Jonathan Holslag

‘De belangrijkste vijand van de NAVO schuilt nu binnenin’

Jonathan Holslag Politoloog en publicist.

‘Wil de NAVO autoritaire rivalen de baas blijven, dan moet elke lidstaat zijn eigen democratie opnieuw sterker maken’, schrijft Jonathan Holslag (VUB).

Na ruim zeventig jaar blijft de NAVO ’s werelds machtigste militaire bondgenootschap, maar zijn politieke kernwaarden waren nooit zo kwetsbaar. Debatten over grotere defensie-uitgaven of over het antwoord op de ambities van andere mogendheden zullen tevergeefs zijn indien de alliantie niet herontdekt wat zij precies geacht wordt te verdedigen. Dat laatste staat nochtans duidelijk in het Noord-Atlantisch Handvest: ‘De principes van democratie, persoonlijke vrijheid en de rechtsstaat.’ Het behoud van militaire veiligheid veronderstelt dat eerst en vooral die zachte en delicate kern van de westerse samenleving behouden blijft.

Het is immers moeilijk om burgers te overtuigen van het belang van de alliantie en uit te leggen dat zij moeten investeren in de militaire slagkracht, als diezelfde burgers niet weten wat het betekent om te leven onder een dictatuur – of zelfs zijn beginnen te twijfelen aan de waarde van democratie. Het voorbereiden van de verdediging van het bondgenootschap tegen autoritaire rivalen begint daarom in de klaslokalen, in de echokamers van de sociale media, en, bovenal, in het dagelijkse leven van burgers. Wat betekent dat concreet?

Vooreerst is het van belang dat de NAVO-landen erkennen dat democratie, vrijheid en waardigheid idealen blijven. Die zijn nooit voltooid en vereisen een onophoudelijke inspanning. In de laatste decennia hebben de NAVO-landen verzaakt aan die verantwoordelijkheid. Dat moet veranderen. Burgerschapsonderwijs dient prioriteit te krijgen. Geschiedenisonderwijs, cruciaal om de gesel van de dictatuur te begrijpen, moet worden versterkt. Burgerschap is het ultieme bastion van elke democratie tegen interne verdeeldheid en externe uitdagers. Men beweert vaak dat China en Rusland erop uit zijn om het functioneren van onze democratie te ondermijnen. Maar het komt er vooral op aan om die landen daar minder kansen toe te geven door het tij van cynisme, onverdraagzaamheid en racisme thuis te keren.

De belangrijkste vijand van de NAVO schuilt nu binnenin.

Het volstaat evenwel niet om de waarde van de democratie te kennen. Onze democratie moet ook beter presteren. Het is niet normaal dat dertig jaar van relatieve welvaart en vrede voor vele tientallen miljoenen burgers in NAVO-landen zo’n beperkte vooruitgang opleverde qua koopkracht, waardig werk en sociale samenhang. Vlak na de ineenstorting van de Sovjet-Unie waarschuwden denkers zoals Paul Kennedy en Francis Fukuyama ervoor dat democratie niet op utilitarisme en kapitalisme alleen kan stoelen. Die waarschuwing is alleen maar urgenter geworden. Onze samenleving en economie moeten evolueren van een vraatzuchtige consumptiemachine naar een nijver atelier waarin schoonheid, duurzaamheid, menselijkheid en eer vooropstaan, een atelier waarin de westerse identiteit in het alledaagse en in het grootse op een positieve wijze tot uiting kan worden gebracht.

Het moet opnieuw duidelijk zijn wat het betekent een burger te zijn. Dat impliceert ook dat burgers hun arbeid, verbeelding en welvaart kunnen inzetten ten bate van de democratie, de vrijheid, de waardigheid – en duurzaamheid. Dat is eigenlijk de betekenis van artikel twee van het NAVO-handvest: ‘Het scheppen van de voorwaarden voor stabiliteit en welzijn.’ Om een antwoord te bieden op de militaire modernisering van concurrenten, mogen de NAVO-landen niet langer toelaten dat zij dictatuur, uitbuiting en vervuiling aanwenden als een concurrentieel voordeel tegen hun eigen bedrijven en werknemers.

Dat is niet zo simpel. De NAVO-lidstaten hangen in aanzienlijke mate af van autoritaire landen voor de levering van consumptiegoederen en energie. Ze laten concurrenten nog steeds toe om grote handelsoverschotten te boeken, die door hun staatskapitalisme worden aangewend als wapen tegen westerse bedrijven. Veel Europese landen weigeren in het reine te komen met die machtspolitiek en zijn van mening dat ze geen risico’s mogen nemen, dat het bovenal belangrijk blijft om Peking en Moskou niet tegen de haren in te strijken en dat ze niet te veel tamtam moeten maken over waarden. Pragmatische concurrentie, daar moeten we naartoe.

Dat voornemen is evenwel problematisch. Pragmatische concurrentie is alleen mogelijk als het interne weefsel van waarden en waardigheid wordt hersteld. Je kunt geen realpolitik voeren in het buitenland als er geen standvastigheid bestaat in het binnenland. Wil de NAVO autoritaire rivalen de baas blijven, dan zal elke lidstaat zijn eigen democratie opnieuw sterker moeten maken. De belangrijkste vijand van de alliantie schuilt thans binnenin.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content