Niels Smeets

‘De EU, Rusland én de Oekraïense oppositie hebben aandeel in escalatie van Krim-crisis’

Niels Smeets Wetenschappelijk medewerker in de onderzoeksgroep Rusland en Eurazië van de KU Leuven, studeerde ook Politieke Wetenschappen aan Staatsuniversiteit Sint-Petersburg.

Zowel de EU, de Oekraïense oppositieleiders als Rusland claimen uit het belang van de Oekraïense bevolking te handelen, schrijft Niels Smeets (KULeuven). ‘Maar het is duidelijk dat precies die bevolking uiteindelijk het gelag zal betalen.’

De burgers van Oekraïne hadden een gemeenschappelijk belang: de socio-economische malaise en het slecht bestuur van het door corruptie geteisterde land aanpakken. Toch lijkt deze gedeelde smart niet op te wegen tegen de centrifugale krachten die op het huidige Oekraïne worden uitgeoefend. Zowel de EU, Rusland als de Oekraïense oppositie hebben hun aandeel in de dreigende opdeling langs etnische lijnen.

De Russische perceptie van de EU: dubbele standaarden

De Russische kritiek dat de EU andere standaarden oplegt aan derde landen dan dat ze op het eigen grondgebied toepast, werd reeds duidelijk in het Russische mensenrechtenrapport (dat ook België hekelde, onder andere in verband met de slechte levensomstandigheden in ons gevangeniswezen). Rusland krijgt nu ook vrij spel om deze dubbele standaarden-kritiek toe te passen inzake het EU-beleid ten aanzien van Oekraïne. Door de oppositie in de Verchovna Rada, het Oekraïense parlement, te steunen, keurt de Unie ten minste impliciet de niet-democratische acties van de afgelopen week goed. Hoewel de Unie democratische normen hoog in het vaandel draagt in haar buitenlands beleid, onderschrijft ze impliciet de acties van de oppositie om zelf de president af te zetten, de grondwet te wijzigen en een eigen interim-president naar voren te schuiven. In zijn persconferentie in het Russische Rostov aan de Don verwees Viktor Janoekovitsj naar de ongrondwettige handelingen van de Oekraïense oppositie, en benadrukte meermaals dat hij nog steeds de enige democratisch verkozen president is. Aangezien er geen officiële impeachment-procedure werd ingeleid in het parlement, zoals de grondwet voorziet.

Bovendien legitimeert de EU ten minste impliciet de schendingen tegen de Russische minderheid binnen Oekraïne, met name ruim 8 miljoen mensen. Met het terugschroeven van de taalwet wordt het Russisch niet langer erkend als regionale taal in die regio’s waar de etnische Russen ten minste 10 % uitmaken. Het officiële EU-beleid om de rechten van minderheden te promoten wordt hiermee met de voeten getreden.

Indien de EU deze Russische verwijten wil vermijden, zal ze genuanceerder moeten optreden ten aanzien van de nieuwe machthebbers in Kiev en de ongrondwettige handelingen van de oppositieleiders in vraag stellen. Deze gaan immers in tegen de eigen democratische principes die de unie wil uitdragen. Bovendien stelt Janoekovitsj dat de EU de verantwoordelijkheid draagt om het door de Poolse minister van Buitenlandse Zaken, Radoslaw Sikorski, en Janoekovitsj onderhandelde akkoord te respecteren en uit te voeren. Dit wil meteen ook zeggen dat de verkiezingen van 25 mei niet legitiem zijn: in het akkoord werd namelijk gegarandeerd dat Janoekovitsj tot het jaareinde kon aanblijven. Dit werpt een smet op de toekomstig verkozen leiders, wie deze ook mogen zijn.

Weg naar opdeling ligt open

Het getouwtrek tussen de EU en de VS in het Westen, en Rusland in het Oosten, in combinatie met de destabiliserende acties van de Oekraïense oppositieleiders zelf, werkt een opdelingsscenario alleen maar in de hand.

Dat de EU-parlementsleden in hun resolutie benadrukken dat een mogelijke ondertekening van een associatie-overeenkomst niet het eindpunt is, maar dat Oekraïne ook uitzicht moet krijgen op EU-lidmaatschap, provoceert alleen maar de Russische ‘strategische partner’ van de EU. Het is namelijk onaanvaardbaar voor Rusland dat de Oekraïense bakermat buiten de eigen invloedssfeer zou vallen. Russische nationalisten zoals Vladimir Zjirinovski roepen dan ook openlijk op om hun Russische broeders bij te treden, en vrijwilligers naar de Krim te sturen. De nucleaire onderzeeërs van de Russische Zwarte Zeevloot mogen namelijk nooit in handen vallen van etnische Oekraïners, argumenteert Zjirinovski. Laat staan in handen van de EU.

De Russische bevolking van de Krim reageert door openlijk steun te vragen aan Rusland, en de nieuwe machthebbers in Kiev niet te erkennen. Sergej Aksenov, de nieuw aangestelde premier van het Oekraïense schiereiland vroeg ook openlijke steun aan Rusland. De Russische president Vladimir Poetin ging hier op in en vroeg de Russische tweede kamer om Russische troepen naar Oekraïne te sturen om de situatie te ‘stabiliseren’ en zo de Russische minderheid te beschermen. Rusland zal zich later dus kunnen beroepen op het feit dat ze expliciet om hulp werden gevraagd, en niet op eigen initiatief zijn overgegaan tot een militaire invasie. Bovendien werpt Rusland zich op als de garant voor de Russische minderheid en beroept Poetin zich op het internationale recht een ‘beperkt’ vredescontingent te sturen, wat Russische hulp verder legitimeert.

De reactie van de NAVO en de boodschap van Amerikaans president Barack Obama, dat zo’n Russische invasie niet ongestraft kan gebeuren, lijkt een afschrikkingsmanoeuvre te zijn ten aanzien van Rusland. In Rusland wordt dit echter geïnterpreteerd als een bijkomende rode lap van een dreigende Amerikaanse interventie, waartegen de Russische leiders zich sinds jaar en dag hebben verzet.

Daarnaast werkt de Oekraïense parlementaire oppositie zelf de verdeling van het eigen land in de hand. Met de afschaffing van de wet die het Russisch als regionale taal erkende in de regio’s met een Russische minderheid, wordt de etnische Russische bevolking alleen maar in de handen van de grote broer gedreven. De tijdelijke premier, Arseni Jatsenjoek, heeft die fout reeds impliciet erkent, door te stellen dat er een nieuwe, meer ‘gebalanceerde’ taalwet zal worden uitgevaardigd. Toen de geruchten van een ultimatum de ronde deden, verklaarde de interim-president, Aleksandr Toertsjinov, dat hij de beslissing van de Rada om de taalwet af te schaffen niet zal ondertekenen. Het is dan ook de hoogste tijd de provocaties aan banden te leggen.

Het kwaad is echter geschied. Zowel de EU, de Oekraïense oppositieleiders als Rusland claimen uit het belang van de Oekraïense bevolking te handelen, maar het is duidelijk dat precies die bevolking uiteindelijk het gelag zal betalen. De staatskas is leeg, de handel met Rusland is ineengestort, de tweede tranche van Russische steun werd ingetrokken, en de Oekraïense munt is in vrije val. Het land zal daardoor voor lange tijd afhankelijk worden van buitenlandse steun en politieke/militaire inmenging. Het slachtoffer zijn de echte helden van Maidan: het Oekraïense volk.

Partner Content