Chip-oorlog tussen VS en China baart zorgen: ‘We moeten Taiwan vandaag nog militair steunen’

© Getty
Peter Casteels

In 2022 ging alle aandacht naar de oorlog in Oekraïne. In dit nieuwe jaar moet de wereld ook dringend op zoek naar een manier om de oplopende spanningen tussen de Verenigde Staten en China te temperen. Veel heeft te maken met de geavanceerde computerchips die in het door China bedreigde Taiwan worden gemaakt. De Amerikaanse historicus Chris Miller is er niet gerust op.

‘Alle computerchips in de wereld worden door een héél klein aantal bedrijven in een handvol landen gemaakt’, vertelt Chris Miller. De Amerikaanse historicus verklaart daarmee meteen waarom hij een heel boek schreef over een technologie die voor leken heel banaal lijkt: het allerkleinste plaatje dat digitale signalen kan doorgeven. In Chip War schetst Miller de spanningen rond computerchips, die vandaag in zo goed als alles zitten wat we gebruiken: van koffiezetapparaten, over smartphones en auto’s tot – cruciaal in dit verhaal – oorlogswapens. Die spanningen dreigen in 2023 alleen maar op te lopen. Zeventig procent van de meest geavanceerde chips wordt namelijk in Taiwan gemaakt. China dreigt al jaren om de eilandstaat aan te vallen, en het Chinese leger is stilaan sterk genoeg om dat dreigement waar te maken.

First things first: hoe komt het dat maar zo weinig bedrijven chips maken? Uw boek bewijst dat het een zeer lucratieve markt is.

Chris Miller: Zeker de meest geavanceerde chips, zoals degene die in iPhones zitten, zijn uiterst moeilijk om te maken. Op zulke chips staan soms wel miljoenen transistors die maar enkele nanometers groot zijn. Het is ongelooflijk complex en duur om ze massaal te produceren. Alleen heel gespecialiseerde bedrijven beschikken over de juiste expertise en machinerie.

Het gaat al jarenlang vrijwel alleen maar over grote internetbedrijven als Google, Facebook en Twitter. U concludeert dat niet data maar computerchips de olie van de 21e eeuw zullen zijn.

Miller: We zijn het gewend om de meeste aandacht te besteden aan de bedrijven die we het vaakst tegenkomen in ons dagelijks leven. Dat zijn natuurlijk Google en Facebook. Nochtans zitten ook daar datacenters achter, die zijn volgestouwd met computerchips. We vinden dat vanzelfsprekend, terwijl we heel afhankelijk zijn van een heel complex product.

Zelfs voor de Amerikanen is het te duur en te complex om chips uitsluitend voor eigen gebruik te produceren.

De eerste computerchips werden in de Verenigde Staten ontwikkeld. Silicon Valley is er zelfs naar vernoemd – silicium is een bestanddeel van zulke chips. Ondertussen zijn ook de VS afhankelijk van andere landen voor de productie van geavanceerde chips. Hoe hebben ze het zover laten komen?

Miller: De Wet van Moore is een begrip in de technologiewereld. Gordon Moore – een van de oprichters van chipfabrikant Intel – voorspelde in de jaren zestig dat elke twee jaar het aantal transistors dat op één chip geplaatst kon worden, zou verdubbelen. Die voorspelling is bijzonder accuraat gebleken. Bovendien zorgden chips voor almaar meer computerkracht naarmate ze geavanceerder werden. Dat maakte het productieproces steeds complexer, en er waren almaar gesofisticeerdere machines, chemicaliën en software voor nodig. Geen enkel land kan dat alleen, zelfs de VS niet. Het Amerikaanse defensiebudget bedraagt elk jaar zo’n 800 miljard dollar. Daar kan het Pentagon zelf vliegdekschepen mee bouwen, maar voor sommige chips moet het een beroep doen op commerciële bedrijven. Zelfs voor de Amerikanen is het te duur en te complex om chips uitsluitend voor eigen gebruik te produceren. Tien jaar geleden zijn ze zelfs gestopt met investeringen in eigen infrastructuur daarvoor. Sindsdien bestellen ze alle chips in landen als Japan, Zuid-Korea en Taiwan.

Zijn die landen er beter in?

Miller: Dat hangt af van het soort chips. Voor chips in smartphones is Taiwan met TSMC (Taiwan Semiconductor Manufacturing Company, nvdr) de absolute wereldleider. Dat land heeft ook de grootste productiecapaciteit, en is daardoor een onvervangbare speler.

