‘De democraten moeten meer aanwezig zijn op het internet’

'Wij, Tunesiërs, hebben drie jaar lang gediscussieerd over de tekst van de grondwet.' © Renaud Callebaut
Gérald Papy
Gérald Papy Adjunct-hoofdredacteur van LeVif/L'Express

Voormalig Tunesisch staatssecretaris en hoogleraar fysica Faouzia Charfi geeft in haar boek Sacrées questions… de richting aan voor een islam die de vrijheden respecteert. ‘De sharia bekrachtigt de minderwaardigheid van de vrouw, maar sommige koranverzen zetten de kwaliteiten van mannen en vrouwen op gelijke voet.’

Waarom is het herlezen van heilige teksten in het licht van de moderniteit zo ingewikkeld in de islam?

FAOUZIA CHARFI: ‘Weinig doctoren in Islamitische Wetenschappen aanvaarden een historische kijk op de Koran. Net als andere teksten bevat die minder aanvaardbare verzen.’

‘Ik ben niet de enige die dat standpunt verdedig. Wanneer hij in 1930 zijn boek Notre femme dans la législation islamique et la société publiceert, meent theoloog Tahar Haddad dat een verschillende lectuur nodig is in functie van de evolutie van de maatschappij. Je moet ook een kritiek op de Hadith (verzamelnaam voor de overlevering van de uitspraken, daden en levenswandel van de profeet Mohammed, nvdr.) overwegen, die ook een groot aantal verboden voor de moslim bevatten.’

Wordt er te veel belang gehecht aan die Hadith?

CHARFI: ‘Ja, onder andere op het internet. Op een groot aantal moslimwebsites worden ze prominenter afgebeeld dan de Koranverzen. Samen met de sharia en het islamitisch recht vormen ze een corpus aan verboden dat de vrouw bijna al haar rechten ontneemt. De sharia bekrachtigt de minderwaardigheid van de vrouw, maar sommige koranverzen zetten de kwaliteiten van mannen en vrouwen op gelijke voet.’

‘Het gevaar komt niet enkel van websites die een strenge islam verdedigen, maar ook van schijnbaar gematigdere websites die dezelfde afwijzing van de andere met zich meedragen. De democraten moeten meer aanwezig zijn op internet.’

Kun je tot een moderne interpretatie van de heilige teksten komen onder het gewicht van de ‘religieuze mannen’ waarop u veel kritiek uit in uw boek?

CHARFI:Habib Bourguiba (eerste Tunesische president tussen 1957 en 1987, nvdr.) deed het. Toen Tunesië onafhankelijk werd, besloot hij dat de Tunesische vrouw van een aantal rechten moest kunnen genieten. Dankzij een familiewetboek dat op 13 augustus 1956 van kracht ging, maakte hij een einde aan polygamie, maakte hij een huwelijksvoogd niet langer verplicht en legde hij de minimumleeftijd om te mogen trouwen op 17 jaar. Die nieuwe regels kwamen niet overeen met het islamitisch recht, maar Bourguiba was zo slim om op enkele islamitische geleerden of oelema’s te steunen die de evolutie van de islam gunstig zijn.’

‘Het debat moet uit de binnenkant van de islam komen’

‘Waarom ligt dat vandaag steeds moeilijk? Omdat de soennitische wereld geen clerus heeft. De islamitische maatschappij kan dus volgens het model van Bourguiba of de druk van de burgermaatschappij evolueren.’

‘Wij, Tunesiërs, hebben drie jaar lang gediscussieerd over de tekst van de grondwet, waarvan we op 26 januari de derde verjaardag vierden. De islamitische partij Ennahdah en haar bondgenoten hebben geprobeerd om haar kern in de sharia te laten opnemen. Maar de niet-confessionele Tunesiërs, aanhangers van de scheiding tussen rechtstaat en islam, wonnen de veldslag. We hebben ook het gelijkheidsbeginsel tussen man en vrouw bevestigd.’

Moet de evolutie in de islam vanuit het politieke debat komen?

CHARFI: ‘Het debat moet uit de binnenkant van de islam komen. We kunnen die maatschappelijke vraagstukken enkel doen evolueren als we inspiratie putten uit onze cultuur en we tegelijkertijd steunen op de waarden van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.’

‘Dat is het politieke gevecht, omdat de islamieten zich baseren op de Caïro-verklaring van de mensenrechten in de islam die in 1990 ondertekend werd. Artikel 24 maakt duidelijk dat de rechten en de vrijheden verbonden zijn met de islamitische sharia. De cirkel is rond. Als de Koranwet de referentie is, is er geen enkele mogelijkheid om het recht te laten evolueren.’

Is vrijzinnigheid mogelijk in een islamitische context?

