Hubert van Humbeeck

‘De bel luidt voor de brexit: tijd om tot zaken te komen’

Staat er alsnog een handelsverdrag tussen Europa en de Britten in de steigers? Het is hoe dan ook tijd om te beslissen.

Het is vroeg om halleluja te roepen. Maar de Britse krant The Guardian wist vorige vrijdag uit diplomatieke bron dat er dan toch een akkoord tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk ophanden is. Londen stapte begin dit jaar al uit de EU. Beide partijen gaven elkaar in dat uitstapakkoord tot eind 2020 de tijd om af te spreken hoe ze in de toekomst met elkaar omgaan. Het is dus tijd om tot zaken te komen. Een akkoord moet door alle 27 Europese leiders en door het Europees Parlement worden goedgekeurd. Als het aan bevoegdheden van de lidstaten raakt, hebben ook alle nationale parlementen hun zeg.

De bel luidt voor de brexit: tijd om tot zaken te komen.

Maar eerst moet het akkoord – dat ruim zeshonderd bladzijden zou beslaan – in alle 24 officiële talen van de Unie worden vertaald. België, Nederland en Frankrijk, die het meest beducht zijn voor de economische gevolgen van de brexit, vroegen de Europese Commissie vorige week om alvast werk te maken van een noodplan: hoe moet het verder als het Verenigd Koninkrijk op 1 januari 2021 zonder akkoord uit de Europese Unie stapt? In Brussel valt steeds vaker te horen dat de EU niet hoe dan ook een akkoord wil. Er wordt hoofdonderhandelaar Michel Barnier ingefluisterd dat geen akkoord uiteindelijk misschien beter is dan een slecht akkoord.

Het is geen toeval dat Johnson nu in enkele dagen tijd zowel een ambitieus klimaatplan als een forse verhoging van zijn defensiebegroting beloofde.

Ook Ursula von der Leyen, de voorzitster van de Europese Commissie, meldde vorig weekend dat de gesprekken opschieten. De overblijvende knelpunten liggen al enige tijd op tafel. Het gaat nog altijd over visserijrechten in de Britse territoriale wateren en het zogenaamde gelijke speelveld. Daarmee wordt bedoeld dat de Britten de Europese regels moeten respecteren als ze op het continent zaken willen doen. De Britten van hun kant blijven erbij dat ze als een onafhankelijke natie eigen regels op het vlak van milieu, werk en sociale rechten willen vastleggen.

Een bijkomend probleem is dat het vertrouwen in de Britse premier Boris Johnson een deuk kreeg, toen hij het deel van het brexitakkoord met de EU over de grens tussen de Ierse Republiek en Noord-Ierland opzijschoof. Dat kwam hem op een felle reprimande van Joe Biden te staan: zonder akkoord met Europa over de Ierse grens kan Johnson straks fluiten naar een handelsverdrag met de VS. Het is geen toeval dat de Brit nu in enkele dagen tijd zowel een ambitieus klimaatplan als een forse verhoging van zijn defensiebegroting beloofde. Dat moet de Amerikaanse president elect gunstig stemmen. Maar in het internationale recht, dat Biden dierbaar is, geldt nog altijd de Romeinse regel dat afspraken moeten worden nagekomen – pacta sunt servanda.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content