Was het naïef van de VS om die productie uit handen te geven, zoals het naïef was van Europa te denken dat Rusland een betrouwbare leverancier van gas en olie is?

Miller: Het ligt toch iets anders. Er dreigt geen gevaar dat Taiwan niet langer chips zal willen leveren aan de rest van de wereld, zoals dat met Russisch gas het geval is. Economisch was het geen vergissing om ons afhankelijk te maken van Taiwan. Militair is er wel een grote fout gemaakt. We hebben toegelaten dat het militaire overwicht van de VS op China drastisch is verkleind. Vandaag kan China wellicht een succesvolle aanval uitvoeren op Taiwan, of de levering van chips en andere goederen uit dat land blokkeren. Wij zijn blijkbaar niet meer in staat Taiwan te beschermen tegen China. De kans dat China aanvalt of zo’n blokkade opwerpt is ook veel groter dan vijf jaar geleden. Dat is heel verontrustend.

Nochtans heeft Taiwan juist geïnvesteerd in de chipindustrie om zichzelf te verzekeren van Amerikaanse bescherming tegen zijn Chinese buur.

Miller: Inderdaad. Sinds 1960 probeert Taiwan zichzelf in te schakelen in allerlei toeleveringsketens om zichzelf onmisbaar te maken. Vandaag hangt de wereldeconomie jammer genoeg af van een land waarvan we de veiligheid niet langer kunnen garanderen, en speelt die industrie misschien wel in het nadeel van Taiwan. Stel u voor dat China, net zoals Rusland deed met de Krim, straks een aantal bewoonde of onbewoonde eilanden in de Straat van Taiwan inpalmt. Dat kan zelfs zonder bloedvergieten. Hoe zullen de VS reageren? Ik kan me indenken dat president Joe Biden dan van zijn adviseurs te horen krijgt: ‘U kunt een tegenaanval inzetten, maar daarmee riskeert u een Derde Wereldoorlog en brengt u hoe dan ook de wereldeconomie voor miljarden dollar aan schade toe doordat die toeleveringsketens in de knoop raken.’ Misschien is dat de reden waarom de VS uiteindelijk helemaal niet zullen reageren, en waardoor China, net als Rusland in 2014, niet wordt tegengehouden.

Wat moeten de VS dan wel doen als China Taiwan aanvalt? Dezelfde steun bieden als ze nu geven aan Oekraïne?

Miller: De VS moeten Taiwan veel meer steunen, zeker nu er nog tijd is om een Chinese aanval af te wenden. Het was een fout van het Westen om te weigeren Oekraïne te helpen bij de opbouw van militaire capaciteit voor de oorlog begon. Oekraïne grenst bovendien aan Europa, terwijl Taiwan een eiland is. Het is dus heel wat moeilijker om het te bewapenen. Er moet vandaag al meer militaire steun naar Taiwan gaan.

De VS moeten Taiwan veel meer steunen, zeker nu er nog tijd is om een Chinese aanval af te wenden.

China probeert zelf geavanceerde computerchips te produceren. Hoever staan ze daarmee?

Miller: Ze worden er beter in, maar dat geldt natuurlijk voor iedereen. Het is niet duidelijk of China sneller progressie maakt dan andere landen en de achterstand aan het inhalen is. Ondertussen zetten de VS agressieve stappen om het China nog moeilijker te maken. In oktober besliste president Biden dat niet enkel de verkoop van bepaalde chips aan China verboden wordt, maar dat ook de apparatuur om die chips te produceren niet meer naar China mag vertrekken. Aangezien China zo goed als alle bestanddelen moet importeren, krijgen ze het daar lastiger om gesofisticeerde chips te produceren. De VS zetten China daarmee op een achterstand van minstens vijf jaar. De vraag is nu of China erin zal slagen een binnenlandse infrastructuur uit te bouwen om zelf chips te maken, of bedrijven in andere landen kan vinden die de componenten willen verkopen die ze niet meer van de Amerikanen krijgen.

Wat vindt u van zulke verregaande maatregelen? Veel mensen waren compleet verrast door de draagwijdte van wat Biden afkondigde.

Miller: Dat begrijp ik niet goed. Dat verbod zat er al een hele tijd aan te komen. Het is ook niets nieuws, hè. In het verleden zijn er al vaker verboden afgekondigd op de handel van oorlogsmaterieel. Het is illegaal om raketten te verkopen aan Noord-Korea of China. Dat is hier natuurlijk het grote verschil. Computerchips worden zowel door het leger als door burgers gebruikt. Die chips verschillen op geen enkele manier van elkaar.

