was ze enthousiast over luxe, pizza eten in haar pyjama, of betreurde ze dat ze geen kinderen had. Dat is nu voorbij. Wie haar op WhatsApp een vraag stuurt, krijgt binnen enkele minuten een beleefd maar afstandelijk antwoord terug.

Oude bekenden zeggen dat die strategie werkt voor Kövesi: liever onderduiken dan weer een schietschijf worden. Toch zou het voor Kövesi moeilijk kunnen worden om altijd op afstand te blijven. Wie steeds afstand houdt, bereikt op een bepaald moment niemand meer.

Eind april presenteerde Kövesi in het Europees Parlement een samenvatting van het eerste jaar van het EOM. Ze noemde enkele getallen uit het rapport over haar instelling: in zijn eerste zeven maanden heeft het EOM bijna 600 onderzoeken opgestart en 147 miljoen euro in beslag genomen. Dat is drie keer zoveel als de instelling zelf kost. De EU heeft Kövesi’s budget voor 2022 met 12 miljoen euro verhoogd, een belangrijk succes voor de hoofdaanklager: ‘Ons werk toont aan dat Europa geen synoniem is voor zwakte.’

‘Ze is volledig onwrikbaar.’

Monika Hohlmeier

Meerdere parlementsleden bedankten haar voor het goede werk dat ze levert. Maar Kövesi wil meer. Om het EOM nog onafhankelijker te maken van de nationale overheden, heeft ze meer macht en geld nodig. Daarvoor moet de EOM-richtlijn aangepast worden. Voor dat alles moet ze de steun van de Commissie en de lidstaten krijgen.

Bij de lidstaten is die steun er in ieder geval niet. Tijdens het eerste werkjaar vond meer dan de helft van de onderzoeken in amper vier landen plaats: Italië, Bulgarije, Roemenië en Duitsland. De voorzitter van de Begrotingscommissie, Monika Hohlmeier, wil Kövesi’s vraag om een hoger budget wel steunen, maar waarschuwt meteen dat het thema bij de lidstaten ‘als een van de laatste punten’ op het lijstje zou kunnen blijven staan. Na de vergadering eind april nam Hohlmeier het woord en vertelde dat ze Kövesi’s stoïcijnse natuur waardeert. Volgens haar laat Kövesi zich niet door politieke interventies uit evenwicht brengen. ‘Ze is volledig onwrikbaar.’

Kövesi is dan allang verdwenen om het vliegtuig naar haar volgende afspraak te halen. Als ze haar instelling bekend wil maken, zal ze nog veel moeten reizen.

Lina Verschwele

© Der Spiegel/ Vertaling Dries Blontrock

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content