Jan Mertens

‘De economisch geïnstitutionaliseerde hebzucht duwt de planeet naar de afgrond’

Jan Mertens Medewerker Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling en voorzitter van de Denktank Oikos

Misschien is een duurzame en rechtvaardige welvaart ook wel beter voor onze geestelijke gezondheid. Zeker als je beseft welke ecologische conflicten nog op onze weg zouden kunnen komen, schrijft Jan Mertens van Oikos.

Wat is welvaart? Als je je afvraagt wat je echt nodig hebt om gelukkig te zijn, zullen er in je antwoorden waarschijnlijk waarden zitten. Je wilt dat je je verbonden kunt voelen met andere mensen, dat je je veilig voelt in een huis waar je je kinderen geborgenheid kunt geven, dat je een zinvolle bijdrage kunt leveren aan de samenleving, dat je gezond kunt blijven, dat je kinderen ook een waardige toekomst zullen hebben.

Als je je afvraagt wat je graag van Sinterklaas zou krijgen, zullen de antwoorden heel anders zijn. Je zult je verder misschien ook afvragen hoe het komt dat Sinterklaas in sommige gezinnen meer speelgoed brengt dan in andere. Bij de eerste vraag kom je misschien dichter bij iets van ‘zijn’, bij de tweede meer bij iets van ‘hebben’.

De economisch geïnstitutionaliseerde hebzucht duwt de planeet naar de afgrond.

Wanneer we te horen krijgen dat we iets moeten doen voor ‘de’ economie, dan vinden we dat niet raar. Als men ons vraagt dat we iets doen voor de maatschappij, dan vinden velen dat een vorm van betutteling. Om goed te zijn voor de economie moet je meer willen hebben, altijd maar meer. De reclame legt je uit wat je nodig zou moeten hebben. In een SUV-advertentie in de krant lees je: “Met zijn verantwoorde luxe en nieuwe milde hybride motorisatie is de x perfect voor de stad. Daarbovenop maakt zijn aparte, uitgepuurde stijl deze SUV tot een echte trendsetter. Ontdek nu de rijkelijk uitgeruste en aantrekkelijk geprijsde x.”

Het is een ’trendsetter’. Het ding dat je koopt is dus niet gewoon een machine om je van A naar B te brengen, het is een ding dat zich verhoudt tot alle andere dingen en dat jou de kans geeft om je te onderscheiden van anderen. Je leert nieuwe exotische woorden als ‘motorisatie’, die je even lekker in de groep kunt werpen. En het gaat hier over ‘verantwoorde luxe’.

Luxe is iets extra’s, iets dat je eigenlijk niet nodig hebt. Maar in dit geval, zo verneem je, mag het, het is verantwoord. Het is niet dat de voorbije jaren in heel Europa de wegen gruwelijk snel slechter zijn geworden of de hellingen immenser. Het is niet zo dat de wegen overal zo leeg zijn dat we een zwaardere motor (oeps, motorisatie) nodig hebben om hard te kunnen rijden. Het is niet dat we het echt nodig hebben, we willen zo’n ding gewoon graag hebben. Officieel zijn we dan wel klimaatbewust en poetsen bedrijven hun groene imago op, in werkelijkheid blijkt dat in 2018 de gemiddelde CO2-emissie van nieuwe wagens steeg. Hoe komt dat? Ongeveer een derde van de nieuwe wagens waren SUV’s.

Hebzucht

Het stimuleren van het willen hebben van dingen of het meer dingen willen hebben dan een ander noemen we eigenlijk hebzucht. Het is fascinerend dat in zowat alle spirituele en religieuze tradities hebzucht wordt afgewezen als iets dat ons ongelukkig of ziek kan maken. Het is bij wijze van spreken niet erg goed voor je karma. Het maakt je hard vanbinnen, in een permanente staat van rusteloosheid. En die rusteloosheid is nu net wat volgens de gangbare of ‘realistische’ visie op economie goed zou zijn.

Als iedereen, gedreven door rusteloosheid, zou denken in eigen belangen en meer wil hebben, zouden we er samen beter van worden. Er zijn jammer genoeg weinig bewijzen dat dat klopt. De economisch geïnstitutionaliseerde hebzucht duwt de planeet naar de afgrond en vergroot zo de ongelijkheid. En hoewel wij – laten we dat vooral niet vergeten – in een van de rijkste landen van de wereld wonen kun je niet zeggen dat we allemaal zo gelukkig zijn.

Zelfs mensen die eigenlijk veel meer hebben dan ze nodig hebben zullen een mogelijke toekomstige inperking van hun ecologische gulzigheid nu al ervaren als iets dat ‘ze’ van ‘ons’ afpakken. Of het nu kan of niet, we moeten blijven groeien, anders zouden we die rusteloosheid recht in de ogen moeten kijken.

Het streven naar voortdurende globale groei is de aandrijver van de uit de hand lopende klimaatverandering. Volgens Ian Gough zijn de fundamentele menselijke behoeften: sociale participatie (verbonden zijn, ergens bij horen), gezondheid (fysiek en mentaal) en autonomie. En net die dingen staan onder druk door een ongecontroleerde klimaatverandering. Maar dat willen velen liever niet weten.

