Dagboek uit een FARC-kamp: executies voor meer vakantiedagen

Ernesto Rodriguez Amari
Ernesto Rodriguez Amari Journalist en politicoloog

In Colombia is het een publiek geheim dat militairen en politieagenten tijdens het presidentschap van Uribe totaal onschuldige burgers hebben vermoord.

Dagboek uit een FARC-kamp: executies voor meer vakantiedagen

‘In Colombia zijn er veel mensen die niets met de FARC te maken hebben door het leger vermoord of in de gevangenis gezet.’ Aan het woord is de 40-jarige Camillo. Elke oorlog kent zijn ‘collateral damage’, maar in Colombia werden onschuldige burgers met valse bewijzen schuldig verklaard en vermoord. Valse positieven is een begrip in Colombia.

Tijdens mijn bezoek aan het kamp van de FARC sprak ik met Camillo over het fenomeen van de valse positieven. ‘Wij zijn strijders die ons leven riskeren voor een rechtvaardiger Colombia. Het leger kan ons aanvallen, maar wij weten tenminste dat we dit risico lopen,’ aldus Camillo. Hij wordt kwaad wanneer hij verder gaat: ‘maar het leger en de paramilitairen doden ook totaal onschuldige burgers’.

In Colombia is het een publiek geheim dat militairen en politieagenten tijdens het presidentschap van Uribe onschuldige burgers hebben vermoord. Vaak ging het om zeer arme boeren of mensen met mentale problemen. Met valse beloftes werden deze mensen misleid waardoor ze instemden mee te gaan met hun toekomstige moordenaars. Ze werden dan naar een andere regio gebracht en buiten de wet om geëxecuteerd. Vaak voerden militairen en agenten deze opdrachten uit om zo opslag, promotie of meer vakantiedagen te krijgen. Bij de lijkschouwing werden deze mensen namelijk steeds omschreven als guerrillero’s. De daders zorgden ervoor dat er voldoende attributen werden toegevoerd zodat ze een dossier konden opmaken waaruit zou blijken dat deze burgers guerrillero’s waren. In de dossiers van de valse positieven wordt er bijvoorbeeld vaak verwezen naar het argument dat deze burgers juist op het punt stonden om een terroristische aanslag te plegen.

Het bekendste voorbeeld van deze valse positieven is het geval van 19 jongeren uit Soacha, een klein dorp in de buurt van Bogota. Deze jongeren werden opgepakt in januari 2007 en acht maanden later vermoord teruggevonden op enkele honderden kilometers ten noorden van Bogota. De lijken werden teruggevonden in kleren van guerrillero’s. De moeders van deze kinderen hebben zich verzameld en ngo’s aangesproken waardoor deze feiten uiteindelijk aan het licht zijn gekomen.

‘Opdracht volbracht en weer wat extra verlofdagen verdiend’

Camillo vertelt me dat het verhaal van legerofficier Enrique, een man die Camillo kende van in zijn dorp, een van de redenen was waarom hij zich bij de FARC had aangesloten. Enrique was zowel officier in het Colombiaanse leger als paramilitair. De combinatie van beide ‘jobs’ was niet vreemd. Zelfs verschillende commandanten uit het leger waren blijkbaar op de hoogte van zijn dubbele opdracht. Op een bepaald moment kreeg Enrique de opdracht om een andere paramilitair te vermoorden. Hij weigerde deze opdracht en nam zijn ontslag bij het leger. Hij wist immers zeer goed dat met zo’n opdracht, er iemand anders waarschijnlijk de opdracht zou krijgen hem te vermoorden. ‘Dit wijst er nog eens duidelijk op dat het leger en de paramilitairen elkaar vaak beschermen. Het leger zal alleen paramilitairen vermoorden als ze willen aantonen dat ze hen ook bestrijden.’

Enrique had aan Camillo verteld dat hij in Prado Cevilla het bevel had gekregen van generaal Mario Montoya om drie onschuldige burgers te doden. Hij moest op een bepaald tijdstip naar een bepaalde plaats gaan en dan wachten tot het eerste voertuig arriveerde en mensen uitstapten. Deze mensen moest hij onmiddellijk neerschieten. Camillo is nog steeds kwaad wanneer hij verontwaardigd roept ‘deze Enrique voerde deze opdracht uit. Hij doodde de eerste drie mensen en keerde zijn rug om. Het kon hem totaal niet schelen dat dit niet correct was.’ Enrique moet naar verluidt dan het volgende tegen Camillo gezegd hebben: ‘opdracht volbracht en weer wat extra verlofdagen verdiend’. De officieren moesten immers aan president Uribe kunnen aantonen dat er elke maand een bepaald quotum van FARC-strijders waren gedood. Als ze de strijders niet konden te pakken krijgen, kozen ze voor de gemakkelijkheidsoplossing.

Tijdens het presidentschap van Santos zijn deze onschuldige executies gestopt. Wel werden er nog steeds onschuldige burgers opgepakt en in de gevangenis gezet. Vaak gaat het dan om leden van sociale bewegingen of studenten die een gelijkaardig gedachtengoed als de FARC-strijders aanhangen. Zij worden vaak verschillende jaren opgesloten vooraleer ze de kans krijgen hun onschuld aan te tonen in een proces.

Partner Content