Ik ben vooral benieuwd wat de gevolgen op militair gebied zullen zijn. Het is voor iedereen duidelijk dat het militaire voordeel van de VS tegenover China afneemt, zeker in de Straat van Taiwan. De Amerikanen zullen de komende jaren minder schepen, vliegtuigen en ander materieel bouwen dan China. Enkel als het om onderzeeërs gaat, hebben ze een voordeel dat ze niet snel zullen kwijtspelen. De VS kunnen hun voorsprong het best behouden door slimmer materieel te bouwen, en daar zijn betere chips voor nodig. Die strijd is vandaag bezig, dus het is fout om uitsluitend naar het conflict te kijken vanuit economisch oogpunt. Het gaat niet alleen over handel.

Denkt u dat de Chinezen erin zullen slagen het Amerikaanse embargo te omzeilen?

Miller: De vraag is wat Japanse en Europese bedrijven zullen doen. Kijken ze alleen naar hun bedrijfsresultaten en de koers van hun aandelen, dan overwegen ze misschien om het marktaandeel over te nemen dat hun Amerikaanse concurrenten moeten prijsgeven. Maar het gaat wel degelijk over de vraag of wij de volgende oorlog zullen winnen of verliezen van China. Daar staan die bedrijven hopelijk ook bij stil.

Europa is afwezig in dit verhaal. Hoe komt dat?

Miller: Europa kent natuurlijk dezelfde beperkingen als de VS. Ook voor Europese landen geldt dat Japan, Zuid-Korea en Taiwan goedkoper betere chips kunnen produceren. Het klopt wel niet dat Europa helemaal geen rol speelt. Het Nederlandse bedrijf ASML speelt mee aan de wereldtop, en heel wat Europese bedrijven leveren componenten die later in het productieproces essentieel zijn.

Hoe moet Europa omgaan met de oplopende spanningen tussen de VS en China?

Miller: Jullie zien de voorsprong die het Amerikaanse leger op het Russische leger heeft in de ontwikkeling van microchips elke dag op het slagveld in Oekraïne. Die voorsprong bepaalt het verloop van de oorlog. Ik hoop dat de Europese politici en burgers beseffen dat de strijd om chips tussen China en de VS ook voor hen belangrijk is. Het Russische leger had al aan de Poolse grens gestaan als Oekraïne niet had kunnen rekenen op de steun van het Amerikaanse leger en onze veiligheidsdiensten.

Een groot verschil tussen Rusland en China is wel dat onze economie op veel meer manieren verbonden is met de Chinese dan met de Russische.

Miller: Ik geef toe dat het ingewikkeld is. Donald Trump kon je nog verwijten dat hij in zijn aanpak van China onvoldoende begreep wat er economisch speelde, maar zoiets kun je echt niet over Joe Biden beweren. Zijn team heeft twee jaar de tijd genomen om deze strategie uit te werken, en heeft veel gesprekken gevoerd met bedrijven in de VS en andere landen. De opgelegde regels zijn ontworpen om de impact op het bedrijfsleven zo veel mogelijk te beperken. De strijd met China is heel complex, maar dat is geen reden om de inspanningen die worden geleverd gewoon te negeren.

Vanuit Europa zien de vijandigheden tussen de VS en China er wel almaar gevaarlijker uit.

Miller: De VS zijn vandaag nochtans minder in staat om Taiwan te beschermen dan ze ooit waren sinds 1949. We verschepen wapens naar Oekraïne die we liever naar Taiwan zouden zien gaan. Afschrikking werkt ook niet meer zo goed als vroeger. Daar maak ik me ook heel grote zorgen over. Toen China in de crisis rond de Straat van Taiwan in 1995 en 1996 raketten afvuurde, besliste de Amerikaanse president Bill Clinton om een vliegdekschip door de Straat te sturen. China trok zich terug. Vandaag zou het heel wat gevaarlijker zijn om daar zo’n schip heen te sturen tijdens een crisis, want China heeft veel beter materieel dan toen. De oorlog in Oekraïne heeft ons het afgelopen jaar geleerd dat afschrikking er echt wel toe doet. Het maakt in zo’n machtsstrijd uit welk land het grootste leger heeft.

Chris Miller, Chip War: The Fight for the World’s Most Critical Technology, Scribner, 464 blz., 31 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content