Eenzame wereld

Bewust gecultiveerde onwetendheid is een rare vorm van vrijheid. Het is ook erg gevaarlijk. En dat sijpelt stilaan ook door tot in de veilige plekken van de machtigen van deze wereld, zoals het World Economic Forum. In het jaarlijkse Global Risks Report kun je de neerslag vinden van wat volgens de decision makers de grootste risico’s zijn die ons bedreigen. Wat valt er op in de editie 2019? Klimaatverandering staat bovenaan bij de risico’s die waarschijnlijk zijn en ook nog eens een grote impact zullen hebben. Maar in dat rapport is er ook een heel hoofdstuk over de menselijke kant van die risico’s. Voor steeds meer mensen is dit een beangstigende, ongelukkige en eenzame wereld. Wereldwijd worden 700 miljoen mensen geconfronteerd met problemen van geestelijke gezondheid. Steeds meer mensen hebben het gevoel dat ze geen controle meer hebben over de dingen en die psychologische stress wordt een risico op zichzelf. We reageren echter niet zo goed op die risico’s. Landen en groepen trekken zich terug in nationaal egoïsme, terwijl ze net meer zouden moeten samenwerken. En psychische kwetsbaarheid wordt door velen – in steeds dezelfde neoliberale logica – bekeken als een individueel probleem van ‘gedrag’, dat we via medicatie kunnen fiksen, waardoor mensen weer kunnen ‘participeren’ in de ‘normale’ economie, die door de nadruk op consumptie als doel op zich steeds meer spirituele leegte creëert.

Een recent rapport van een speciale VN-rapporteur klaagt die eenzijdige kijk op mentaal welbevinden ook aan. Een van de belangrijkste obstakels voor geestelijke gezondheid is wereldwijd de ongelijkheid. Maar vaak gaan nationalisme en austeriteitsbeleid samen, waardoor we nog minder antwoorden kunnen geven op reëel ervaren zingevingsproblemen.

De uitdagingen rond klimaat en mentale weerbaarheid komen samen in de jongere generaties. Veel jongeren voelen zich in allerlei richtingen getrokken. Ze maken zich terecht heel veel zorgen over hun toekomst met een dreigende klimaatchaos. Velen komen in verzet, wat in wezen psychisch een heel gezonde reflex is. Ze zouden zich beschermd moeten voelen door de oudere generaties, maar krijgen van een aantal welgestelde en zogenaamd ‘realistische’ ouderen vooral te horen dat ze hun mond moeten houden om nog meer mee te kunnen draaien met de groei-economie die onder geen enkel beding in vraag mag gesteld worden. Tegelijk moeten ze weerstaan aan het dagelijkse reclamebombardement en aan de druk van de bucket list van dingen die je moet gedaan hebben voor je 30 bent. Je bent wat je consumeert, en ervaringen zijn consumptieproducten die je kunt afvinken en die je steeds nog rustelozer achter zullen laten (“nog zoveel continenten te gaan”).

Een doorgedreven keuze voor ecologische rechtvaardigheid is een vorm van sociaal preventief beleid. We zullen de volgende jaren moeten leren omgaan met een mogelijk snel veranderende omgeving. Sommige politici willen hun kiezers doen geloven dat we tegelijk op geen enkele manier ons consumptiemodel in vraag moeten stellen en dat we ook nog eens alle migratie kunnen tegenhouden. In hun hoofden is dat misschien the best of both worlds, alleen is er in de feiten maar één wereld.

Zonder een ambitieus rechtvaardig klimaatbeleid zal de ongelijkheid alleen maar toenemen – onder meer door hittestress, zoals de IAO onlangs duidelijk maakte – wat ook de druk op mensen en samenlevingen zal verhogen. Het stimuleren van nog meer hebzucht zal de rijken tijdelijk kunnen vrijwaren van wat komt, maar dat is dan alleszins geen ‘verantwoorde’ welvaart.

Een van de manieren om de toenemende wereldwijde spanningen te analyseren die zich ook uitten in de recente verkiezingen, is te zien dat het naast andere dingen ook gaat om ecologische conflicten. Wie krijgt toegang tot water, grondstoffen, zuivere lucht, voedsel, … Het zijn machtsconflicten. (Zie ook dit recente opiniestuk bij MO.) Je kunt die niet even ‘wegstemmen’.

Je kunt ervoor kiezen om die vreedzaam en dus rechtvaardig op te lossen, daarbij uitgaand van de vaststelling dat we de echte menselijke behoeften, die dingen die we echt nodig hebben om gelukkig te zijn, moeten realiseren binnen de planetaire grenzen.

De aarde is nu al niet groot genoeg voor de hebzucht van een mondiale minderheid. Hun zogenaamd verworven levensstijl willen uitbreiden naar iedereen zal alleen de ongelijkheid versterken. Dat zoveel mensen zich nu al ongelukkig, eenzaam, kwaad en angstig voelen zou ons moeten aanzetten om in onze visie op economie niet langer de hebzucht centraal te stellen, maar misschien wel iets als een rechtvaardige cultuur van het genoeg.

De klimaatverandering maakt onze planeet immers letterlijk gezien nog kleiner. Er zijn te veel mensen die te weinig hebben. Maar er zijn ook erg veel mensen die in wezen meer hebben dan ze nodig hebben. In plaats van het steeds meer van de ‘verantwoorde luxe’ zouden we misschien beter evolueren naar het genoeg van een rechtvaardig verdeelde ‘verantwoorde welvaart’.

Het zou ook goed zijn als we de reële existentiële vragen die mensen zich stellen in deze wereld die in overdrive lijkt te gaan erkennen voor wat ze zijn en beantwoorden door verbinding en rechtvaardigheid, niet als een individueel falen om mee te draaien in de zogenaamd normale rat race van de groei-economie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content