CHARFI: ‘Ik ben ervan overtuigd, maar dat vraagt veel werk. Vandaag is Tunesië geen lekenstaat, maar ze reikte de instrumenten aan om dat wel te worden. Om te overtuigen dat vrijzinnigheid mogelijk is, mogen we niet vergeten dat die al bijna een eeuw geleden verdedigd werd door de Egyptische theoloog Ali Abderraziq, die een opleiding genoot aan de al-Azharuniversiteit. In die tijd publiceerde hij een werk waarin hij de vraag stelt die een scheiding van het politiek en het religieuze suggereert: Le Prophète était-il un roi ? (Was de Profeet [Mohammed] een koning?, nvdr.) Zijn antwoord, waarvoor hij zich baseert op islamitische teksten, luidt zeer duidelijk nee. Hij schreef die tekst in 1925, twee jaar na de val van het Ottomaanse rijk, uit angst dat de Egyptische macht de leiding neemt van een nieuw kalifaat.

Maar indertijd was het eerder de radicale lijn van president Morsi de Moslimbroeders die won. Is de huidige context gunstiger voor de ontwikkeling van hervormingsgezinde ideeën?

CHARFI: ‘Ja, omdat jongeren uit Arabische landen almaar beter opgeleid zijn en velen onder hen een wetenschappelijke methodologie ontwikkelen die de islamisten bestrijden. In Tunesië hebben ze het spel van de verkiezingen aanvaard, maar ze blijven gehecht aan de Caïro-verklaring van de mensenrechten in de islam. Ze hebben in de grondwet van een land met een 3000-jarige geschiedenis een unieke Arabisch-islamitische identiteit willen laten opnemen.’

In Philosofie magazine twijfelt Yadh Ben Achour, voormalig decaan van de faculteit van Rechtswetenschappen, Politieke en Sociale wetenschappen van de universiteit van Tunis, over de implementatie van de vrijzinnigheid. Die scheidt de Kerk van de Staat, maar Ben Achour meent dat er geen ‘Kerk’ in de islam is.

CHARFI: Mohamed Charfi, mijn echtgenoot die in 2008 verdween, stelde de creatie voor van een parallelle instantie, met verkozen leiders die representatief zijn voor de islam. Komen we in de huidige staat van een rigoureuze, militerende islam niet uit op de omgekeerde doelstelling? In afwachting zijn er andere pistes uit te buiten.’

Gelooft u niet in de transformatie van de belangrijkste Tunesische partij, Ennahdha, in een beweging die zich niet meer op de politieke islam beroept?

CHARFI: ‘Je kan altijd beweren dat je democratisch bent. Maar de essentiële vraag is of Ennahdha bereid is in te stemmen met een ander maatschappijproject dan het hare. Kijk hoe regressief haar leiders te werk gingen toen ze de macht uitoefenden: ze voerden de gewoontehuwelijken, een manier zijn om het verbod op polygamie te omzeilen; de ‘complementariteit’ van de vrouw tegenover de man in plaats van de gelijkheid; de weigering om de Internationale conventie te tekenen voor het opheffen van de discriminatie tegenover vrouwen…’

Is een secularisering van de islamitische partijen mogelijk volgens het model van christendemocratische formaties in Europa?

CHARFI: ‘Het verschil is dat de christelijke godsdienst geëvolueerd is. Een partij naar het beeld van de sociaalchristelijke Europese formaties zou geen probleem geven. De islamisten moeten wel zelf hun dogmatische visies in vraag stellen.’

In uw boek heeft u het ook over de schade die de wahabitische islam in Tunesië aan richtte. Hoe hebben we dat kunnen laten gebeuren?

CHARFI: ‘Het wahabisme werd in Tunesië bekend via satelliettelevisies en daarna via de sociale media. Toen de islamisten van Ennahdana de revolutie van 2011 aan de macht kwamen, werden Saoedische predikanten met open armen ontvangen. De Tunesiërs betalen vandaag nog de prijs van die verstandhouding. Kijk naar de Korankindertuinen die toen opgericht werden en waarvan sommigen hun activiteiten nog voortzetten. Kleine kinderen van drie à vier jaar mogen er niet zingen, spelen, tekenen enzovoort, allemaal op grond van de wahabitische islam.’

Zou u zeggen dat het Westen even inschikkelijk is met Saoedi-Arabië en Qatar?

CHARFI: ‘We zouden graag willen dat het Westen de traditie van vrijheid en respect meer naleeft en een coherente politiek voert. Zelfs degenen die werken aan de modernisatie van hun land worden niet echt gehoord door de westerse leiders. Aan degenen die beweren dat het discours van de islamisten meer overeenkomt met de lokale traditie, zeggen wij, democraten, dat we ook onze plaats hebben in het land.’

Hoe heeft uw wetenschappelijke vorming u beïnvloed in uw benadering van de islam?

CHARFI: ‘De nood aan coherentie. Ik aanvaard niet dat iemand mij zegt : ‘Wetenschap is goed. Maar ik pik er enkel uit wat ik wil.’ De noodzakelijke onafhankelijkheid van de wetenschap tegenover het religieuze bracht me ertoe te bestuderen hoe je de politieke autonomie ten opzichte van het religieuze kunt argumenteren.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content